Anne-Laure Van Neer – Maurice. ISBN 978-94-6242-061-8. 297 pagina’s, € 9,95. Westerlo (B): Kramat.
Killer tegen wil en dank.
De 65-jarige Maurice is een seriemoordenaar. Niet omdat hij dat prettig vindt, niet omdat hij verslaafd is aan moorden, maar omdat hij moet moorden uit een heilige opdracht. Eens toen hij als kind voor de zoveelste keer door zijn heerszuchtige en zwaar drinkende vader in elkaar geslagen was en tot God bad om hulp, bleef die hulp achterwege. Daaruit had hij geconcludeerd dat de hemelse vader vond dat hij zelf zijn zaken moest regelen. Dat was zijn opdracht in het leven. Hij had, toen hij ouder en  sterker was, zijn vader in de put geduwd en, nadat de man verdronken was, het deksel erop gedaan. Probleem opgelost. Ook zijn moeder was hem dankbaar geweest. Vanaf die tijd ziet Maurice het als zijn taak Alfa-mannetjes te vermoorden. Alfa’s waren bumperklevers, BMW-rijders, machtswellustelingen die altijd bezig waren Omega’s kapot te maken. Mensen zoals ook zijn vader was geweest, zonder wie de wereld een stuk beter geworden was. Zonder machtsmisbruik geen slachtoffers. De Alfa’s moeten dood.
Maar zijn moeder vraagt hem op haar sterfbed op te houden met moorden. Hij is nog nooit gepakt, mede doordat zij hem altijd dekt. Nu zij sterft moet Maurice stoppen. Hij vraagt haar toestemming voor één laatste moord, en wel op Simone, zijn tweede vrouw die Alfa-trekken heeft ontwikkeld en daarbij ook nog continu zo zwaar ademt dat hij er bijna gek van wordt. Moeder gaat akkoord. Maar dan komt Maurice’s dochter en prinsesje Alexandra met een nieuwe vriend: Lorenzo een uitgesproken hufter, het prototype van een Alfa. Wat nu?
Van Neer is een schrijfster van de misdaadroman van het wat tragere tempo, haar verhalen doen het zonder de elektronica en speurtechnieken die de hedendaagse recherche ten dienst staan. Dat geeft haar boek een bedaard karakter. Bij Justine – de oude dame uit dit debuut figureert nog als bovenbuurvrouw in dit boek – noemde ik het traag, nu ben ik om en beschouw ik het als een typerende eigenschap voor deze auteur. Het leest in elk geval lekker ontspannen.
Terug naar Maurice. Hij gaat naar een psychiater. Niet alleen omdat hij zijn verwenste schoonzoon in spe de praktijk binnen ziet gaan, maar ook om van het moorden af te komen en daarmee de belofte aan zijn overleden moeder in te lossen. De psychiater luistert ontzet naar deze patiënt die zichzelf beschouwt als ‘Verlosser van het Kwade’, een soort opvolger van Jezus die immers ook in opdracht van God de wereld van het kwaad moest bevrijden. En doet hij, Maurice, niet hetzelfde als hij de Alfa’s doodt? Toch treedt de psych niet kordaat op, hij wordt immers gebonden door zijn zwijgplicht? Of heeft hij andere redenen om te handelen zoals hij doet?
Uiteraard ga ik u niet vertellen of Simone en Lorenzo al dan niet de wereld verlaten, of psychiater De Praeter Maurice van het moordenaarspad af helpt. Evenmin komt u van mij te weten of Maurice zijn goddelijke opdracht teruggeeft aan zijn heer. Zeker is wel dat het verhaal niet zonder omwegen en verrassende wendingen tot een eind wordt gebracht.
Het thema van Maurice is even origineel als dat van Van Neers debuutroman. Bepaald geen variatie op de zoveelste thriller. De auteur heeft mijn hart gewonnen.
Ouderwets en geestig misdaadverhaal. Met veel genoegen gelezen.