Funda Müjde – Niemand vraagt meer waar ik vandaan kom (sinds ik in een rolstoel zit). ISBN 978-94-91921-27-8. 256 pagina’s, €17,95. Amsterdam: Jurgen Maas 2016.
Cabaretière blikt terug op jeugd en carrière met en zonder rolstoel.
Funda Müjde is zeven jaar als ze met moeder, broer en zusjes van Turkije naar Zaandam verhuist, waar haar vader dan al vier jaar woont. Het is 1969, arbeidsmigranten werden warm welkom geheten, hun gezinnen volgden na een paar jaar in hun kielzog. Funda, haar tweelingzusje Melda, broer Ali en zusje Nabiye worden vooruitstrevend opgevoed en hebben een heerlijke jeugd. Vader vond een goede schoolopleiding belangrijk. De kinderen worden ‘Hollands’, maar niet helemaal, want het heimwee naar het prachtige Turkije – ééns, als ze rijk waren gingen ze immers allemaal terug naar dat land – hing als een droeve sluier over haar moeder. Als Funda veel later cabaretière is zingt ze het lied dat begint met de woorden Ik weet niet waarom mijn moeder huilt…’, een weemoedige en mooie ode aan haar moeder en aan alle gastarbeiders die dachten dat ze terug zouden gaan.
Funda blijft. Iedereen blijft. De ouders werken. De kinderen gaan naar school. En nu, zoveel jaar later, schrijft Funda over die beginjaren van al die duizenden landgenoten. Funda’s vader kocht een kunstkerstboom, het gezin vierde Sinterklaas (St. Nicolaas was immers een Turk?) en de kinderen gingen naar de zondagsschool: Als u maar wel weet dat ze moslim blijven!
En zo dwalen we als lezer door vijftig jaar arbeidsmigratie, de periode waarin de auteur opgroeide en waarvan zij gretig deel uitmaakte. Welke beroepen zij ook had, ze maakte er een succes van. Funda Müjde is een echt ‘rolmodel’ voor een geslaagde Turkse vrouw in een Hollandse stad. Tot ze Istanbul bezoekt voor een korte reis. Een 18-jarige autorijder boort zich in de taxi waarin Funda zit. Zwaar gewond wordt zij afgevoerd.
Funda Müjde (1961) is actrice, schrijfster, cabaretière, columniste en presentatrice. Eerder werden haar columns uit de Telegraaf gebundeld in Algemeen Beschaafd Turks. Haar laatste voorstelling Funda draait door ging in december 2016 in première.
Dit boek is een soort trilogie. Op en af en om en om beschrijft Müjde over haar schooltijd, haar jeugd, de rol van haar ouders in de (Turkse) gemeenschap, over het heimwee van haar moeder die weliswaar analfabeet was, maar ‘een slimme analfabeet’.
Ze besteedt eveneens veel ruimte aan haar leven sinds het moment dat zij door het auto-ongeluk een dwarslaesie opliep. Openhartig vertelt ze hoe het was om opeens volkomen afhankelijk te zijn, voor zelfs de intiemste handelingen moet zij iemand hulp vragen. Haar vriend Ron vraagt haar telefonisch ten huwelijk als zij zwaargewond in het Turkse ziekenhuis ligt, zij trouwen ook samen, maar bij de dromen over het huwelijk denkt geen mens als eerste aan het feit dat een ander je een katheter aanlegt, je billen wast, al die dingen die een mens graag privé houdt. De liefde kan zo af en toe dan best eens in irritatie ontaarden.
Zoals ook Funda’s plan om met een aanpaste driewieler van Amsterdam naar Istanbul te fietsen – onder begeleiding van man en diens broer – mooi, maar lastig is. Het lukt, natuurlijk, wie Funda kent of al lezend keert kennen, weet dat het zal lukken. Maar het valt niet mee.
Funda schrijft meeslepend, goed, houdt de aandacht vast en wekt bewondering. Niet alleen omdat zij als een tijger vecht voor dat zelfstandige bestaan, maar ook omdat zij via de titel van het boek en passant laat zien dat die handicap niet land-gebonden is.
Een moedig boek. Een avonturenboek. Driedubbel en dwars geprezen.