Monsterlijke oorlogsmisdadiger komt terug als alwetend kind
Jonas heeft de ‘oude ziel’ van een beul als hij wordt geboren
Lang geleden, in 1898, werd er in Duitsland een man geboren. Hij gaf zich vrijwillig op voor de dienst in de Eerste Wereldoorlog en in de Tweede Wereldoorlog werd het zijn taak om mensen te folteren om geheimen los te ‘weken’. Hij vervulde die gruwelijke dienst vol genoegen, bedacht steeds weer nieuwe methoden om het beulswerk te vervolmaken. Geweld was zijn specialiteit. Toen de oorlog zijn einde naderde wist hij te ontkomen en leefde onder een andere identiteit verder. Hij werd een succesvol zakenman. Nu, vele jaren later wordt hij wakker in het donker. Hij zwemt, zweeft, hoort in de verte de klassieke muziek waarvan hij hield, maar hij is niet in staat te ontsnappen uit die ruimte. Hij denkt terug aan zijn tijd als beul, komt tot de conclusie dat hij in de hel of het vagevuur moet zitten, gedoemd om in het duister aan zijn daden terug te denken. Maar toch, spijt heeft hij niet. Hij is trots op zijn gruwelijke maar perfect uitgevoerde daden, hij haalt met smaak herinneringen op aan de spectaculaire ‘vondsten’ waarmee hij iedereen brak.
Hij krijgt signalen door uit de buitenwereld. En langzaam maar zeker groeit het besef dat hij in een baarmoeder rondzwemt. Hij zal herboren worden. Hij hoort zijn toekomstige ouders praten, ze noemen hem ‘de dwerg’ en dat irriteert hem mateloos, ze moesten eens weten wie ze voor zich hebben! Hij is geen onwetende zuigeling, hij herinnert zich immers nog alles. Hij zou een soort Mozart kunnen zijn die als ‘oude ziel’ werd geboren. Hij zal als hij geboren is, zijn muzikale talenten ontwikkelen. En, piekert hij: zou het pijn doen, geboren worden?
Andersen is in vijf boeken ingedeeld. De overpeinzingen in de baarmoeder, fascinerend om te lezen, vormen het eerste deel. Daarna is de beurt aan Arno, de vader van de baby die de naam Jonas heeft gekregen. Hij houdt in een boek de vorderingen bij en zijn gedachten over zijn zoon. Als Jonas achttien is, zal hij dat boek aan hem geven. Jonas is een geweldige baby, rustig, hij kijkt bijna ‘wetend’ uit zijn ogen, hij lacht nooit om kinderachtige speeltjes. Hij lijkt wel volwassen, noteert Arno trots. Voor de wetende lezer is Jonas een over-wijs kind, Arno en moeder Helene zien bijna een wonderkind voor zich. Stel je voor: de kleine Jonas krijgt op de crèche van de leidsters de bijnaam news freak omdat hij graag op kranten ligt, op zijn buik alsof hij ligt te lezen. Maar Jonas leest dan inderdaad, hij wil weten wat er in de wereld gebeurt, hoe de oorlog is afgelopen. Ook toont hij als heel jong grote interesse voor de computer van Arno: er is veel technische vooruitgang geboekt sinds de oorlog. Aan de hand van veel informatie reconstrueert hij dat hij in 1972 overleed: ‘ik ben dertig jaar dood geweest’ en wat hij heeft gedaan na de oorlog, een periode waaraan hij geen herinneringen heeft.
Auteur
De Zwitserse schrijver Charles Lewinski (1946) schreef onder meer Het lot van de familie Meijer, waarvan in Nederland meer dan 300.000 exemplaren zijn verkocht. Hij is dramaturg en regisseur, schrijft tv-scripts, theaterstukken, romans en verhalen. Hij woont afwisselend in Zürich en Frankrijk.
De vijf delen van dit boek worden afwisselend gevuld door Arno en Jonas. De delen van Jonas zijn het beklemmendst, Arno reageert op feiten die hij niet en de lezer wel kent. Als Jonas twaalf jaar oud is loopt hij weg, samen met zijn strak afgerichte herdershond Remus. Voor Arno en Helene breekt een verschrikkelijke tijd aan van wachten en hoop en onzekerheid. Jonas van zijn kant heeft al lang tevoren zijn plan getrokken en gaat dat nu ten uitvoer brengen. Daarover laten we de lezer graag in het ongewisse.
Dit is een beklemmend, gruwelijk, angstaanjagend verhaal. Zelfs als Jonas tot zijn grote ergernis voor kind moet spelen weet hij door zijn volwassen gedachten de lezer in zijn greep te houden. Zo reageert hij – als kind van nog geen twee – bijvoorbeeld geïnteresseerd maar koel op de beelden van de martelingen door Amerikaanse soldaten in Abu Ghraib: híj had dat anders aangepakt, die soldaten waren geen professionals. En dat die beelden naar buiten kwamen, zou hem niet zijn overkomen.
Volgens de schrijver moeten we ons realiseren ‘dat er gewoon mensen zijn die vanaf de geboorte een beroerd karakter hebben’. Het is een conclusie van vader Arno. Hij heeft het niet over zijn zoon, maar de lezer weet wel beter.
Het eerste woord uit dit boek is ‘Donker’. Het laatste ook. Waarmee de lezer zich realiseert dat beulen voort blijven leven.
Een pageturner, geweldig meeslepend geschreven, psychologisch sterk, griezelig en filosofisch tegelijk. Roman en thriller in één. Een vijfsterrenboek.
Charles Lewinski – Andersen. Vertaald uit het Duits (Andersen) door Elly Schippers. ISBN 978-90-254-4963-6, 430 pagina’s, €24,99. Amsterdam: Atlas Contact 2017.