De onzichtbare mensen die Couperus dienden
Over de (Haagse) levens van het grauw dat voor de rijken sloofde.
Lang geleden, in 1916, zat de 13-jarige George Krul onder het streng toeziend oog van de weeshuisbroeder een briefkaart te schrijven. Hij vroeg daarin zijn oom Jan ‘waar moeder was en of hij uit mocht’. Voor op de kaart staat een foto van een groot, autoritair gebouw: Den Haag, Gesticht Groenenstein. In dat oord, één der beruchtste kinder- en weeshuizen die er ooit geweest is, groeide George jarenlang op. Tucht, zware lijfstraffen, honger, dorst en vernedering waren zijn deel. Zeshonderd andere kinderen ondergingen hetzelfde lot.
De auteur, speurend naar de geschiedenis van de buurt waarin ze was komen wonen, kreeg de kaart met Georges vraag in handen. Ze werd er hevig door geraakt. En ze besloot op zoek te gaan naar George, ze wilde meer over hem te weten komen. Wie weet leefden er nog familieleden, konden die haar vertellen of het jongetje George later nog gelukkig geworden was. Met dat voornemen haalde ze zich een titanenwerk op de hals. Ze spitte terug, kwam ver voor 1900 terecht en langzaam maar zeker kreeg ze zicht op een stuk geschiedenis waarover weinig geschreven wordt: de geschiedenis van het grauw, van de mensen die geen heldendaden verrichtten, maar wier leven staat of valt met werk of werkloosheid, met een huis of dakloos zijn en met de dagelijkse strijd om te overleven.
We maken kennis met vrouwen die kind na vaderloos kind kregen, want als inwonend dienstmeisje moesten ze ervoor zorgen dat voor de vrouw des huizes de kleren werden gewassen en voor de man zijn varkentje. Ook Georges moeder baart zo aan de lopende band. De kinderen worden ondergebracht bij opa en oma, want anders zou ze haar baan verliezen. Haar doodarme ouders wonen in de sloppen van Den Haag, het water wordt opgepompt naast het secreet en bevat alle bacteriën die een mens maar bedenken kan. Geen wonder dat in de sloppen de ene epidemie na de andere talloze mensen- en kinderlevens eiste.
Auteur
Kim Heijdenrijk (1979) studeerde journalistiek aan de Hogeschool van Zwolle. Ze werkte in diverse deelgebieden van haar vak en schrijft nu professionele teksten. Sinds ze in 2002 in Den Haag kwam wonen, verdiept ze zich in de geschiedenis van de hofstad. George Krul woonde jarenlang bij haar ‘om de hoek’.
Wie Couperus heeft gelezen met zijn Boeken der kleine zielen’, een Haagse familiegeschiedenis, is nooit geconfronteerd met de levens van degenen die ‘de kleine zielen’ dienden. De rijken woonden op ‘het zand’ , de armen op ‘het veen’, waarmee de stad niet alleen qua woningbouw in tweeën werd gedeeld, maar vooral wat betreft overlevingskansen. Wie op ‘het zand’ woonde, kreeg namelijk water dat gefilterd was door het duinzand terwijl voor de veenbewoners het vervuilde water overbleef. De stad Den Haag kende in het centrum echte ‘sloppen’, smalle stegen waar de ratten nog talrijker waren dan de mensen uit de immens grote gezinnen. Armoe was troef. De Vincentiusvereniging haalde veel kinderen bij hun ouders weg en bracht ze onder bij boerengezinnen in Noord-Brabant. Dat overkwam ook George Krul en zijn broer. Hun moeder was krankzinnig verklaard.
De periode van voor de Tweede Wereldoorlog is het boeiendst om te lezen.
Wat er na de oorlog gebeurde weten veel lezers wel en dat maakt het verhaal vanzelf wat minder boeiend. Blijft natuurlijk wel het mededogen met George Krul die nooit loskomt van zijn jaren in het gruwelijke weeshuis tot hij een weduwe ontmoet die in haar jonge jaren evenzeer geleden heeft. De herkenning brengt hen samen. Eindelijk liefde in het leven.
Waarschijnlijk is dit boek voor Hagenaars het aantrekkelijkst. Als ‘ooievaar uit het nest’ heeft uw recensent er door alle herkenning tenminste dubbel en dwars van genoten.
Maar ach, arm en rijk was niet specifiek Haags. Iedere grote stad kende sloppen, ziekte, kindersterfte en heel veel ‘gevallen vrouwen’. De achterkant van het leven, de gezichten van de naamlozen van de maatschappij zijn met het verhaal van ‘George Krul’ fraai getekend.
Geen roman, maar een feitenverhaal. Knap puzzelwerk van de auteur.
Kim Heijdenrijk – Op zoek naar George. Een reis door de twintigste eeuw aan de hand van het leven van een onbekende man. ISBN 978-94-9249-504-4. 268 pagina’s, €19,90. Nederhorst den Berg: Uitgeverij Water 2017.