Adinda Akkermans & Roos Menkhorst – Bibeb. Biechtmoeder van Nederland. ISBN 978-90-2140-655-8. 139 pagina’s, €17,99. Amsterdam: Querido Fosfor 2017.
Bibeb, een interviewer die je opvrat.
Op 15 juni 1914 werd in Sloten Elisabeth Maria Soutberg geboren. Ze was de oudste van vier kinderen. Ze kon als kleuter haar naam ‘Elisabeth’ niet uitspreken, verbasterde hem tot ‘Bibeb’, maar noemde zich later Beppie. De bron van haar vreemde naam Bibeb ligt dus al in haar jeugd. In haar laatste hbs-jaar – ze is dan 19 – begint ze te schrijven voor het Haarlems Dagblad. Daar leert ze haar eerste man Walther Schaper kennen, verslaggever bij die krant. Als hij naar Sumatra vertrekt reist ze hem achterna. Ze trouwen, zoon Wouter wordt geboren, maar de beide journalisten werken door, bezeten door hun vak. Als de Japanners binnenvallen komt Bibeb met haar zoontje in een kamp terecht. Ze zal er later maar sporadisch over schrijven. Terug in Nederland schrijft ze voor het Haagsch Dagblad, een editie van Het Parool. Langzaam maar zeker ontwikkelt ze in haar vraaggesprekken haar kenmerkende persoonlijke stijl waarmee ze later zo bekend wordt.
Citaat: Ze interviewt Elisabeth Bergner, een bekende Duitse actrice, na afloop van een toneelvoorstelling in haar kleedkamer. De eerste zinnen: ‘U vraagt te intieme dingen,’ zegt Elisabeth Bergner. ‘Dat zijn geheimen van het hart.’ Ze kijkt mij aan met ogen die me ineens kil maken van angst.’ Even verder noteert Bibeb: ‘Nu staat ze op en pakt m’n hand. ‘Dit is geen interview,’ fluistert ze. ‘Dit is speuren naar m’n ziel.’
Een lang citaat, maar dat was nodig. Want dat ‘speuren naar de ziel’ was nu juist wat Bibeb kenmerkte. Wie ze ook interviewde, ze peurde en groef, ze vroeg en ze spitte, net zo lang tot ze de desbetreffende persoon uitspraken ontlokte die hij (of zij) later wellicht betreuren zou, maar die haar verhaal de brille gaven waarom Bibeb bekend stond.
De auteurs vroegen zich af hoe het mogelijk was dat mensen zich zo bloot gaven aan Bibeb. Hoe deed ze dat? Wat vroeg ze? Wat was haar stijl? Lag het aan haar persoonlijkheid of aan haar talent om mensen te doorgronden? Ze besloten het te gaan vragen aan een aantal geïnterviewden, deden een oproep en waren verbaasd over de bijna gretige respons. Eén der eersten die belde was Ruud Lubbers: ‘Ik vertel graag over Bibeb, hebt u een pennetje bij de hand? Noteert u maar. Ik kende Bibeb vrij goed, het was een aangenaam iemand. Ik ben vrouwvriendelijk, zal ik maar zeggen.’ Hij was verbaasd als hij haar geboortejaar hoort. ‘Uit 1914 zeg je? Ik ben uit 1939. Maar dan moet ze al zestig zijn geweest tijdens het interview!’
Adinda Akkermans (1983) studeerde sociologie en journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Ze schrijft onder meer voor NRC Handelsblad en nrc.next. Ze was co-auteur van Ministerraad op vrijdag. Evenals haar medeauteur is ze werkzaam voor het journalistencollectief Bureau Boven. Roos Menkhorst (1984) studeerde cultuurwetenschappen en journalistiek aan de UvA. Ze schrijft sinds 2009 voor Trouw en werkt aan onderzoeksprojecten voor De Groene Amsterdammer.
Even terug naar Ruud Lubbers, die ‘Bibeb vrij goed kende’. Pratend met de geïnterviewden ontdekten de auteurs dat dat ‘kennen’ zeer betrekkelijk was. Níemand kende Bibeb. Zelfs heel goede vriend en schilder Herman Gordijn valt al pratend stil. Zijn woorden over Bibeb klinken liefdevol, ze koesterden een ‘langdurige vriendschap’, maar wat wist hij nu eigenlijk van haar? Bibeb bleek zelfs naar vrienden zeer gesloten over zichzelf. Dat zwijgen over zichzelf was haar door Vrij Nederland opgelegd en werd daarmee een bewuste strategie.. Zelfs Gordijn wist haar echte voornaam niet, iedereen noemde haar Bibeb. Bibeb was haar tweede wezen, dat Elisabeth overheerste.
Het vrij dunne boek over de vrouw die het interviewen tot kunst verheven heeft en die voor talloze beginnende journalisten HET grote voorbeeld was, is completer dan je zou verwachten. Iedereen die wilde meetellen, wilde door haar geïnterviewd worden. En als Bibeb dan kwam, vrat ze je op, twaalf uur lang, dagen lang, pratend, luisterend vooral. Ze bouwde bijna een liefdesrelatie op met degene die zij interviewde. Maar als het verhaal geschreven was, was de liefde voorbij. Liefde zolang het lonend was, intiem zijn om den brode.
Ik heb dit boek gefascineerd gelezen. De auteurs hebben een tip opgelicht van de sluier die Bibeb geheimzinnig omhulde. Niets dan lof!