Willem Anker – Buys. Een grensroman. Vertaald uit het Afrikaans (Buys: ’n Grensroman) door Karina van Santen en Rob van der Veer. ISBN 978-90-5759-841-8, 502 pagina’s, € 25,00. Amsterdam: Podium 2017.
Het levensverhaal van een geduchte vrijbuiter in het Zuid-Afrika rond 1800.
Deze historische schelmenroman is gebaseerd op het leven van Coenraad de Buys, de gevaarlijkste man in de Kaapkolonie, een reus van zeven voet (210 cm). Buys begon al heel jong met zwerven, meestal aan de grenzen of daar net over. Hij zou dat zijn hele leven volhouden. Nimmer erkende hij een autoriteit of enige regel. Voortdurend was hij aan het vechten, jagen of vrouwen veroveren. Steeds trok hij verder en begon opnieuw met het bouwen van een huis en het houden van vee. In de loop van de tijd kreeg hij vier echtgenotes, allemaal gekleurd. Daarnaast pakte hij elk beschikbaar meisje of vrouw als oorlogsbuit of als geschenk. Zijn grootste vrienden waren een koning van de Xhosa’s (Kaffers) Ngqika en de Nederlandse zendeling Van der Kemp.
Willem Anker (1979) is een Zuid-Afrikaanse schrijver. Hij is ook docent creatief schrijven aan de Stellenbosch Universiteit. Hij schreef theaterteksten en de roman Siegfried. Als voor- bereiding voor de hier besproken roman deed hij twee jaar research, een beurs maakte dit mogelijk. Zijn studie betrof de legendarische rebel Coenraad de Buys die leefde van 1761 tot 1821 (?). De in 2014 uitgekomen roman werd in zijn vaderland een groot succes en bekroond met de Hertzogprijs, de belangrijkste Zuid-Afrikaanse literatuurprijs.
De roman kent grotendeels een chronologische volgorde, tenminste als de ik-figuur Buys aan het woord is. Er zijn vier delen, aangeduid met jaartallen. Naast de ik-figuur is er  de alleswetende verteller die met ‘alom-Buys’ of ‘alom-ik’ wordt aangeduid. Bij de ‘alom-Buys’ gaat het zowel over vroeger, later en over nu. Eigenlijk is dan ook de onderzoeker aan het woord die de kennis die we nu bezitten over Coenraad de Buys gebruikt en tevens vertelt over de latere geschiedenis van Zuid-Afrika. De perspectiefwisselingen komen vaak voor en werken soms verwarrend. Dit is geen doorlopend verhaal dat je achter elkaar uitleest. Soms is het ook pure geschiedenis met feiten, jaartallen en veel namen.
Het boek is niet geschikt voor al te tere zielen. Met Buys hebben we te maken met een keiharde man zonder enig geweten. Kaffers, Bosjesmannen, Hottentotten en iedereen die hem in de weg staat wordt onverbiddelijk doodgeschoten. Als hij bijvoorbeeld een vrouw wil bemachtigen, wordt deze bij haar familie weggehaald, meestal met geweld. Ook de jachtverhalen zijn niet verheffend. De olifantenjacht was zijn grootste inkomensbron. Deze gewelddadige reus leek zelf wel onkwetsbaar. Hij liet zich niet gevangennemen door zijn vijanden of door de koloniale overheid. Wel werd hij in gevechten vaak gewond, maar hij overleefde alles.
Buys was behalve een jager, vechtersbaas en plunderaar ook een liefhebber van seks. Hij deed aan veelwijverij. In de loop van de tijd had hij vier echtgenotes, maar daarnaast bevruchtte hij talloze vrouwen. Zijn nakomelingen moeten ontelbaar geweest zijn. Het devies van Buys was Je pakt wat je kunt, zolang je kunt. In het binnenland van Zuid-Afrika leefde hij zonder wetten en regels, terwijl die aan de Kaap, bij de kolonisten wel golden. Daar was men volkomen geciviliseerd.
Op een wonderlijke manier had Buys iets met het geloof. Dat blijkt uit een gedeelte dat hij aan tafel uit de Bijbel leest. Het is op het moment dat hij thuiskomt met een nieuwe vrouw. Hij heeft Nombini geroofd van een kafferkoning. Daarvoor had hij enkele kaffers moeten doden. Om zich te rechtvaardigen voor een bijvrouw leest hij uit de Bijbel over Abraham. En Abraham voer voort en nam een vrouw, wier naam was Ketura. En zij baarde hem Zimra en Joksan, en Medan en Midian, en Jisbak en Suah. Ze werd zijn tweede echtgenote.
Honden nemen een belangrijke plaats in. Op de omslag van de Zuid-Afrikaanse uitgave staan ze afgebeeld. Het gaat om wolfachtige wilde honden die er zeer gevaarlijk uitzien. In het begin heeft de jonge Buys een hevig gevecht met een aantal honden die de schapen doodbijten. Hij schakelt er een paar uit en met de roedelleider heeft hij een lijf aan lijf gevecht. Hij bijt een oor af van deze hond. Die erkent hem voortaan als roedelleider. Voortdurend volgen de honden hem. Soms vertonen ze zich en ’s nachts lichten hun ogen op. Ze vormen tegelijkertijd een bescherming en een bedreiging, het kwade en de onherroepelijke dood.
Willem Anker schreef een bewonderenswaardig modern epos. Het bijzonder is dat hij Buys volkomen objectief beschrijft: geen bewondering, geen afkeuring. Hij laat de feiten voor zichzelf spreken. De schrijver is zeker geen moralist. Het taalgebruik is zeer gevarieerd. Vaak gaat het om ruige taal, maar die past bij de vaak ruige personages. Daarnaast zijn er ook prachtige beschrijvingen van het landschap. Ondanks de soms verwarrende opbouw leest het boek als een trein.
Een indrukwekkend boek over het ontstaan van de Kaapkolonie.