Ton van Kempen & Nicoline van de Beek – Madame Manet. Muziek en Kunst in het Parijs van de Impressionisten. ISBN 978-90-823073-1-3, 364 pagina’s, €32,90. Culemborg: Het Archief Collectief, tweede herziene druk 2016.
De beroemde schilder Édouard Manet wordt opnieuw tot leven gewekt.
Het is in het voorjaar van 1883 als de Parijse kunstschilder Édouard Manet, liggend op een keukentafel, het linker onderbeen wordt afgezaagd. De ingreep was noodzakelijk, er werd grote zorgvuldigheid betracht. Desondanks stierf de schilder drie weken later. Zijn Hollandse vrouw Suzanne Manet-Leenhoff erfde zijn schilderijen en schetsen. Zijn trouwe hulp Marie Barrault niets. Bijna niets. Al het personeel wordt ontslagen. De twee vrouwen blijven samen achter. Ze worden eenzaam oud.
Maar dan, op een dag in 1905, krijgt Suzanne een brief. Daarin vraag de Hollandse journalist Van Mander belet bij mevrouw. Hij wil een artikel, misschien wel een boek, over haar echtgenoot schrijven en vraag Suzanne of hij haar een aantal malen mag interviewen. Zíj kende Manet immers het best?
De oude vrouw fleurt op. Ze vraagt Marie schoon te maken, kleedt zich zo smaakvol mogelijk en ontvangt Van Mander vriendelijk. En dan begint ze te vertellen. Over de muziek van haar tijd – zelf was ze een talentvol pianiste – over de vrienden van haar man, over de feesten in Parijs, over de roddels, de liefdes, de diners, de bals, de opdrachtgevers en ga zo maar door. Suzanne zit met rode konen te praten. En de journalist moedigt haar onophoudelijk aan.
Ze zijn het er al snel over eens dat zij vele gesprekken nodig hebben om het leven en de kunst van haar dierbare Édouard ten volle weer te kunnen geven.
Tenslotte leefde Manet niet alleen. Hij werd omringd met vrienden als Degas, Zola, Baudelaire, Renoir, Monet die elk hun plaats waard zijn in de latere geschiedenis van kunst, muziek en theater. Manet en zijn kunstzinnige vrienden maakten het Parijs van de negentiende eeuw. Zij, en hun kleurrijke vreemde vrouwen natuurlijk, allen geportretteerd. Marie vertelt hoe ze Suzanne eens had opgefleurd met het gezegde: Monsieur Éduard en u, u bent samen twee trekvogels, die grote afstanden afleggen in het leven. U moet de meisjes in het atelier zien als musjes, kleine, onbeduidende vogeltjes. Dat had Madame getroost. Inderdaad, niet alleen Suzanne vertelt. Ook Marie doet haar verhaal als zij de heer Van Mander binnenlaat en een paar uur later weer naar de deur geleidt. De journalist is tegenover haar, die toch altijd zo’n dienende rol heeft moeten spelen in dit huis, immers ook altijd belangstellend?
Kunsthistoricus en cultuurdocent Ton van Kempen (1956) en theatermaakster Nicoline van de Beek (1962) brengen sinds 1992 hun beider vakken bijeen in verhalen over kunst en cultuur.
In het verhaal van Madame Manet lieten de auteurs zich inspireren door Bernlef die in 1986 een gefingeerd gesprek schreef met Giorgio Morandi, een Italiaanse schilder, gespecialiseerd in stillevens. De schilder gaf bij leven nooit een interview, Bernlef schreef het na ’s mans overlijden.
De auteurs van dit boek bedachten Van Mander, zetten hem op de trein, lieten hem aanbellen op het adres van Madame Manet en haar huishoudster Marie, zetten hem op de canapé en begonnen het gesprek. Zeventien middagen lang dook Suzanne Manet in het verleden, ‘wandelde’ met Van Mander de jaren door, ging samen met hem ateliers binnen, gaf hem zelfs zicht in andermans overwegingen.
Maar dan langzaam maar zeker, – en wie werd er als eerste wantrouwig, u als lezer, Suzanne of Marie ? – worden de vragen van Van Mander wel erg gericht. Is Van Mander wel journalist, of is het een handelaar die uit is op eigen gewin, nog erger een gauwdief misschien? Die vragen gaan we natuurlijk niet beantwoorden.
Wandel door het oude Parijs, de stad met de ratelende koetsen, de paardenvijgen en de gaslantaarns, de stank van de leerlooierijen en de zeepfabrieken, het parfum van de salons vol ongewassen mensen die hun lijfgeur wilden maskeren. En bezoek de ateliers waar de wonderschone schilderijen van de impressionisten ontstonden…
Dit is een heerlijk boek. Geschreven als een historische roman, voorzien van talloze foto’s van oud Parijs en reproducties van kunstwerken van Manet en zijn vrienden.
Wie van de Impressionisten houdt, mag zichzelf dit boek niet ontzeggen.