Samenspraak tussen jonge en oude Ted
Misbruik was vriendschap, zegt jonge Ted. Toen het stopte was hij een vriend kwijt.
De 15-jarige Ted komt in gesprek met zichzelf als 59-jarige. Die heeft hem na jaren opgezocht, want hij worstelt over zijn verleden waarin hij als 11-jarige jongen bevriend was geraakt met ‘meneer Timmermans’. Meneer gaf hem liefde en aandacht, zorgde dat hij zich bijzonder voelde, behandelde hem als een volwaardig mens. Toen seks een steeds grotere rol ging spelen in Teds bezoeken zette de jongen abrupt een punt achter de vriendschap. Maar hij miste meneer wel heel erg.
Dan raakt hij in gesprek met de ‘oude Ted’. Die stelt hem vragen, wil weten waarom hij als puber ging stelen, tegen betaling met mannen meeging om seks met hen te hebben. Had dat te maken met de ervaringen die hij als kind met ‘meneer’ had? Hoe had hij die verwerkt? ‘Dat weet je toch zelf het beste?’ vraagt de jongen. Maar nee. De oude Ted vraagt zich af of zijn geheugen hem parten speelt. Of hij verhalen bedenkt over vroeger en zijn verleden op die manier aan het herschrijven is in antwoord op eigen vragen.
De intimiteit en het vertrouwen tussen de twee groeien. Jonge Ted vertelt dat zijn moeder ‘tot vervelens’ toe geroepen had: ‘Als ik het bonnetje niet was verloren, had ik je allang geruild’. En, zo vertelt hij, toen wist zijn moeder nog niet eens dat hij homo was! Hij was als de dood dat dat geheim zou uitkomen omdat hij bang was voor haar reactie als hij dat zou vertellen. Hij bereidde zelfs een vlucht voor, spaarde (en stal) geld, had een slaapzak klaargelegd in de kelder: als moeder hem de deur zou uitzetten omdat ze geen homozoon accepteerde had hij in elk geval wat voorraad achter de hand. De onzekerheid kwelt hem, bovendien wordt hij ook nog eens op school geplaagd en gechanteerd, het zit jonge Ted niet mee. Maar: Ik ben niet ongelukkig. Ik ben gewoon niet gelukkig, zegt hij zelf. En over zijn stelen en seks tegen betaling: Ik doe wel slecht, maar ik ben niet slecht. En, onzeker als hij is: Ik vind het fijn dat die mannen geld voor mij overhebben.
Auteur
Ted van Lieshout (1955) is een veelbekroond kinderboekenschrijver en illustrator. In 2012 schreef hij zijn eerste boek voor volwassenen, gebaseerd op zijn omgang als kind met een pedofiele man, Mijn meneer. Nadien werd hem veelvuldig de vraag gesteld welke invloed deze relatie had gehad op zijn verdere leven. Dit boek geeft daarop antwoord.
De ontroerende, soms droevige dan weer vrolijke dialoog tussen de jonge en de oude Ted is niet alleen een sublieme vondst om heden en verleden te koppelen, het geeft ook allebei de figuren de gelijkwaardige kans met hun eigen verhaal te komen. Eén moment ‘verstapt’ de auteur zich, maar breit dat meteen weer recht. Op het eind krijgt de jongen de kans een vraag over de toekomst te stellen.
Literair memoir
‘Een literair memoir vermengd met fictieve elementen’, noemt Van Lieshout deze samenspraak. Hij is keer op keer aan het verhaal begonnen, het belandde steeds weer in een la. Ik wil als kunstenaar mijn jeugd blootgeven, maar als mens heb ik daar niet zo’n behoefte aan, schrijft hij in een nawoord. Niet fictief is de brief met de vraag om vergiffenis, geschreven door ‘meneer Timmermans’ (niet diens echte naam), de antwoorden van Van Lieshout werden weer geredigeerd.
Zo eisen verleden en heden, schuld en onschuld, waarheid en fictie hun plaats op in een compositorisch fraai geheel. Tot slot neemt de auteur het artikel op dat hij voor NRC Handelsblad schreef naar aanleiding van de beruchte kindermisbruikzaak Robert M. in 2012.
Dit ‘memoir’ is stilistisch ongelooflijk knap in de verspringende perspectieven, de dichter houdt de taal in toom: nergens een woord te veel.
Een indrukwekkend boek.
Ted van Lieshout – Schuldig kind. ISBN 978-90-2140-609-1, 215 pagina’s, €18,99. Amsterdam: Querido 2017.