Adèle

Sexy en geestig gingen zelden zo goed samen

Ze sprak het woord kut uit alsof ze het net bij Maison de Bonneterie gekocht had’.

Delleke Hameetman (Adèle), afkomstig uit de Amsterdamse Jordaan, was een eigengereid kind. Op haar vijfde huurde ze voor een dubbeltje een step met luchtbanden, ging daarmee op pad naar het IJ, nam de pont en stepte door naar het Vliegenbos. Dat niemand wist waar ze in die uren was maakte haar niet uit. Ze wilde grenzen over, op avontuur gaan, de vrijheid hebben. Die eigengereidheid heeft ze haar hele leven gehouden en deze eigenschap maakte haar tot de onweerstaanbare, eigenwijze, verbazingwekkende maar ook weinig op regels gestelde vrouw die ze was: Adèle Boemendaal, uniek in de wereld van cabaret en toneel. Een fenomeen van jewelste. Niemand kreeg vat op haar. Ze bepaalde zelf hoe ze leefde. Sexy, ordinair, ingetogen, ontroerend, een intrigerende kunstenares.

In interviews zei Adèle Bloemendaal dat ze pas rond haar vijftigste enig artistiek houvast had gevonden. Vóór die tijd kwam ik terecht in een paar leuke voorstellingen, enig om te doen, maar het waren toevalstreffers. Ze speelde voor zalen waar geen mens zat, om een seizoen later avond na avond voor een uitverkocht huis te staan. Het was maar goed dat ze van kind af aan ‘rebels’ was geweest, dat kwam haar goed van pas in de wereld van het cabaret waar ze als jonge meid startte. Na een kort huwelijk waarvoor ze drie jaar in Amerika verbleef – een periode waaraan ze niet meer dan de achternaam ‘Bloemendaal’ overhield – ging ze vol enthousiasme aan de gang. Ze werd samen met Leen Jongewaard aangenomen bij de groep Puck. Voorwaarde was dat ze op spraakles gingen, want ze moesten dringend van hun ‘plat Amsterdams’ af. In het klasje ontmoetten ze Piet Römer, de drie raakten stevig bevriend.  Jaren later kwam het afgeleerde accent uitstekend van pas bij de voorstellingen van Citroentje met suiker. Het ging op en af met het succes. Pas nadat Adèle rond haar vijftigste liedjes-avonden ging vullen met Adèle’s keus werd het succes een permanente factor in haar bestaan. Mét dat succes kwamen de aanbiedingen voor aantrekkelijke schnabbels. En zo kwam het dat Adèle op haar vijftigste de cover van de Playboy sierde en in de fotoreportage binnenin het blad liet zien dat ze er zíjn mocht! En als we het nu toch over bloot hebben: uit diezelfde tijd stamt de beroemde campagne van het chocolademerk Bros, waarin Adèle, naakt in een bubbelbad met haar moeder ligt te bellen. De film eindigde met de iconische schaterlach van de diva. Adèle besteedde het honorarium aan een volgende facelift, ingrepen waarover ze altijd uitgebreid sprak met privé-journalist Henk van der Meijden van de Telegraaf. Ze was goed met hem bevriend, had zelfs – toen hij 22 was – een korte relatie met hem gehad.

Auteur

Henk van Gelder (1946) is journalist. Hij schrijft onder meer voor NRC Handelsblad. Hij schreef biografieën van Simon Carmiggelt, Leen Jongewaard, Jacques van Tol, Bram Vermeulen en Joop van den Ende.

Wie aan dit boek begint, blíjft lezen. Met het verhaal van haar leven – ik heb hier niet eens  haar carnavalskrakers genoemd, puur voor het geld gezongen maar wel met een aanstekelijk enthousiasme waarmee ze jarenlang feesten beheerste – vertelt Van Gelder de geschiedenis van de jaren zestig, de jaren van optimisme, feesten, seksuele  vrijheid en vriendschap.

Daarmee is dit levensverhaal van Adèle meer dan alleen de geschiedenis van een fenomenale vrouw die tegenslagen had, maar steeds dapper haar hoofd weer ophief.

Dit is een ontroerend, vrolijk en verrukkelijk boek over de vrouw die op haar doodskist een clownsneus liet leggen. Humor was haar grootste wapen, wie om haar lachte, was ongewapend.

Een boek om achter elkaar uit te lezen.

Henk van Gelder – Adèle. Uit het rijke leven van Adèle Bloemendaal. ISBN 978-90-3880-153-7, 304 pagina’s, €19,99. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Biografie, Cabaret. Bookmark de permalink.