Arnon Grunberg – Het bestand. ISBN 978-90-388-0225-1, 169 pagina’s, €12,50, Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, vierde vernieuwde druk 2016.
Onzekere vrouw laat zich sturen door internetvrienden.
Lillian is op pad naar een sollicitatiegesprek. Niet omdat ze zo graag aan het werk wil, maar omdat ze daartoe is aangezet door haar internet-‘goeroe’ Banri Watanuki. Het is voor het eerst sinds jaren dat ze zich daadwerkelijk op de wereld richt. Al sinds haar dertiende jaar heeft ze zich iedere minuut op haar zolderkamer verschanst om in contact te treden met haar internetvriendenclub. Dat zijn hackers. Zij laten de jonge Lillian contacten leggen met mannen, Lillian moet zorgen dat zij de mannen zo ver brengt dat zij zich gaan bevredigen. Zij doen dit alleen als ook Lillian in actie komt. Tijdens de sessies zorgen de hackers dat zij zo’n man opsporen en leggen dan de beelden vast. Die plaatsen ze daarna met de naam en de toevoeging ‘Pedo’ op facebook. Dat leidt tot de zelfmoord van een 44-jarige ambtenaar.
Een onfrisse club, maar Lillian heeft al jaren een hekel aan haar lichaam, en ze ziet er daarom geen kwaad in. Liefs zou zij leven zonder lichaam. Maar hoe? Ze wordt steeds vreemder. Ziet zichzelf als ‘Princess Saba’, als wraakengel. Ze neemt aan dat haar ouders varkens zijn die zich naar believen in mensen veranderen. Lilian wordt volkomen wereldvreemd. Toch is zij dit niet altijd geweest, al heeft zij altijd al vreemde hobby’s. Zo vindt zij van kind af aan geestelijke rust door het oplossen van moeilijke hoofdrekensommen. Cijfers zorgen voor kleuren in haar hoofd, daar kan zij goed op slapen. En dan nu opeens solliciteren…
Arnon Grunberg (1971) heeft sinds zijn bekroonde debuut Blauwe maandagen – op 23-jarige leeftijd geschreven – een enorme hoeveelheid romans, verhalen, brieven, essays en columns geschreven. Hij is keer op keer bekroond. Zijn laatste boek was Moedervlekken.
In de boeken van Grunberg wordt de hoofdrol vaak gegeven aan een persoon die niet helemaal spoort met de dingen van de dag. Dat leidt tot eenzaamheid, tot ontroering, tot een hanteerbaar soort krankzinnigheid. Dat is ook in dit boek het geval. Zoals ook vaak in andere romans, grijpt er iemand in om de afwijking te beteugelen of tenminste leefbaar te maken. Bij Lillian is dat Banri. Hij wil dat ze solliciteert op een functie als secretaresse bij BClever, een bedrijf dat zich bezighoudt met internetbeveiliging en dat voornamelijk werkt in opdracht van overheidsinstanties.
Lillian wordt aangenomen door Axel en Seb. Leken ze tijdens het eerste gesprek nog ‘gewone bazen’, later blijkt dat ook zij de werkelijkheid willen sturen en daar Lillian als instrument voor nodig hebben. Seb en Axel nemen het verhaal hierna enigszins over.
Dit is een vreemde ‘Grunberg’. De schrijver neemt over het algemeen flink de ruimte om zijn karakters uit te diepen en gebeurtenissen van gekleurde voiles te voorzien. Eigenlijk doet dit boek mij enigszins denken aan een roman die geen roman is geworden – op de kaft staat toch echt ‘roman’- terwijl het verhaal voor een novelle net weer iets te veel is.
Als schilders een portret van iemand gaan maken, staat dat niet in één keer op het doek, maar worden er tevoren verschillende studies gemaakt. Dit is voor mij zo’n studie. Mooi, ironisch verhaal vol Grundberg-aforismen, maar Lillians streven en haar uiteindelijk onvermogen haar leven slechts online te leiden, komen daarmee niet compleet uit de verf.
Grunberg schrijft nooit slecht maar hij heeft ruimschoots bewezen dat hij het beter kan.