Optimisten hebben de hele wereld

96 redenen om opgewekt naar de toekomst te kijken

‘Optimisten zien een donut, pessimisten zien een gat’.

Wij Nederlanders vinden van onszelf dat we best veel mopperen. Ofwel, op z’n Hollands: ‘Het is niet goed of het deugt niet…’ In hoeveel landen zegt je als het heel goed met je gaat: ‘Ik heb niks te klagen’? Hoeveel Hollandser wil je het hebben? Mooi citaat uit een opgewekt boek.

Auteur

Charles Groenhuijsen (1954) studeerde geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij wilde met die opleiding de journalistiek in gaan. Als aanloop schreef hij voor het Utrechts Universiteitsblad. Toen hij in 1975 aan het werk kon bij het ANP en de Volkskrant, brak hij zijn studie af. In 1983 stapte hij over naar de NOS en werd correspondent in de Verenigde Staten..

Bij de schrijver vloeit er naast bloed ook optimisme door zijn aderen. En of het nu te maken heeft met zijn jarenlange verblijf als journalist in Amerika, waardoor hij bij terugkeer in staat was om met andere ogen naar Nederland te kijken, weet ik niet. Feit is dat hij zich als onderzoeker en schrijver op het ‘optimisme als levenshouding’ heeft gestort en het tot zijn missie heeft gemaakt het tomeloos getob en Nederlands gesomber met de pen te gaan bestrijden.

Hij ging niet over één nacht ijs. Hij verdiepte zich in boeken en geschriften, in cijfers en statistieken, in beeldspraak, citaten en rapporten. Die handelden over onderwijs, klimaat, gezondheid, kwaliteit van voedsel, huisvesting, kleding, transport, geweld, democratie, vrouwen- en kinderrechten, inkomen, rijkdom en armoede. Wie het optimisme als levenshouding predikt moet vergelijkingsmateriaal hebben. Dat moge duidelijk zijn.

Slecht geheugen

Uit al die studies distilleerde Groenhuijsen 100 tipping pionts. Dat zijn de dingen die goed gaan in de wereld. Dat zijn feiten die de hoop voeden en de goede oude tijd hartelijk uitlachen. Hij citeert een collega: ‘We hebben die Goeie Ouwe Tijd vooral te danken aan een slecht geheugen.’ De nieuwe tijd zal veel beter worden door de enorme vooruitgang die ons te wachten staat op het gebied van technologie op allerlei terreinen. Waar Erasmus de ‘Lof der Zotheid’ bezong, bezingt de auteur vol passie de lof van het optimisme dat ons tot grote daden brengt. Wat hij zijn lezers ook voorhoudt is de ‘normvraag’, een vraag die ieder zich kan stellen op diverse fronten. Wat is in jouw ogen de norm? Met een modaal Nederlands salaris ben je schathemeltjerijk in Bangladesh (…) of Burkina Faso. Je zou tot de steenrijke elite behoren van Dhaka, Bujumbura, Brasilia of Ouagadougou. In Nederland ben je een beteuterd Vinexje. Verschil moet er zijn. Ter ondersteuning nog een citaat, dit keer van Winston Churchill. ‘Ik ben een optimist. Het is niet nuttig iets anders te zijn.’

Optimisten leven langer

Hoofdstuk voor hoofdstuk, item voor item, verdeelt de schrijver de wereld in opgewekte doeners en tobberige mopperpotten. Keer op er toont hij aan dat de eerste groep het beste af is. Niet alleen qua humeur, maar ook op andere fronten. Want optimisten lossen sneller problemen op. Optimisten zijn energieker en creatiever. Ze zijn gezonder en leven gemiddeld langer. En de schrijvende optimist vraagt slechts één ding: Als u na het lezen van dit boek tegen mij zou zeggen: ‘Je hebt me aan het denken gezet’, dan ben ik – gedurende de lange maanden van schrijven – niet voor niks elke dag in alle vroegte opgestaan om aan dit boek te werken.

Een heel plezierig leesbaar boek. Zo divers dat het misschien nuttig is om het niet in één ruk uit te lezen, opdat de onderdelen dan beter beklijven.

Een perfect geschenk voor notoire somberaars.

Charles GroenhuijsenOptimisten hebben de hele wereld. ISBN 978-94-92867-01-8, 371 pagina’s, €20,-. Den Haag: Einstein Books 2017.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.