Peter Andriesse – Zuster Belinda en het geheime leven van dokter Dushkind. ISBN 978-94-633-8134-5, 222 pagina’s, € 16,95. Soesterberg: Aspekt 2017.
Enigszins ranzige parodie op de verpleegstersromans uit de jaren zestig.
Leerling-verpleegster Belinda Vinken verruilt de provincie voor Amsterdam om daar in een ziekenhuis te gaan werken. Ze valt niet alleen als een blok voor de knappe en ambitieuze chirurg dr. Dushkind, maar krijgt ook warme gevoelens voor haar leeftijdsgenoot Geert Wolfmann, die op een verzekeringskantoor werkt en in zijn vrije tijd verhalen en gedichten schrijft. Als dr. Dushkind Belinda toch nog vrij onverwacht ontmaagd (M’n pantalon is helemaal verpest) legt zuster Stella uit wat er van haar verwacht wordt: Het hoort nu eenmaal bij ons vak: het dienen der mensheid, niet alleen de patiënten, maar ook de artsen. Ze hebben een zwaar bestaan en een verpleegster kan daar zo nu en dan eens wat verlichting in brengen. Dat is onze taak en je zult merken dat die taak op den duur geen belasting meer is, ze kan zelfs een bron van intens genot worden.
Belinda neemt de raad van Stella ter harte en geeft zich volledig over aan ‘haar roeping’ en aan Stella zelf. Ineen sprong Stella overeind, knielde tussen Belinda’s roomblanke dijen en duwde haar hoofd tegen Belinda haar blond omrankte eigenheidje.
Sinds die tijd gaf ze zich volledig over aan haar roeping, eerst nog wat onwennig, maar allengs met meer plezier. Ze gilde niet meer als ze plotseling een kamer werd binnengetrokken, blijmoedig vervulde ze haar taak… Ze had het afgeleerd tijdens haar werkuren nog een onderbroekje te dragen, dat was toch slechts een lastig obstakel tijdens het vervullen van haar plichten.
Belinda neemt afstand van Geert. Alles gaat zo een tijdje door totdat dr. Stuyvesant zich ermee bemoeit en ze zwanger blijkt te zijn.
Peter Andriesse (1941) studeerde psychologie en was tekstschrijver en journalist. Hij schreef een aantal verhalen. Dit boek was zijn eerste roman, het werd door velen als een soort cultboek gezien, ‘vol humor en spannende seks’. Het boek is kennelijk één op één herdrukt, want de spelling wijkt af van wat tegenwoordig gangbaar is.
De humor blijkt onder meer uit de naamgeving van de verschillende artsen: naast dr. Dushkind (die ooit een romance had beleefd met de Amerikaanse hartspecialiste Miss Blanche) en dr. Stuyvesant zijn er onder meer dokter Bastos, dokter Mantano, dr. Winfield en dr. Gladstone en de assistenten Samson en Drum.
En dan was er ook nog zuster Van Nelle, de ‘vreselijke weduwe’. De namen van de patiënten lijken ’toevallig’ op die van bekende schrijvers uit die tijd, zoals de oude heer Puddingh, meneer Wolters (schrijver van Turkse bloemen), de volksjongen Jan Kremers en meneer Marsman.
Deze parodie op voormalige schrijvers en sigarettenmerken doet nu wat gedateerd aan. Van de vrolijke erotiek moet je houden, maar daar is op zichzelf niets mis mee. Maar daar blijft het niet bij. Er is in dit boek ook sprake van pedofilie, incest en seks met dieren, hoe luchtig beschreven ook en dan verder nog de toen en nu verwerpelijke necrofilie. Het is moeilijk te achterhalen hoe men hier destijds over dacht, maar anno 2017 vind ik dit niet kunnen.
Soms grappig, maar vaak gedateerd en bij vlagen verwerpelijk.