Het woord als gevoel

Toonder als essayist

Essays over tekenfilm, taal, literatuur, kunst en maatschappij.

Dit is het tweede deel van Het complete proza van Marten Toonder. Het bevat essays, voorwoorden, lezingen en ingezonden brieven. Het boek bestaat uit zeven afdelingen die elk handelen over een bepaald onderwerp. Die onderwerpen zijn de tekenfilm, collega’s, taal, literatuur, kunst, maatschappij, techniek en Toonder in de oorlog.

Auteur en samensteller

Schrijver en tekenaar Marten Toonder (1912-2005) was niet alleen de schepper van onsterfelijke figuren als Heer Olivier B. Bommel, Tom Poes en vele andere inwoners van Rommeldam, maar de schepper van een groot oeuvre.

Klaas Driebergen (1979) studeerde Nederlands. Zijn eindscriptie handelde over de Bommelstrips en droeg de titel Bommel en Bijbel. Hij blijft zich nog steeds verdiepen in het werk van Toonder en noemt zichzelf verslingerd aan Olivier B. Bommel. Latere uitgaven zijn Marten Toonder: Een dubbel denkraam. Samen met Dick de Boer bundelde hij gedichten van Toonder in Nu is de moen gevangen: Alle poëmen van Marten Toonder. Hij is nu bezig met een vierdelige serie over beschouwend proza van Toonder. Deel I was getiteld Heer Bommel en ik.

De tekenfilm

Als Marten Toonder over de tekenfilm spreekt is het vrij verdedigend. De tekenfilm is iets voor kinderen en in de bioscoop dient het slechts als een voorfilmpje voor de echte film. Qua kunstvorm vindt Toonder de tekenfilm superieur aan de zogenaamde fotografische film. Daar is geen kunstenaar aan het werk, maar een fotograaf die slechts de techniek gebruikt. De maker van de tekenfilm is een echt scheppend kunstenaar. Hij is in staat om getekende figuren tot leven te wekken, een vorm van magie.

Collega’s

Een striptekenaar moet natuurlijk goed kunnen tekenen. Wat Toonder heel belangrijk vindt is dat de personages echte karakters zijn met een duidelijke expressie. Dat lukt meestal niet met de ‘klare lijn’. Daarbij wordt alles in één lijn getekend. De lijn is overal even dik. Toonder beweert dat dit veroorzaakt werd door het tekenen met een stalen pennetje. De latere koperen pen en het marterharen penseel gaven meer mogelijkheden. Toonder gebruikte deze middelen. Hergé gebruikte de klare lijn met als gevolg dat zijn Kuifje uitdrukkingsloze puntjesogen had. De striptekenaar moet volgens Toonder ook een goed verhalenverteller zijn. Dat gold bijvoorbeeld voor Hergé, die hij een rasverteller noemt. Lovend is Toonder over Walt Disney, maar ook over Hans G. Kresse (Eric de Noorman), Piet Wijn (Koning Hollewijn, Panda, Kappie), Andries Brandt, Dick Matena en Jan Kruis.

Taal en literatuur

Toonder is volgens velen een taalkunstenaar. Toch zegt hij zelf dat het bijna onmogelijk is gevoelens juist onder woorden te brengen. Er zijn te weinig woorden om alle gevoelens te kunnen uiten. Vanwege de ontoereikendheid van de taal heeft hij zijn toevlucht gezocht tot het maken van tekeningen bij zijn teksten. Ondanks zijn bescheidenheid worden de verhalen over Heer Bommel tot de literatuur gerekend. Daarvan getuigen de Bommelboeken in de reeks Literaire Reuzenpockets. Toonder rekent zijn boeken tot de vertelkunst, terwijl hij weet dat deze boeken in Nederland minder hoog worden aangeslagen. Het vertellen van een sterk verhaal is vaak niet de kracht van de Nederlandse literatuur. Er wordt meer gewerkt aan een fraaie stilistische vorm.

Bommelfiguren aan het woord

De bijdragen in deze essaybundel bestaan niet alleen uit serieuze essays. In een paar stukken komen Bommelpersonages aan het woord. Dit zijn kostelijke stukken. We horen bijvoorbeeld Olivier B. Bommel zelf. Als heer van stand kritiseert hij schrijvers als Hugo Raes, Remco Campert en Jan Holsbergen. Ze vertonen een gebrek aan eerbied voor de betere standen. Hij verdenkt ze ook van Rode invloeden. Erg vermakelijk is het stuk waarin de Edel Lachbare Heer van Rommeldam, burgemeester Dickerdack, aan het woord is.

Kunst

Vermakelijk en soms kritisch zijn de essays over kunst. Een mooi voorbeeld is het essay De Dorian Gray-magie. Eerst uit hij zich heel negatief over de opera en dan vooral over de verhalen. Hij noemt het gezongen keukenmeidenromans. Toonder is ook niet gecharmeerd van de zangers en zangeressen. Dames van tweehonderd pond geven zich met grote gebaren uit voor luchtgeesten of waternimfen, en heren met hangbuiken en wapenrustingen geven breed gesticulerend bescheid. Het hoofdstuk gaat in hoofdzaak over schilderijen in het Mauritshuis. Hij bewondert de techniek van het schilderen, maar heeft veel kritiek op het afgebeelde.

Een interessante en vaak vermakelijke essaybundel die de veelzijdigheid van Marten Toonder duidelijk aan het licht brengt.

Marten Toonder – Het woord als gevoel. Het complete proza deel 2. Verzameld door Klaas Driebergen. IBSN 978-90-8268-551-0, 255 pagina’s, € 23,49. Amstelveen: Klaas Driebergen 2017.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Diversen, Verzamelbundel. Bookmark de permalink.