Aron Brouwer en Marthijn Wouters – Willem van Oranje, de opportunistische Vader des Vaderlands. ISBN 978-90-4682-118-3. 240 pagina’s, €19,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2017.
Willem de Zwijger als onbetrouwbaar sujet.
Noem de naam van de Vader des Vaderlands, vraag naar ’s mans karaktereigenschappen en de superlatieven rollen vaak uit de mond van de ondervraagde. De doorsnee ondervraagde, die een verering voor het koningshuis paart aan een gebrek aan kennis over de feiten uit het leven van de Grote Zwijger. Willem van Oranje wordt beschouwd als voorvader van de leden van ons koningshuis. Dat alleen al is voor velen een pluspunt op zijn status.
Maar de lijst van heldendaden van de grote Zwijger blijkt gekleurd en bijgekleurd om dingen te verdoezelen waarop geen mens graag wil bogen. Want de benoemde voorvechter van tolerantie en gewetensvrijheid die streed tegen de Spaanse koning, was een regelrechte opportunist. Katholiek gedoopt en later door zijn moeder, die bevriend was met Luther, richting lutheranisme geduwd, zou hij zijn hele leven manoeuvreren tussen de geloven van zijn vrienden en vijanden van dat moment. Willem van Oranje beleed wat voordelig was, hij zou dat zijn leven lang volhouden. Een dergelijk opportunisme vertoonde hij ook op andere gebieden. Met die eigenschap verried hij vorsten, vrouwen en vrienden.
Dat tweesporenbeleid vergde een tactiek van grote behoedzaamheid. Maar dat was een eigenschap die Oranje meer paste dan de hem later toegedichte tolerantie en gewetensvrijheid. De prins organiseerde zo nodig volksoproeren. Hij zette zonder scrupules vruchtbaar land onder water waarna hij zich niets aantrok van de misoogsten en de hongersnoden die daarop volgden. Als de zaak uit de hand dreigde te lopen verscheen hij als redder. Hij wilde alleenheerser worden, tot elke prijs. Hoe hoog die prijs mocht zijn bewijst bijvoorbeeld zijn ingrijpen bij de slag van Haarlem, in 1573. Nadat de stedelingen Willem een noodbrief stuurden zond hij de graaf van Bronkhorst Batenburg om de stad te bevrijden. Het liep uit op een fiasco. De Haarlemmers moesten tweeduizend van Oranjes soldaten uitleveren aan de Spaanse bevelhebber Don Fadrique, die hen stuk voor stuk ombracht.
Typisch staaltje Oranje-pech waarover de meedogenloze Willem niet lang kon treuren.
Aron Brouwers (1991) en Marthijn Wouters (1993) zaten op het Murmellius Gymnasium in Alkmaar. Zij maakten samen het profielwerkstuk De vuile handen van Willem van Oranje. Dat leverde hen de KNAW Onderwijsprijs 2011, de Marie Lokeprijs 2012 en de prof. dr. Lechnerprijs op. De auteurs studeerden geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.
Aardig detail. Willem de Zwijger droeg zijn bijnaam niet omdat hij alleen zijn mond opendeed om wijsheden te debiteren. Hij werd op zijn twaalfde jaar voor vervolgonderwijs naar Brussel gestuurd, naar het hof van zijn tante Maria van Hongarije. In Brussel sprak men Frans en Willem had moeite met die taal. Omdat hij daardoor weinig sprak, kreeg hij de bijnaam De Zwijger. Later sprak hij de taal zo vloeiend dat hij zijn brieven tekende met Guillaume d’Orange.
De auteurs hebben talloze documenten nagespit en doorgevlooid, plus 13.000 brieven die Willem van Oranje zelf schreef of die aan hem waren gericht. Ook propagandateksten uit die tijd en politieke pamfletten van Oranje werden uitgefilterd.
Waarom is de Prins ooit tot volksheld uitgeroepen? Waren de tranen van zijn slachtoffers opgedroogd, de namen van de doden vergeten? Zoiets. Het ideaalbeeld van de Vader des Vaderlands is in de negentiende eeuw opgekomen, toen er behoefte was aan nationale helden. Dat heldendom van Willem de Zwijger is een eigen leven gaan leiden. ‘Larger than life’, dat is de prins nu, maar dat was hij niet, schetsen de beide auteurs.
Wie geïnteresseerd is in vaderlandse geschiedenis zal dit boek met grote interesse lezen. Het is boeiend, goed geschreven en bevat veel opmerkelijke feiten en conclusies.
Voor echte Oranjeklanten is dit boek misschien even schrikken. Dat kan geen kwaad. Ook oranjebitter laat zich heel goed smaken.