Andy Sanders en René Diekstra – ‘Het is net alsof ik hier niet hoor…’ Leven en dood van een dertienjarige. ISBN 978-90-446-3128-9. 176 pagina’s, €16,95. Amsterdam: Prometheus 2016.
Waarom stapte Saskia het leven uit?
22 juli 1987. Voor de meeste mensen een dag als duizend andere. Voor de 13-jarige Saskia is het de laatste dag van haar leven: zij springt van een flatgebouw af. Sindsdien is 22 juli een beladen dag geworden voor haar vader Andy Sanders, haar moeder, zus en stiefvader en iedereen die van Saskia hield. Voor al die mensen die verbijsterd achterbleven.
Saskia’s nalatenschap bestond uit een stapel dagboeken, brieven, verhalen, tekeningen, agenda’s en het manuscript van een complete roman waarvan zij de laatste woorden in het uur van haar dood schreef.
Haar (gescheiden) ouders kregen geen grip op Saskia’s motieven. Haar zelfdoding was volkomen onverwacht gekomen, uit de geschriften van hun dochter bleek dat ze al lang depressief was en zich afvroeg of ze wel door moest gaan, geen eind aan haar leven moest maken. Ze had het gevoel dat ze ‘nergens bijhoorde’.
Vader Andy nam in 1989 contact op met René Diekstra, specialist op het gebied van zelfdoding. Hij vroeg hem Saskia’s werk te lezen. De gedachte dat deze geschriften waardevol zouden zijn en daarmee ‘zin’ zouden hebben, liet hem niet los. Misschien zou Diekstra ze kunnen gebruiken voor zijn werk bij de preventie van kindersuïcide. Diekstra las alles wat Saskia had geschreven en nam de taak op zich er ‘dieper in te duiken’. Na tussentijdse langdurige pauzes is dit boek het resultaat, 29 jaar nadat Saskia overleed. Het boek bevat een zeer persoonlijke brief van een vader aan zijn dochter en een zeer persoonlijke brief van de psycholoog aan de vader. Tezamen vormen zij een In Memoriam en, in de zoektocht naar het ‘waarom?’, een troostbrief.
Prof. dr. Andy Sanders (1948) is emeritus hoogleraar religiefilosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Prof. dr. René Diekstra (1946) is onder meer emeritus hoogleraar psychologie aan de Roosevelt Academy te Middelburg.
Saskia was een hoogbegaafd kind. Die hoogbegaafdheid was er mede de oorzaak van dat zij zich niet thuis voelde tussen leeftijdgenoten. Zij voelde zich geen dertien, maar zeventien jaar oud. Zij stelde zichzelf vragen over de zin van het leven. Maar omdat zij die vragen nooit in het openbaar stelde, maar in haar dagboek, kwam niemand haar te hulp. Zij raakte verstrikt in haar eenzijdige denken en dat werd haar uiteindelijk noodlottig.
Vader Andy spreekt haar toe, schrijft een liefdevolle brief aan zijn dochter. Hij wil haar niet vergeten en dit geschrift komt over als een kaarsje, symbool voor licht in de duisternis en voor lichter maken wat zwaar is. Hij haalt herinneringen op aan zijn kind, weet weer dat zij zei: Als ik doodga moet je wel altijd goed bedenken dat ik heel veel van je heb gehouden. Toen was dat geen alarmsignaal, nu is hij haar eeuwig dankbaar voor die woorden.
Als hij vele jaren later de draad weer oppakt samen met Diekstra vinden de twee de juiste toon. Nu pas, zo veel jaar nadien en bezien als vanuit een helikopter, kunnen zij aan de gang met Saskia’s dood.
Diekstra analyseert de gemoedsrust van het kind aan de hand van haar nalatenschap. Saskia las een boek van Hannah Green over een schizofreen meisje (Ik heb je nooit een rozentuin beloofd) en voelde verwantschap met hoofdpersoon Deborah. Zozeer zelfs, dat zij zich afvroeg of zij zelf soms ook schizofreen was. Tenslotte leefde ook zij in twee werelden, hoorde ook zij stemmen en voelde ook zij zich naast de maatschappij staan. Diekstra zet die lijn in zijn analyse door.
Buitengemeen boeiend en troostend deze beide brieven. En toch stel ik er één vraag bij. Vader en psycholoog hopen dat dit boekje kinderen ervan kan weerhouden ‘de rand van het dak’ te zoeken. Maar een kind dat zichzelf het leven beneemt kondigt dit zelden duidelijk aan. Hoe kan een boekje als dit dan op tijd zijn?
Een indrukwekkend boek.