Joseph Roth – In het land van de eeuwige zomer. Reportages uit Frankrijk. Vertaald uit het Duits door Els Snick. Illustraties Joep Bertrams. Voorwoord Bart Van Loo. ISBN 978-90-5937-475-1. 240 pagina’s, €19,99. Amsterdam: Bas Lubberhuizen 2017.
Reportages vol liefde en woede vanuit het ‘land van de witte huizen’.
Als kind droomde Joseph Roth, die opgroeide in het grauwe sombere Duitsland van na de vorige eeuwwisseling, van een ‘land vol licht en witte huizen’. Wat zou hij daar graag wonen. Toen hij dertig jaar oud was kreeg de romancier / journalist opdracht van de Frankfurter Zeitung om tien reportages in en over Frankrijk te maken. Hij vertrok vanuit de Weimarrepubliek, reisde naar het land ‘achter de Duitse schutting’ en werd op slag verliefd op Frankrijk toen hij zijn eerste ‘witte stad’ bezocht, Lyon.
De witte steden uit zijn kinderdromen bleken echt te bestaan. Duitsland had gebrand, de zonen van de oorlog – waartoe ook hij behoorde – waren deel gaan uitmaken van de verwoesting, maar zowaar, de steden vol licht waarover hij had gedroomd waren al die tijd blijven schitteren. Onvoorstelbaar vond Roth dat. Hij werd betoverd en vanuit de bedwelming schreef hij zijn reportages.
Hij ging onder meer naar Vienne, Marseille, Nice, Avignon en Tournon. In die laatste stad – een onontwarbare kluwen van straatjes – noteert hij: Kleinere en jongere gebouwtjes verdringen elkaar rond de toren en uit de verte zie je een bosje daken, een ongeordend en als het ware vers geplukt boeketje huizen. Wie zo schrijft is wellicht journalist, maar toch vooral dichter / journalist. Een meesterlijke allesschrijver.
Het eerste deel uit dit boek zijn de reportages vanuit de ‘witte steden’. In deel twee, In het Frankrijk van Le midi blijft de auteur in het land, verblijft lang in Parijs, maar zijn verwondering en liefde moeten nu regelmatig wijken voor irritatie, woede, verbijstering. Hij stoort zich hevig aan Amerikaanse toeristen die, op aanwijzing van hun guides, van de ene Wooow! in de andere willen vallen en die zelfs als uitje naar de slagvelden in het Noorden, in Saint-Quentin, gaan, velden die acht jaar daarvoor rood kleurden van het bloed en die nog ruiken naar de dood want de neus blijft zelfs de oudste verwoestingen ruiken. Hij bezoekt een gevangenis, maakt zich kwaad om de stierengevechten in Nîmes. De aanvangslyriek is eraf.
Joseph Roth (1894-1939) schreef schitterende verhalen, romans en reportages. Van geboorte was hij Oostenrijker. Zijn dood in 1939 was tragisch. Hij raakte aan de drank, viel in zijn Parijse stamkroeg van een kruk en werd met een delirium tremens opgenomen in een ziekenhuis alwaar hij overleed. Vertaalster Els Snick ijvert momenteel met succes voor een herwaardering van Roths werk.
Deze reportages vanuit Frankrijk beogen bepaald geen reisgids te zijn. Het zijn reportages voor de geest, voor de lezer die kan reizen in de tijden. Adembenemend mooi geschreven. Onvoorstelbaar dat dit journalistieke werk pas zo lang na Roths dood wordt vertaald en gebundeld. Chapeau voor Els Snick.