Afscheid van talent
Laatste songs van 44 popmusici die (te) vroeg het leven lieten.
Pophelden die ons door ziekte, zelfdoding, ongeluk of moord voortijdig ontvielen, geven kennelijk gemakkelijk voedsel aan de gedachte dat zij hun overlijden wellicht hebben voorzien. Met deze insteek werd een portrettengalerij van laatste liederen van popzangers samengesteld.
Om discussie over hiërarchie te vermijden is ervoor gekozen de datumvolgorde van een kalenderjaar aan te houden. De eerste die aan bod komt is dus Hank Williams die uiteindelijk op 1 januari morsdood op de achterbank van een auto bleek te liggen. Hekkensluiter is de al jaren verlamde Curtis Mayfield die op 26 december overleed.
De verzameling van 44 necrologieën levert een bont gezelschap op en vraagt van de lezer een redelijk brede interesse in het onderwerp popmuziek. De samenstellers hebben bijvoorbeeld ook iemand als Jacques Brel op de lijst gezet. Uiteraard ontbreken grote namen als Presley, Morrison, Hendrix, Lennon, Mercury, Joplin, Marley en vele anderen niet.
Van alle personen wordt hun einde beschreven als ook lezen we over hun laatste muzikale wapenfeiten. Daarbij wordt gezocht naar tekenen die erop wijzen dat de vroeg gestorvenen hun einde zagen naderen. Dit blijkt nogal eens het geval. Met name verwijzingen naar de tekst en/of de manier waarop nummers werden uitgevoerd kunnen beslist de indruk wekken dat men het einde voorvoelde. In sommige gevallen was de lichamelijke conditie immers zo zorgwekkend dat dit zeker niet opzienbarend is.
Auteurs/Samenstellers
Bernard Hulsman (1958) is boekenredacteur van NRC Handelsblad en schrijft sinds 1985 over architectuur en popcultuur. Hij schreef verschillende boeken. Pieter Steinz (1963-2016) was journalist, literair criticus en schrijver van non-fictie. Hij was directeur van het Nederlands Letterenfonds en schreef onder meer Made in Europe en (samen met zijn dochter Jet Steinz) Gids voor de wereldliteratuur. Hij overleed aan de spierziekte ALS. Dit boek verscheen in 2006, maar werd onlangs in een radio-uitzending aangeprezen, waarna de uitgever talloze telefoontjes ontving en besloot een herdruk te maken.
Bij het lezen van de goed geschreven portretten valt de aandacht voor de muziek zelf, zoals trouwens meestal met boeken over popmuziek het geval is, vaak tegen. De lezer wordt goed geïnformeerd over teksten, optredens en biografische feiten, maar waar het over de muziek gaat wordt men niet veel wijzer. Zo valt te lezen:
Tempo is rustig, voorzichtige hoempa (Williams), drie-akkoordengeweld (Valens), onbekommerd intro (Cline), Helder aangeslagen gitaarakkoorden met doowop-achtig slot (Cochran), krijst, haalt uit op zijn gitaar (Buckley), ingehouden percussie en klaterend pianospel (Morrison), Subtiel pianootje en beschaafd brushende drummer (Brood), zingt de laatste regel van het refrein een octaaf lager (Presley), eenvoudige begeleiding met onvaste stem (Cash), lieflijke gitaarakkoorden en meefluitbare melodie (Hendrix), voorzichtige bas, bluesy piano en fragiele stem (Croce), orgeltje dat vier minuten lang het nummer zal opzwepen (Joplin), IJle trompetjes (Brel), dromerig keyboardthema dat half Japans is (Lennon), Zoete violen en omfloerste blazers (Cooke), Sonore, melancholieke vibrafoontonen (Ace).
Met deze informatie moeten we het muzikaal gezien doen. Overigens, in praktisch alle literatuur over popmuziek is dit de normale gang van zaken. Vrijwel nooit krijgt de luisteraar informatie over bijvoorbeeld de structuur van een song en hoe die is opgebouwd. Om maar iets te noemen dat toch niet een onoverkomelijke kwestie kan zijn om aandacht aan te besteden.
Afgezien van dit punt hebben de samenstellers Bernard Hulsman (1958) en Pieter Steinz (1963) een buitengewoon informatief boek geschreven waar liefhebbers van popmuziek beslist veel plezier aan zullen beleven.
Een mooie verzameling verhalen over muziekhelden die we niet mogen vergeten!
Bernard Hulsman & Pieter Steinz – Zwanenzangen, de laatste liederen van vroeg gestorven pophelden. Met foto’s van Lex van Rossen. ISBN 978-90-542-9481-8, 164 pagina’s, € 17,50. Schoorl: Uitgeverij Conserve 2006, herdruk 2017.