Christiaan Weijts – Het valse seizoen. ISBN 978-90-295-0521-5, 454 pagina’s, € 23,99. Amsterdam: De Arbeiderspers 2016.
Gedreven door liefde, lust, eigen bloed en erfelijke belasting belanden getalenteerde musici op een cruise.
Een ontspoorde muziekcursus blijkt uiteindelijk de bron van de dramatische ontwikkelingen in deze roman. Er zijn drie hoofdpersonen: De violist Camiel, de altvioliste Nadège en de cellist Pablo. Zij meanderen als in een strijkkwartet langs en door elkaar heen. Voor de lezer comfortabel te volgen, want wie van de drie aan het woord is valt te zien aan de bijpassende muzieksleutel: De g-sleutel voor Camiel, de c-sleutel voor Nadège en de f-sleutel voor Pablo. Camiel is een ambitieuze violist in een gerenommeerd strijkkwartet, Nadège is altvioliste en begenadigd autodidact. Ze wordt wereldberoemd na een TV-optreden bij een Charlie Hebdo herdenking. Pablo is een bewonderd muziekpedagoog en componist van een beroemde strijkkwartetcompositie. Men wacht met smart op meer werk van hem.
Alle drie lopen ze in hun leven vast en treffen elkaar uiteindelijk op een replica van de Titanic die langs de Europese kusten vaart. Moet uitgerekend op een namaakschip hun artistiek bestaan zijn beslag krijgen?
Christiaan Weijts (1976) is columnist bij de NRC en De Groene Amsterdammer en schreef verschillende romans. Hij won verschillende prijzen, waaronder de BNG Nieuwe Literatuurprijs.
Dit is een buitengewoon rijke roman waarin principiële vragen over kunst en kitsch, waarheid en leugen, de macht van liefde en die van wellust als de opgewonden elementen van een thriller langskomen. De muziek is daarbij voortdurend spil en drijfveer van ieders handelen. De wereld leed schipbreuk, niet wij en ik zal blijven doorspelen op alle zinkende continenten. Kan muziek een oorlog winnen? Kan muziek een zinkend schip weer optillen? De vraag stellen is hem beantwoorden, maar desondanks spelen Camiel, Nadège en Pablo op alle kruispunten van de wereldgeschiedenis. Al was het maar met terugwerkende kracht in 1912. Niet alleen vergaat de Titanic en staat Europa vlak voor de Eerste Wereldoorlog, maar ook spelen zij als Titanicband de miljoenenhit van toen: Alexander’s Ragtimeband. De eerste grote danshit in vierkwartsmaat.
Men speelt aan de afgrond van het notenschrift. In 1917 zal de eerste jazzplaat worden geperst. De muziek gaat van notenschrift naar geluidsopname. Het is omineus dat Nadège geen noten kan lezen. Geheel gratuit zegt ze bij een repetitie van de Titanicband in het gezelschap van de klassieke musici dat de noten g in Alexander’s Ragtimeband meer staccato moeten hebben. Men negeert deze bijzondere opmerking want anders had toch wel iemand gecorrigeerd dat dit muzieknummer geen noten g kent die voor zo’n opmerking in aanmerking komen (wellicht de e, de a en de d; JtS).
Zo musiceert men op een nep-Titanic en zijn de rijke vertegenwoordigers van de westerse wereld doelwit van IS. Daarmee wordt het nog behoorlijk spannend en krijgt de lezer die is ingesteld op cultuur en kunst met deze klinkende roman veel waar voor zijn of haar geld.