Pamela Moore – Bonbons als ontbijt . Vertaald uit het Engels (Chocolates fot Breakfast) door Gerda Baardman en Theo Schoenmaker. IUSBN 978-94-91363-69-6, 301 pagina’s, €19,95. Amsterdam: Gibbon Uitgeefagentschap 2016.
Amerikaanse Bonjour Tristesse uit 1956.
De 15-jarige Courtney zit op een keurige meisjeskostschool. Lezen en schrijven zijn haar passies, om haar leeftijdgenoten geeft ze niet veel. Ze is stapeldol op haar jonge lerares, juffrouw Rosen, met wie ze over boeken kan praten. Als die haar op een dag vertelt dat ze niet meer op bezoek mag komen omdat de schoolleiding dat verboden heeft, is Courtney zo van slag, dat ze lijdt aan liefdesverdriet. Ze wordt depressief. Zelfs haar enige vriendin en kamergenoot Janet kan haar niet meer helpen. Haar ouders zijn gescheiden. Vader is een succesvolle uitgever in New York, moeder Sondra een zwaar drinkende actrice die nergens meer aan bod komt. Moeder haalt haar verdrietige dochter van school. Ze zal bij haar vakantie vieren en dan naar een andere kostschool gaan.
Courtney vertrekt naar Hollywoord, naar haar moeder. En daar wordt ze als 15-jarige onmiddellijk ondergedompeld in een wereld van drank en party’s. Ze besluit daaraan mee te gaan doen, ze moet maar eens volwassen worden. Niet lang na haar kennismaking met alcohol en tabak – ontbijten met wodka of champagne – geeft ze zich ook over aan seks en orgieën, die in Sondra’s wereld onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Courtney leert wat namaakliefde is, wat drank doet, wat geldgebrek betekent en hoe je wordt bekeken als de roem gaat tanen. Er is al spoedig weinig over van het frisse onschuldige 15-jarige meisje dat zo dol op literatuur was. Een logeerpartij bij Janet trekt haar nog verder de diepte in. Langzamerhand wordt Courtney depressief: is dít het ware leven?
Pamela Moore (1937-1964) schreef deze coming-of-age-roman toen ze zeventien was. Het boek verscheen twee jaar na het vergelijkbare boek Bonjour Tristesse van Francoise Sagan. Het werd er ook mee vergeleken. Moores boek werd een internationale bestseller. Ze schreef nog een paar andere boeken die door de uitgever geweigerd werden of amper verkocht. De schrijfster leed aan manische depressiviteit en pleegde zelfmoord toen ze 27 was.
Het verhaal van Courtney was – net als in Bonjour Tristesse – een beschrijving van het leven dat de schrijfster leefde binnen de wereld van de jetset. Courtney verzet zich er tegen, maar ze drijft af als een bloem in de rivier, wordt tijdelijk opgenomen, maar lijkt nauwelijks nog te redden. Als Janet uit een flat haar dood tegemoet springt is Courtney haar enige bondgenoot kwijt.
Het is bijna niet te geloven dat dit boek is geschreven door een zeventienjarige. De ironie klinkt als een mokerslag door diverse scènes heen. Treurig is Courtney’s conclusie na een tijd in het wilde leven: Alles verandert in lelijkheid, alles lijkt zo grimmig en concreet. De dode bladeren vallen in het zwembad en het enige wat ik wil is daarvoor weglopen. Als je als zeventienjarige het leven zo tegemoet ziet is er weinig vreugde over.
Achterin het boek staan twee artikelen. Eén uit 1997 over het leven van Pamela Moore en één Over het boek. In de Kamer ernaast geschreven door Pamela’s zoon Kevin Kanarek die als baby van negen maanden lag te slapen toen zijn moeder zich in de kamer ernaast een kogel door het hoofd schoot. Kevin is op zoek gegaan naar de moeder die hij nooit gekend heeft.
Een intrigerend boek. De gelijkenis met Sagan is onontkoombaar. In de jaren dat deze boeken uitkwamen werd er wel verzucht dat het onvoorstelbaar was. Tot voor kort was het schokkend als tienermeisjes zulke boeken lazen, nu schrijven zij ze zelf!
Een knap en opmerkelijk boek, met vlijmscherpe pen geschreven.