Leven tussen ‘zwartje’ en ‘laiverd’
Van onzeker kind tot trotse vrouw uit twee culturen.
‘Ik ben een halfbloedje, mijn vader is Surinaams en mijn moeder Nederlands,’ vertelde de 10-jarige Etchica op school tijdens een spreekbeurt. Half, ze telde zeker niet mee, waarom zou het geen twee-bloed zijn? Maar die vraag durfde ze niet te stellen, ze had er al genoeg werk aan zich staande te houden op school waar ze altijd geplaagd werd. En nee, een ‘mulat’ was ze evenmin, antwoordde ze later op vragen. Haar ‘meest zwarte neef’ bracht uitkomst. ‘Niks halfbloed! Dubbelbloed ben je!’ Twee ouders, twee culturen, twee soorten bloed. Natuurlijk, dat moest het zijn. Opa uit Drenthe noemde zijn kleinkinderen ‘zwartjes’, zijn vrouw zei liefkozend ‘laiverd’ en oma uit Suriname? Die zei niks, die woonde veel te ver weg. Ze kwam pas op haar 92ste naar Nederland toe, toen haar kleinzoon overleed. ‘Mi Gado!’ (Mijn God). Ze was 92, ze bad dat ze snel terug kan gaan! Toen Etchica haar begroette, vroeg oma: ‘Wie is die bakra?’ (witte).
En zo dobbert Etchica op en neer. Het blijft zeuren. Altijd vragen over dat ‘spiraalhaar’, over haar lichte ogen, haar gekleurde maar niet heel donkere huid… Brutaal waren mensen eigenlijk. Het had wel tot gevolg dat ze onbewust eigenlijk altijd met haar afkomst en kleur bezig was. En toen kwam daar na jaren de dag dat ze het beu was. Ze besloot een boek te gaan schrijven, een autobiografische roman over haar leven als kind en volwassene, voortgekomen uit twee totaal verschillend gewortelde ouders. Ze wilde eindelijk antwoord zoeken op haar vragen en innerlijke twijfels. Ze ging op zoek. Bij wie hoorde ze? Waar was ze thuis? Voorafgaand aan haar zoektocht nam ze – op 51-jarige leeftijd – een rituele wasi (een ritueel bad). Ze wilde geestelijk en lichamelijk gereinigd aan haar speurtocht beginnen. Was ze Drents, Surinaams, allebei of geen van beide, zou zij een keus moeten maken?
Auteur
Etchica Voorn is ondernemer, blogger en schrijver. Dit boek is het autobiografische verslag, waarin zij vanuit haar bi-raciale achtergrond haar eigen identiteit tracht te vinden.
Voorn bezoekt met haar Surinaamse nichtjes een cabaretvoorstelling in Rotterdam. De Surinaamse cabaretier is scherp en geestig, zijn overwegend Surinaamse publiek ligt dubbel om zijn vileine grappen. Voorn voelt zich buitenstaander. Ze begrijpt hem niet, verstaat hem niet, kan zijn grappen niet volgen, vindt hem bij tijd en wijlen grof tot ze zich opeens laat meeslepen en voluit – op z’n Surinaams – kan meelachen met de rest. Humor, liefdes, eten, gewoontes, dan is ze zus, dan is ze zo. De ene keer wint het vaderland, de andere keer het moederland. Uiteindelijk, aan het eind van de tocht, komt ze tot de conclusie dat ze de vruchten plukken zal van haar dubbele bloed. De ene keer smaken ze zoet, de andere keer bitter. Beide smaken bevallen haar.
Een knap boek over een dappere reis, mooi verwoord in alle twijfels.
In de talloze bitterzoete vruchten, zullen kinderen van twee culturen, veel herkennen. En degenen die het moeten doen met één van beide smaken kunnen ervan meegenieten. Tenslotte wordt ons land steeds meer het thuisland voor dubbelbloed-mensen.
Etchica Voorn – Dubbelbloed. ISBN 978-90-6265-969-2, 174 pagina’s, €17,50. Haarlem: Uitgeverij In de Knipscheer 2017.