Wilfried de Jong– Zweefduik. Verhalen. ISBN 978-90-5799-770-5, 169 pagina’s, € 19,90. Amsterdam: Podium 2016.
Elf min of meer ‘losse’ verhalen.
Het schrijven van goede verhalen is moeilijker dan men denkt. Enerzijds moet je meer weglaten dan in een roman, want anders loopt de lengte uit. Anderzijds moet je toch zo veel vermelden dat de lezer niet constant moet raden wat er eigenlijk allemaal aan de hand is. Het is een apart genre. Wie goed is in het schrijven van verhalen hoeft geen goede romancier te zijn en omgekeerd.
Theatermaker, acteur, televisiemaker, wielerfanaat en schrijver Wilfried de Jong (1957) mag bogen op een indrukwekkende palmares, om een mooie Vlaamse wielerterm te gebruiken. Velen genoten van Kop in de wind, waarin hij soms ontroerend en een andere keer weer hilarisch kond doet van zijn eigen fietsbelevenissen.
Waren zijn ‘fietsboeken’ vooral gericht op de vele fans van De Jongs televisieprogramma Holland Sport, in dit boek richt Die Kale, zoals hij wel liefkozend wordt genoemd, zich op een breder publiek. De verhalen lijken los, maar een aantal ervan hebben toch iets met elkaar te maken. Zo vertelt hij van zijn auto-ongeluk met een meisje dat hij oppikt in een disco in een ander stuk aan Liv, het buurmeisje, wier moeder hem min of meer prest op haar te passen.
De auteur laat in het midden of de ik-figuur in elk verhaal steeds dezelfde persoon is, zij het van een andere leeftijd.
De sfeer is vaak melancholisch, regelmatig wordt met goed beschreven details een spannende sfeer opgebouwd, waardoor je als lezer ‘weet’ dat het niet goed kan aflopen, zoals met de vrienden van de hoofdpersoon Eric en John. Met beiden maakt hij doldrieste avonturen mee, maar de saxofoonspeler Eric eindigt in een inrichting en John in een rolstoel. John wilde de wereldberoemde sprong van Lou Vlasblom uit 1932 eens dunnetjes over doen. Vlasblom sprong van De Hef, de inmiddels ‘oude’ spoorbrug over de Rotterdamse Koningshaven.
Persoonlijk heb ik het meest genoten van Hoed, waarin de hoofdpersoon een hoed wil aanschaffen tegen de zon, maar niet kan besluiten welke. Het verhaal eindigt in een anticlimax. Het stuk over het kalf met twee koppen in een museumvind ik ook mooi. En dan is er nog zeep, over een nachtelijke zwempartij in Rome, waar de hoofdpersoon een jonge vrouw ontmoet. Ze knikte me afstandelijk toe en begon haar jurkje uit te trekken. Onder het jurkje zaten een strak gesnden tangaslip en een push-up. Als de vrouw bewoog leken haar borsten op puddinkjes die uit hun vormpje wilden wippen. De vrouw gaat zich wassen met een stuk zeep, wat ze kwijtraakt. Hij brengt het haar achterna en ze blijkt een zwangere prostituee te zijn. Teder geschreven.
De Jong beheerst het genre.
Knappe verhalenbundel. Kwaliteit.