Rein Hannik – Coef. De weg van de waanzin. ISBN 978-90-8684-140-0. 280 pagina’s, €19,95. Utrecht: IJzer 2016.
In de houdgreep van Coef, de moeder.
Als Coef, de moeder van de auteur overlijdt, heeft hij al vele rumoerige jaren met haar achter de rug, vol gruwelijk avonturen. Want moeder Coef mag ooit een gelukkig meisje zijn geweest dat onbezorgd in Indië opgroeide, ze wordt gebroken in een jappenkamp. Als ze dat kamp uiteindelijk toch overleeft en met moeder en zusje naar Nederland reist, staat haar daar nog een lang leven te wachten. Maar geen dag uit dat lange leven zal nog gelukkig zijn, ondanks alle pogingen die ze doet om een ‘normaal’ bestaan te leiden.
Ze volgt een opleiding, werkt vol animo in een medisch laboratorium. Probeert wat mannen uit met wie het uiteindelijk niets wordt. En dan ontmoet ze Hop, een huisarts in spe. Met hem trouwt ze en vanaf dat moment wacht haar een rustige toekomst als doktersvrouw en moeder van drie kinderen. Er kan weinig meer misgaan.
Maar er gaat heel veel mis. Want de demonen uit haar kamptijd dienen zich aan en laten Coef geen moment meer met rust, hoezeer ze ook tracht hen te verjagen. Ze schildert, ze tekent, ze schrijft, ze beeldhouwt, allemaal heel verdienstelijk. Maar haar kunstwerken bevrijden haar niet van haar altijd smeulende woede om wat haar is overkomen. Ze doet een poging een eind aan haar leven te maken, wordt op tijd gevonden en opgenomen in Oegstgeest, in de kliniek van de in kampsyndromen gespecialiseerde dr. Jan Bastiaans. Deze zenuwarts en psychiater hanteert bij zijn behandeling omstreden methodes als het toedienen van LSD om herinneringen opnieuw te beleven en al pratend te laten verdwijnen. Coef is dol op ‘Dokter Bas’. Maar ze geneest niet.
Rein Hannik is journalist. Hij schrijft al jaren filmrecensies en columns, is copywriter en webredacteur. Bij het overlijden van zijn moeder Coef erfde hij veertig dozen vol dagboeken, foto’s, geluidsopnames en weergaven van haar therapiesessies. Sinds die tijd houdt hij zich voornamelijk bezig met de analyse van dit materiaal.
Het is niet verwonderlijk dat Hannik benieuwd was naar de bron van moeders waanzin. Zij heeft het leven beheerst van zijn vader, zijn beide zusjes en van hem. Moeders immense buien van agressie hebben iedereen benauwd. In de dozen vol dagboeken leest hij wat Coef allemaal is overkomen. Als haar kampsyndroom haar paranoia maakt, wordt haar leven pas echt een hel. Na een periode in de kliniek werd ze weliswaar ‘beter’ verklaard, maar Coef voelde zich nergens meer veilig. Via een tweede zelfdodingspoging kiest ze voor haar definitieve verblijfplaats tot het eind van haar leven: een psychiatrische kliniek.
Als Coef tenslotte overlijdt rest de auteur, rest de lezer één vraag: is haar gekheid hiermee bezworen of heeft zij zich voor altijd vastgebeten in de persoon van de schrijver?
De zoon volgt de levensloop van zijn moeder gefascineerd, maar ook wat bezorgd. Hij begint zijn boek als de zoon die moeder bekijkt met een ‘macho-achtig’ taaltje, daarna duikt hij mee haar verleden in en dan overheerst het mededogen. Het is angstaanjagend, geschreven in een taal die regelmatig bijna ‘kortaf’ is om het tempo erin te houden.
Een boeiend boek. Niet voor lachebekjes.
Op www.reinhannik.nl/coef exposeert Rein alle kunstwerken van zijn moeder. Bij voldoende interesse wil hij een expositie organiseren, mede ter promotie van deze biografie.