Jens Henrik Jensen – Bevroren vlammen. Vertaald uit het Deens (De flosne flammer) door Corry van Bree. ISBN 978-94-005-0831-6, 496 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: A.W. Bruna 2017.
Geheime elite ontziet niemand om hun macht te handhaven. Slachtoffers nemen de strijd op om het imperium ten val te brengen.
Na De Hondenmoorden en De schaduwmannen wordt de Oxen-trilogie gecompleteerd met dit laatste deel. Het geheime Deense genootschap Danehof heeft zijn belangrijkste vijanden vernietigd. Het gaat om een dubieus industrieel consortium dat nu vrijwel de handen vrij heeft om naar eigen goeddunken te handelen. De Deense rechtstaat lijkt zo langzamerhand beschouwd te moeten worden als de grote verliezer.
Niels Oxen, de hoogst onderscheiden soldaat in het Deens leger wordt valselijk beschuldigd van moord en tevens geplaagd door psychische problemen. De felle agent Margrethe Franck is maatschappelijk uitgeschakeld en wordt fysiek beperkt omdat zij haar rechterbeen gedeeltelijk heeft moeten missen. Maar in tijden van hoge nooddruft putten zij toch weer moed om samen met hun vroegere politiechef Axel Mossman alles in de strijd te gooien om Denemarken te bevrijden van het juk van het criminele genootschap Danehof.
Om tegen dit syndicaat op te kunnen, moeten ze allerlei geharde vechtjassen buiten gevecht stellen of zelfs de dood in jagen. Zowel soldaat Oxen als agent Franck weten daarbij van wanten.
Daarnaast moeten door research en intelligence de zwakke plekken van Danehof onderzocht worden. Vooral het onderzoek dat Franck in Spanje uitvoert is een spannend onderdeel van de strijd tegen enkele oude Deense families die het geweldsmonopolie graag in eigen hand houden. Stapje voor stapje wint de gerechtigheid terrein. Bevroren vlammen is het telefonische wachtwoord bij hun communicatie.
Jens Henrik Jensen (1963) is reizend journalist en schrijft goed gedocumenteerde misdaadromans.
Hoewel dit boek als laatste deel van een trilogie zelfstandig kan worden gelezen, krijgt de lezer wel het gevoel qua empathie voor de hoofdpersonen een achterstand te hebben als men de eerste twee delen niet kent. Zowel Oxen als Franck nemen in dit derde deel een verleden mee waaraan heel regelmatig wordt gerefereerd. Omdat de schrijver zich hiervan ongetwijfeld bewust van zal zijn geweest worden tal van bladzijden besteed aan uitleg, wat de vaart van de vertelling niet ten goede komt.
Zeker, er zijn passages genoeg waarin de actie ervan afspat, maar ook treft men menig gedeelte waarin de dramatis personae weer eens rustig c.q. onrustig om de tafel zitten om alle aspecten van de te voeren strijd te bespreken. Het maakt het verhaal weliswaar gedegen en onderbouwd, maar een thriller moet natuurlijk niet te beschouwelijk worden.
Voor de liefhebber van een avonturenroman met een gedegen Deense lokale kleur erg onderhoudend. Maar misschien moet diezelfde liefhebber toch maar beginnen met het eerste deel van deze trilogie.