Onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad
Oude man overziet een leven vol verdriet en afschuw. Hij vecht tussen berusting en de lust om rekeningen te vereffenen.
De bejaarde Sjef Sonneschein leeft als een solitaire zonderling met zijn honden op een Limburgse hoeve. Mounia is de enige levende ziel die hem af en toe gezelschap houdt. De ander die zijn blikveld kruist is buurman Klavermans. In de ogen van Sjef is hij het vlees geworden kwaad. Klavermans was NSB’er.
Terwijl Sjef zijn oude dagen slijt leeft hij in gedachten met de doden. Zijn ouders, zijn geliefde, zijn vrienden, een tante, een oom, alle overledenen komen als schimmen langs. Ze confronteren elkaar. Sjef discussieert, stelt vragen, geeft zijn mening en bemint hen zo nodig. Maar vooral, Sjef stelt het onrecht en het kwaad aan de kaak. Zijn conclusie is gelijk aan het antwoord op vraag acht uit de Heidelbergse catechismus: Maar zijn wij mensen alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? Het antwoord is: Ja wij.
Alcoholisme is nog het minste. Seksuele repressie. Kinderen worden mishandeld of sterven aan kanker. Jonge meisjes verhangen zich bij ongewenste zwangerschap. Inlanders worden door Indische Nederlanders gemarteld. Om te voorkomen dat hun kinderen hetzelfde lot treft worden de eigen kampongkinderen gedood. Joden worden verraden en vermoord. Kinderen worden van hun moeders afgepakt. Mijnwerkers worden niet alleen de mijnen, maar ook de dood ingejaagd. Voor Sjefs ogen worden van een accordeonist twee vingers afgehakt. Hij mag van zijn vader de vingers oprapen en in zijn broekzak stoppen. De muziek is gestopt. Sjef is een gruwelijke kinderervaring rijker.
Auschwitz. Atjeh. Repatriëring. Onmenselijke discriminatie. Nederlands racisme op de troon.
Eén van de Nederlandse slachters heet Colijn. Hij kreeg uit Indië een bak medailles mee en zal vijf kabinetten leiden. De Nederlandse wreedheid.
De Marokkaanse drugsverslaafde prostituee Mounia vraagt:
‘Is het goed als ik vannacht blijf slapen?’
‘Als je zin hebt om naar de dood te luisteren’
Ze zucht.
‘Ik weet er alles van. De dood van mijn tweelingzusje.’
Het wordt steeds akeliger.
Auteur
Peter Lenssen (1957), afkomstig uit de Limburgse mijnstreek, studeerde sociale psychologie. Nadat zijn debuutroman Toplöss (1989) opnieuw werd uitgebracht als Mijn verdriet (2015), verrast hij met deze monumentale roman.
Het is een stroom treurige gebeurtenissen uit het leven van Sjef Sonnenschein die culmineren in gebeurtenissen gedurende de Tweede Wereldoorlog wanneer het kwaad de dienst uitmaakt.
De auteur bouwt rustig aan een smartelijke spanningsboog met een onvermijdelijk dramatisch einde in onze tijd.
Groots en beklemmend.
Peter Lenssen – Bitterdagen ISBN 978-90-626-5956-2, 404 pagina’s, € 22,00. Haarlem: Uitgeverij In de Knipscheer 2017.