Pubermaffia
Maffiabazen worden opgepakt. Jongensbende probeert een crimineel vacuüm te vullen.
In Napels is de zestienjarige Nicolas Fiorillo aanvoerder van een club losgeslagen jongens. Hun rolmodellen vinden ze op de sociale media als ook op straat waar de jongens opkijken tegen criminelen die zich verrijken aan drugshandel en afpersing.
Zoals alle maffioso heeft Nicolas een bijnaam. Hij wordt Maradja genoemd. De schooiertjes hebben allemaal een criminele naam. Die zijn soms wonderlijk zoals Tandje, Draak, Lollipop, Slappehap of Kaakje. Het lijkt wat ondeugend maar de criminele pubers spelen het spel op vileine volwassen wijze. Ze verdienen flink door te dealen en zijn keihard als er iemand eens gestraft moet worden. Oude omaatjes afpersen levert ook veel euro’s op.
Nicolas alias Maradja wil echter het liefste een eigen ‘paranza’ hebben. Leiding geven aan een eigen maffiabende. Hij meent dat zich daarvoor een goede gelegenheid voordoet als twee godfathers met de namen Copacabana en Aartsengel worden opgepakt. Een definitief zetje om een eigen paranza op te richten, is een afrekening in het criminele milieu waarvan Maradja samen met enkele kornuiten getuige is.
Maradja komt in het bezit van een vuurwapen. Dit geeft hem status. Het lukt hem daarmee leider te worden van een hechte club jongens. Hij weet in contact te komen met maffiabaas de Aartsengel. Deze heeft huisarrest en ziet in Maradja een mogelijkheid zijn macht te blijven uitoefenen. Maradja wordt geïnformeerd over de plek waar de crimineel een wapenarsenaal heeft verborgen. Dit bevindt zich in het pinguïnverblijf van een dierentuin. Het is vermakelijk zoals de soms naïeve jongens zich voorbereiden op het leeghalen van het depot. Zijn pinguïns misschien gevaarlijk? Pikken ze hun geslacht niet kapot? Er wordt druk gegoogeld.
Eenmaal in bezit van een enorm arsenaal aan schiettuig moet er geoefend worden. Wat vervolgens gebeurt is ronduit hilarisch. Tijdens de verjaardag van een stokoud besje geven ze aan alle buurtgenoten voor een kapitaal aan vuurwerk. Terwijl dit wordt afgestoken kunnen de bendeleden ongestoord hun nieuwe wapens uitproberen en zich oefenen. Dat er van alles misgaat als jongetjes in een volksbuurt met Kalasjnikovs gaan trainen laat zich raden. Het grote werk begint als de eerste slachtoffers vallen.
Auteur
Roberto Saviano (1979) werd bekend door zijn boek Gomorra waarin hij vertelt over de economische heerschappij van de Camorra, de Napolitaanse maffia. Hij schreef ook artikelen over de georganiseerde misdaad in het algemeen. Als gevolg hiervan leeft hij vanaf 2016 onder voortdurende politiebescherming. Deze ‘verzonnen’ roman over een jeugdbende die uiteindelijk het kwaad boven het hoofd groeit is berust op waar gebeurde feiten.
Het duurt niet lang of andere geharde criminelen betwisten het jeugdig geboefte de macht op straat. Er wacht een dramatische ontknoping.
Een schokkende roman over straatterreur van jongens die denken dat je uit de loop van pistool een mooi leven kan toveren. Zeker aan bevolen voor wie geïnteresseerd is in ontspoorde jongens van veertien tot achttien jaar.
Roberto Saviano – De kinderen in de sleepnetten. Vertaald uit het Italiaans (La paranza dei bambini) door Jan van der Haar. ISBN 978-90-234-7280-3, 384 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: De Bezige Bij 2018.