De triomfantelijke bevrijding van een gevangen geest
‘Iedereen heeft een bezig leven, ik ook want ik heb mijn linkervoet’.
In het plaatsje Kimmage in Ierland, wordt in 1932 Christy Brown geboren. Hij is het tiende kind in het gezin, na hem volgen er nog twaalf. Christy’s moeder lag na de bevalling een tijd in het ziekenhuis. Maar toen zij eenmaal thuis was merkte zij met haar grote ervaring al snel op dat er met dít jongetje iets niet klopte. Zijn hoofd viel achterover als hij niet gestut werd, het kind balde continu stijf zijn vuistjes, zijn armen trokken vreemd naar achteren en van zitten was na zes, en ook na twaalf maanden geen sprake.
De ouders gingen met hem naar het ziekenhuis. Christy bleek hersenverlamming te hebben. De artsen konden geen hulp bieden. Ze deelden de ouders mee dat ze moesten vergeten dat het kind een menselijk wezen was, want het schepseltje was ook nog eens geestelijk onvolwaardig. Ze konden hem maar het best in een inrichting opbergen. Maar dan kenden ze Christy’s moeder niet! Zij geloofde koppig en vol vertrouwen in haar zoontje, zijn lichaam stribbelde weliswaar tegen maar met zijn geest was niets mis. Kon niemand het kind iets leren? Dan niet. Dan deed zij dat zelf.
Ze begon het fysiek hulpeloze jongetje met ijzeren volharding dingen bij te brengen. Tussen alle zwangerschappen en haar drukke huishouden door – zij schakelde de oudere kinderen in om extra hulp te krijgen – nam zij de taak op zich Christy ‘gewoon’ te maken. Zijn broers namen hem mee in een ‘rijtuigje’ als zij buiten speelden en hun vrienden accepteerden zijn handicap als een normaal gegeven.
Maar toen Christy ouder werd en zag wat zijn broers en zusjes op school leerden werd hij somber. Hij kon niet praten, niet lopen, moest overal mee geholpen worden. Hij zou ook graag willen leren schrijven. Hij griste met zijn linkerteen – zijn linkervoet wilde als enige lichaamsdeel nog wel eens naar zijn opdrachten ‘luisteren’ – het krijtje uit de handen van een zusje en kraste op de vloer. Dat was het begin van schrijven. Want na die krassen leerde moeder hem gericht een A te schrijven, en daarna het hele alfabet en vervolgens de taal in woorden. Die A en het vervolg daarop leidden uiteindelijk tot dit indrukwekkende boek, dit bewijs van creativiteit, doorzettingsvermogen en grote moed.
Auteur
Christy Brown (1932-1981) wist uit te groeien tot een schrijver van meerdere internationale bestsellers. Ook is hij schilder en dichter. Sinds de eerste uitgave in 1954 van dit boek zijn er wereldwijd meer dan 150.000 exemplaren verkocht. Het boek werd in 1989 verfilmd door Jim Sheridan. De film won twee Oscars.
Christy’s leven kende vele ups en downs. Logisch, want het kind en later de opgroeiende jongen zat opgesloten in zijn lichaam en geest. Nooit kon hij vertellen wat hem bezighield, meer dan een gegrom – alleen verstaanbaar voor zijn naaste familie – kon hij immers niet voortbrengen. Maar hij was normaal. Ook zijn hormonen speelden op, ook hij werd verliefd op meisjes. Als Jenny, het mooiste en meest begeerde meisje uit de buurt hem bezoekt, en hem zelfs zoent, is Christy in de zevende hemel. Hij is waardevol genoeg om ook verkering te krijgen. Des te harder is de klap als hij Jenny, tegenover ‘gewone jongens’, betrapt op een meewarige blik naar hem. Ik had de uitzichtloosheid en de zinloosheid van mijn toekomst gezien, die dag in de achtertuin, toen een kind naar me keek met een meewarige blik in haar ogen.
Dit is boeiend zelfportret van een ijzeren vechter, geschreven met zelfinzicht en moed. En – hij heeft het boek niet voor niets aan ‘onze moeder’ opgedragen – een ode aan de sterke vrouw die altijd in hem geloofde en hem daardoor hielp de gevangenis te verlaten.
Schitterend en inspirerend.
Christy Brown – Mijn linkervoet. Vertaald uit het Engels (My Left Foot) door Frits van der Waa. ISBN 978-94-920-6808-8, 224 pagina’s, €16,50. Koog aan de Zaan: Uitgeverij Oevers 2016.