Maarten van Heems – Hallo mijn slaaf, alles goed? Berichten uit Mali, een opgewekt land in crisis. ISBN 978-94-92037-48-0. 224 pagina’s, €17,50. Amsterdam: Brandt 2016.
‘Witmens’ fietst door Mali, reisadvies code rood.
Als Maarten van Heems’ vrouw voor twee jaar op de Nederlandse ambassade in Bamako (Mali) gaat werken, gaat haar echtgenoot mee als membre de la famille. Hij zal van daaruit zijn werk voor Nederlandse opdrachtgevers voortzetten en gaat aan het werk voor RAIN, een NGO (non gouvernementele organisatie) op het gebied van water.
Mali begroet ons met een zwerm insecten. Van Heems had bij aankomst geen ontvangstcomité verwacht, maar het is er toch. De insecten storten zich met duizenden tegelijk op de reizigers en de douaniers op de luchthaven van Bamako. Welkom in Afrika.
Van Heems recht de rug en begint aan zijn nieuwe leven. In een land dat doodarm is, in diepe crisis verkeert, doelwit van terroristische aanslagen is en buitenlandse militairen nodig heeft om de rust enigszins te bewaren. Maar ook een land waarvan de mensen hoffelijk zijn, goedlachs, plagerig. ‘Hallo mijn slaaf, alles goed?’ is geen ongebruikelijke begroeting, hoewel de slavernij ook hier natuurlijk al lang is afgeschaft’, schrijft Van Heems.
Aangenaam voor de fanatieke wielrenner Van Heems is dat ook de Malinezen van wielrennen houden. Al verbazen ze zich over een toebab (witmens) op een fiets – want wie fietst er nu als hij kan autorijden – op een gegeven moment is het toch zo ver dat Maarten zich een plaats verovert in het wielerpeloton. Liefst zouden de Malinezen op internationaal niveau met wielrennen gaan meetellen. Maar het ontbreekt ze aan racefietsen om te trainen. Waarop Maarten meteen bedenkt dat er in Nederland vast mensen zijn met een tweedehands exemplaar dat hij voor een koopje zou kunnen kopen… en dan… Een droom vooralsnog.
Maarten van Heems (1979) is partner bij BKB en fervent wielrenner. Hij werkte aan campagnes voor onder meer de KNVB, het ministerie van SZW en Junkie XL. Hij geeft communicatietrainingen en werkte voor RAIN.
Het reisadvies voor Mali hangt tussen oranje en rood, tussen gevaarlijk en zeer gevaarlijk. Maar Maarten en zijn vrouw Marleen doen toch pogingen het land en de omliggende gebieden te doorkruisen. Want als Nederland gelden voor ontwikkelingswerk stort is het zaak te bekijken waaraan dat geld besteed wordt. Nederland wordt door de Malinezen ‘zwembad vol melk’ genoemd om aan te geven hoe rijk ons land is. De naam ‘Mali’ betekent nijlpaard. Daarmee is dit land het enige ter wereld met een dierennaam.
Van Heems ontvangt twee nichtjes van zeven en tien, hun koffers vol spulletjes voor de ‘arme kinderen’. De meisjes lopen wat verdwaasd rond want de kinderen zíjn niet arm. Ze lachen toch? Ze zien niet dat veel kinderen rood haar hebben van de ondervoeding, weten niet hoe hoog het sterftecijfer onder kinderen is omdat ze niet worden ingeënt… Wat is armoede? Hoe leg je dat uit?
Dit boek waarin humor, vrolijk cynisme, liefde voor mensen en land en begrip voor de avonturiers die richting Europa trekken de toon voeren, is het lezen zeker waard. Het is geen sociologisch verslag, geen cijferboek, geen verbale begripkwekerij, maar is een waarheidsgetrouw verhaal over Malinezen die voor onze ogen gaan leven.
Dit is een boek over een land met een toekomst. Maar hulp van buitenaf is niet genoeg. Net als bij water helpt een dam maar even, waarschuwt Van Heems. Pas wanneer het welvaartverschil tussen landen als Nederland en Mali minder wordt dan een factor vijfenzeventig kan dit land op eigen benen staan.
Buitengewoon boeiende inkijk in het dagelijks leven van een hier vrijwel onbekend land.