Pieter Aspe & Koen Strobbe – Blankenberge Blues. ISBN 978-90-223-3350-1, 320 pagina’s, € 21,99. Brussel: Uitgeverij Manteau / Aspe 2017.
Op een nacht spoelt voor de kust van Blankenberge een potvis aan. Enkele inwoners zien de in de darmen van het beest de oplossing van hun financiële problemen gloren.
Alain drijft een krantenkiosk en heeft een relatie met Betty, de eigenaresse van het zieltogende hotel Bellevue in Blankenberge. Zij woont daar als alleenstaande moeder met haar dochter Babs. Samen drijven ze het hotel en Alain doet soms klusjes.
Er zijn in het hotel twee vaste gasten. Peggy, een zwemster die traint om het Kanaal over te zwemmen en Viktor Borkelmans die bezig aan zijn tweede roman maar last heeft van een writers block.
Alain loopt als hobby ’s avonds met een metaaldetector over het strand. Het is stil, want het seizoen is voorbij. Plotseling slaat een golf over hem heen. Hij glijdt uit en weer op de been blijkt dat naast hem een enorme potvis op het strand is gekwakt. Alain weet dat in de darmen van een potvis het kostbare ambergris is te vinden. Dat is een wasachtig product waarvoor de parfumindustrie bereid is veel geld te betalen.
Hij waarschuwt zijn oom Herman, een slager in ruste die samen met zijn vrouw Magalie een appartement in Blankenberge bewoont. Herman zou met zijn slagersmessen toch in staat moeten zijn de ambergris uit de potvis te snijden?
Hoewel Herman en Alain weten dat het volslagen illegaal is om zomaar een aangespoelde potvis te villen beginnen beide mannen aan het bloederige karwei. Het wordt een lange nacht waarin Magalie, Betty, Babs, Peggy en Viktor de één na de ander bij de operatie betrokken worden.
Het aan stukken snijden van de grote vis, de zoektocht in de darmen naar het kostbare ambergris dat volgens Alain wel een miljoen euro waard is en het transport naar een goede bewaarplek is waanzinnig hilarisch beschreven en vormt een prachtige opmaat naar een thriller die soms heerlijk spannend is en soms ontwapenend vrolijk uitpakt. Het vinden van de ambergris is namelijk één ding, maar het verkopen aan een uiteraard criminele belangstellende is toch iets anders.
Het schrijversduo Pieter Aspe (1953) auteur van vele geslaagde politieromans en wijnbouwer Koen Strobbe (1965) is erin geslaagd een buitengewoon onderhoudende lichtvoetige thriller te schrijven. In een opgewekte verteltrant waarin de humor als een veenbrand de lezer telkens bij de lach houdt, worden werkelijk spannende scenes en onverwachte wendingen beslist niet geschuwd.
Vooral als blijkt dat de vader van Babs hoofd van een gewelddadige motorbende blijkt te zijn en een koper van de kostbare potvissenstront gevonden lijkt.
Dit boek biedt hecht doortimmerd thrillervermaak.