Jan van Mersbergen – Een echte Vermeer. ISBN 978-94-026-0127-5. 183 pagina’s, €18,95. Tiel: Aerial Media Company 2016.
Jólanka vertelt het verhaal van de man die vocht voor erkenning.
Je weet niks, je bent niks, je kan niks. Met die woorden werd de jonge Han van Meegeren grootgebracht. Toen hij talent voor schilderen had en van de kunst zijn beroep maakte, klonken die woorden altijd als een echo in zijn hoofd. Zijn vrouw Anna troostte hem bijna moederlijk: het was toch mooi was hij maakte? Geen woorden die het vuur bij hem deden ontbranden. Hij bewonderde de Italiaanse schilder Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610), een van de grootsen uit de Barok en schilderde een Madonna met kind, één van diens geliefde onderwerpen. In 1924 won hij prompt een prijs voor dat doek. Op de avond van de prijsuitreiking ontmoette hij niet alleen de invloedrijke kunstcriticus Bram Bredius, die hem de prijs overhandigde, maar ook diens vrouw, de actrice Jólanka Lakatos. Zij ging later voor hem poseren, werd zijn muze. Zij vertelt dit verhaal.
Van Meegeren wordt benaderd door Theo, zijn impresario. Hij belt hem dat hij een Frans Hals in huis heeft, de beroemde Malle Babbe. Of Han wil komen kijken. Het schilderij moet worden schoongemaakt en gerestaureerd, wil Han dat doen? Het doek blijkt een vervalsing te zijn. Maar Van Meegeren vindt een manier om verf eeuwenoud te doen lijken. En dat is het begin van zijn eerste ‘Vermeer’: De Emmaüsgangers. Met dat schilderij laat hij zien dat hij, de man die ‘niks kan’, even goed kan schilderen als Vermeer. Na de onthulling, neemt hij zich voor, zal hij het doek vernietigen. Maar zo ver komt het niet. En dat is het begin van Van Meegerens geheime leven als meestervervalser.
Jan van Mersbergen (1971) heeft een indrukwekkend oeuvre op zijn naam staan en kreeg diverse prijzen. Zijn werk is in negen landen vertaald. Hij schreef dit boek gebaseerd op het filmscript en voegde als extra perspectief toe dat Van Meegeren zijn muze vond in de echtgenote van Bredius.
Jólanka is op diverse schilderijen van Van Meegeren te zien. Haar gezicht is het gezicht van Jezus op de Emmaüsgangers. Zij verliet haar man en trouwde met Van Meegeren. In de oorlog speelde deze een bedenkelijke rol door zijn werk als ‘echt’ voor veel geld aan de nazi’s te verkopen. Toen hij na de oorlog voor deze collaboratie werd opgepakt, en in de rechtbank verklaarde dat hij de ‘Vermeers’ en andere beroemde werken zelf had geschilderd, werd hij aanvankelijk niet geloofd. Jólanka getuigde voor hem.
Jólanka worstelde met de rol die de man die zij liefhad speelde. Toch bleef zij aan zijn zijde. De auteur heeft zich prachtig ingeleefd in de emoties van deze vrouw, maar ook in de eeuwige onzekerheid die Han van Meegeren ertoe bracht op verwerpelijke wijze toch erkenning te zoeken.
Het verhaal gaat over echt en vals, over erkenning en bedrog, over zekerheid en onzekerheid.
Maar zoals Van Meegeren nieuwe ‘Vermeers’ bedenkt is ook de rol van Jólanka bedacht. De auteur heeft via Jólanka gezocht naar de motieven van de schilder. Daarmee heeft hij echt en vals ingenieus verweven.
Deze ‘echte Vermeer’ is een ‘echte Van Mersbergen’.