Martine Bijl – Hindergroen. ISBN 9787-90-254-4701-4. 176 pagina’s, €14,99. Amsterdam: Atlas Contact 2016.
Martine struikelt en staat koninklijk weer op.
Jarenlang schreef cabaretière, schrijfster en op velerlei terrein BN’er Martine Bijl columns voor het maandblad Zin. Het werd tijd voor een bundeling. De schrijfster ging met een fileermes aan de gang, schreef en herschreef en was tevreden. Het manuscript was af!
Maar op dat moment knapte er een ballonnetje achter haar ogen en dat was geen teken van feest, maar van een hersenbloeding. Het manuscript bleef verweesd achter. Eerst maar eens beter worden, zei de uitgever. Dat vergde tijd, moed, uithoudingsvermogen. Maar nu ligt het boek er dan toch. Martine Bijl is terug.
In dit boek neemt de auteur veel mensen de maat. Daarbij ontziet ze ook zichzelf niet. Veel BN’ers uit de wereld van de televisie kunnen in de spiegel kijken en constateren dat ‘ze’ het over hen heeft. Of over een collega. Of over diens collega… Want de kijker thuis weet natuurlijk precies wie de mensen zijn die zich de uitspraak van Martines vader moeten aantrekken: als je niets te zeggen hebt, zeg dan niets. Ga niet naar een talkshow om je mening ten beste te geven over onderwerpen waarvan je niets weet.
Of noem als intelligente man (ja, sorry dat zijn meestal mannen) de eigen auto geen ‘Zoef de Haas’, of vergelijkbare onzin. En waarom noemen ontwerpers zich tegenwoordig Designers? Waarom ontwerpen dergelijke designers borden waarvan je niet kunt eten? Bijl verhaalt vol verbijstering van een eetgelegenheid waar zij haar soep geserveerd kreeg in een soort porseleinen puntzak. De lepel paste er maar tot de helft in, wilde je al de soep dan moest je uit die puntzak drinken. Opzienbarend, dat wel.
Spot, ironie, een verrukkelijke vileinheid, al deze eigenschappen komen aan bod in deze columns. Maar die niet alleen. Zo vertelt Bijl over een groot, dankbaar, onbeschrijflijk geweldig moment van geluk dat haar overkwam. Ze zat met echtgenoot Berend Boudewijn in de auto toen zij werden ‘aangetikt’ door een vrachtwagen. Tollend over de weg, over drie banen kwamen zij even verder tegen de vangrail tot stilstand. En ze hadden niks. Helemaal niks! Het moment dat ze zich dat realiseerden was een ogenblik van puur geluk.
Martine Bijl (1948) is zangeres, tekstschrijver, vertaler, musicalbewerker en presenteerde tot haar hersenbloeding Heel Holland bakt. Wie haar niet daarvan kent, herkent haar toch. Want als ‘het meisje van Hak’ prees ze gedurende 27 jaar in 40 spotjes de producten van deze firma aan.
Naast de columns die bestaan uit prettige plaagstootjes, laat Martine Bijl zich ook graag van haar groene kant zien. Ze tuiniert en niet zo’n beetje. Zoals de één muziek beschouwt als balsem voor de ziel, beschouwt deze muzikale schrijfster tuinieren als geestelijke dutjes. Zodra ze op vakantie is geweest en thuiskomt, staat ze, met mijn kont omhoog te wieden, terwijl Berend de auto wegzet en de koffers nog op het tuinpad liggen.
Ze stort zich op spinselmot, op dode lieveheersbeestjes, legde sproeiers aan en werpt zich op schijnbaar onuitroeibaar ‘Hindergroen’, onkruid.
Daaraan heeft ze de titel van dit boek ontleend, aan dat hindergroen. Want de hersenbloeding die haar zo lange tijd uit de roulatie haalde, beschouwt ze als een onverwachte explosie van hindergroen. Zij is die explosie te lijf gegaan en ze heeft de strijd gewonnen.
En dat niet alleen, het manuscript dat eenzaam achterbleef toen de bazin andere zaken aan haar gepijnigde hoofd had, is een aangenaam boek geworden. Het eerste en laatste korte hoofdstuk gaan over het vertrek per ambulance en haar thuiskomst als herstelde Martine. Piketpalen die het boek hebben doen winnen aan rijkdom.
Een aangenaam boek vol columns die spot en ernst geweldig doseren.