Op zoek naar mijn Frankrijk

Een echte Fransman word je nooit

Persoonlijk portret van een prachtig land vol tegenstellingen.

De schrijver is bekend geworden doordat hij in Parijs als homo werd mishandeld door een groep jongens. Hij zocht de publiciteit en werd bekend, ook in Nederland, door zijn optreden in DWDD. In dit boek vertelt hij over zijn mishandeling, maar nog veel meer gaat het over Frankrijk en de Fransen. Hij woont en werkt al sinds 2003 in Parijs en probeert te integreren. Het boek beschrijft zijn molestatie, maar ook hoe men in Frankrijk tegen homo’s aankijkt. Het leeuwendeel van het boek gaat echter over zijn ervaringen met de Fransen die op vele terreinen van ons Nederlanders afwijken.

Auteur

Wilfred de Bruijn (1974) studeerde kunstgeschiedenis in Leiden en werd in 2003 bibliothecaris bij de Fondation Custodia in Parijs. In 2013 werd hij slachtoffer van antihomogeweld. Voor de VPRO maakte hij de documentaireserie Op zoek naar Frankrijk. Hij bezocht verschillende streken in Frankrijk en interviewde plaatselijke bewoners. Dit eerste boek staat volkomen los van deze serie.

Homo’s

In de Proloog en de hoofdstukken met de titel Intermezzo beschrijft de auteur uitvoerig zijn mishandeling en de reacties daarop. Hij kreeg opvallend veel belangstelling en de politie deed veel om de daders te arresteren. Uiteindelijk werden ze dankzij een tipgever opgepakt en in de Epiloog wordt verhaald hoe ze ook zijn veroordeeld. Ondertussen is hij wel ongeveer de bekendste homo van Frankrijk en wordt hij bij allerlei homozaken betrokken, onder andere de wet op het homohuwelijk.

Geschiedenis

Elke dag geniet de schrijver van zijn wandeling van de metrohalte aan de Place de la Concorde naar zijn kantoor. Alles herinnert aan een imposant verleden. In het hoofdstuk Verhalen in steen vertelt hij de geschiedenis van de revolutie tot nu. Hij loopt langs de obelisk waar vroeger de guillotine stond. Hij bespreekt een lange lijst van heersers. Na de executie van Louis XVI kwam er een eind aan de absolute heerschappij van de koning. Toch werd Napoleon ook weer een absoluut heerser. Na hem was het een voortdurende afwisseling van koninkrijken en republieken. Napoleon III was weer een absolute heerser die Parijs moderniseerde. Onder leiding van Hausmann werden boulevards aangelegd. Na 1945 kwam er met Charles de Gaulle de vijfde republiek.

Zo zijn onze manieren

Op meesterlijke wijze krijgen we in de verschillende hoofdstukken een goed inzicht in wat typisch Frans is. Zo blijken Fransen erg te leven met een hokjesgeest. De auteur bezocht een groep linkse jongeren en had een ‘verkeerd’ rechts blad in zijn hand. Hij werd direct genegeerd, want hij behoorde tot de verkeerde club. Fransen blijken ook uiterst wantrouwig te zijn. Om een huis te huren moet men zeer veel papieren tonen om een betrouwbare indruk te maken. Voor een kennismaking met een Fransman is altijd een introductie nodig, iemand moet garant voor je staan. Zonder afspraak op bezoek gaan is niet de gewoonte. Bij een spantaan bezoek kom je niet langs de conciërge.

Onderwijs

Verbazingwekkend is te lezen hoe het onderwijs in Frankrijk is georganiseerd. De meeste scholen zijn van de overheid, de docenten zijn allemaal rijksambtenaar. De overheid bepaalt waar een docent gaat werken. Later krijgt de leerkracht wat meer eigen keuze. Voor de ouders geldt ook dat er geen vrije schoolkeuze is, de postcode bepaalt naar welke school de kinderen gaan. Gezinnen met kinderen worden bevoorrecht. Ze krijgen belastingvoordeel en kinderbijslag. Aan het begin van het schooljaar krijgen alle kinderen een bedrag voor schoolbenodigdheden en kleding. De kinderopvang is goedkoop en goed geregeld en tijdens de zomervakantie gaan kinderen een paar weken naar een vakantiekolonie, alles gunstig geprijsd.

Eten

Eten is de voor Fransen zeer belangrijk. Ze praten er graag over, maar ze besteden er ook veel geld en tijd aan. Wilfred heeft zijn vrienden voor een oudejaarsavond eens zeer teleurgesteld. Hij dacht ze te verrassen met Hollandse zuurkool met rookworst. Het gezelschap ging teleurgesteld naar huis. Enkele jaren later, inmidddels wijzer geworden organiseerde hij een echt Saint-Sylverstre diner. Enkele dagen daarvoor was hij al bezig met een reebout in wijnmarinade. Eerst was er kreeft, vervolgens oesters, dan de reebout, aan het eind de kazen (goed op temperatuur, niet koud uit de koelkast) en tenslotte nog taart. Dat alles vergezeld van champagne en uitstekende wijnen. De gasten gingen voldaan en tevreden naar huis. Hij had zich goed aangepast.

De schrijver vertelt heel nauwgezet wat de Franse gewoontes zijn. Hij begeeft zich daarbij op talrijke terreinen. Voor veel Nederlanders die Frankrijk als hun ideale vakantieland zien is het erg verhelderend en ook onderhoudend. Hij heeft een vlotte vertelstijl. Of de schrijver een reëel beeld schetst van de Fransen is de vraag. Hij spreekt wel vaak over de Franse elite. De beruchte banlieue wordt door hem gemeden. Tijdens een reportage in zo’n wijk voor de VPRO-televisie is hij weggevlucht. Het prettigst voelt hij zich in homokringen. Een gemis is dat hij weinig schrijft over het uitgaansleven, de bars en de restaurants, maar hopelijk komt er een vervolg met nog meer interessante details.

Interessante informatie over het echte Franse leven.

Wilfred de Bruijn – Op zoek naar mijn Frankrijk. ISBN 978-90-290-9193-0, 256 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Meulenhoff 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur. Bookmark de permalink.