Wilbur Smith – Farao. Vertaald uit het Engels (Pharaoh). ISBN 978-94-0160-604-2, 368 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Xander 2016.
Goden en mensen zijn nodig om een gestoorde farao te verstoten.
Farao Tamose ligt op sterven. Zijn trouwe adviseur Taita kijkt met smart toe. Ook aanwezig is Utteric, weliswaar een bastaard, maar toch zijn oudste zoon. Utteric’s ogen zien gretig toe hoe het ogenblik nadert dat hij zijn vader als Farao kan opvolgen. Als het zover is, wordt het Egyptische rijk ernstig bedreigd door invallen van vijandelijke stammen. Taita is loyaal aan de nieuwe farao en weet met behulp van enkele andere trouwe oudgedienden deze vijanden te verdrijven en onschadelijk te maken. Daarbij wordt een vermogen aan goud buit gemaakt. Ze keren terug naar Luxor waar Farao Utteric hen buitengewoon vijandig ontvangt. Hij blijkt paranoïde en vreest voor zijn troon. Bovendien is hij hebzuchtig en eist hij de gehele oorlogsbuit op. Taita en zijn medestrijders vluchten samen met Ramses, de tweede zoon van de overleden Farao Tamose. Ze varen naar Griekenland en besluiten alles in het werk te stellen de hardvochtige en geestelijk gestoorde Utteric van de troon te stoten. Ramses moet Farao worden.
Wilbur Smith (1933) heeft al 33 bestsellers op zijn naam staan sinds de succesvolle publicatie van zijn eerste roman Het goud van Natal. Zijn romans spelen zich vooral af in Egypte en Afrika, waar hij zelf lange tijd heeft gewoond.
Dit boek is het verslag van de strijd om de Egyptische troon en de romantische liefdesverhouding tussen Ramses en de beeldschone Serrena. Zij wordt door krijgsheren van farao Utteric gekidnapt. Terwijl deze niet alleen fraaie, maar ook uiterst vechtlustige dame in een concentratiekamp avant la lettre wordt vernederd, gemolesteerd en kaal geschoren, beramen Taita en zijn makkers een plan om Serrena te bevrijden. Als door trucs, intriges en een forse dosis goddelijk geluk het concentratiekamp wordt ingenomen, kan de strijd eerst goed losbarsten.
Daarbij passeren niet alleen de nodige veld- en zeeslagen, maar ook moeten Taita, Ramses en Serrena de strijd aanbinden met een mismaakte godenzoon. Deze heeft een vierwielige strijdwagen met de afmetingen van een hedendaagse tank. De wagen wordt voortgetrokken door eenhoorns zo groot als olifanten. Dit gedrocht, onkwetsbaar voor pijlen en speren, is de belangrijkste verdediger van Utteric en vooralsnog onverslaanbaar. Gelukkig heeft Taita contacten met andere goden die hem gunstig gezind zijn. Terwijl Serrena zich als afleidingsmanoeuvre aan het afzichtelijke monster naakt aanbiedt, zal Ramses proberen het met een toverpijl te raken. Daarna moet echter de waanzinnige Farao Utteric nog worden verdreven.
In deze Egyptische avonturenroman bevindt men zich in een antieke wereld waarin mensen en goden elkaar ontmoeten, terwijl het goede het altijd wint van het kwade.
Een mooi boek voor wie graag wegdroomt in een voorbije wereld.