De eerste Hitlerjaren
Historicus William E. Dodd is van 1933 tot 1937 Amerikaanse ambassadeur in nazi-Duitsland. Weinigen geloven zijn waarschuwing dat Hitler een ernstig gevaar voor de wereldvrede is.
William Dodd (1869-1940), zijn vrouw Mattie (1876-1938), zoon Bill (1905-1952) en hun 24-jarige dochter Martha (1908-1990) zetten op 13 juli 1933 voet op Duitse bodem. De nieuwe ambassadeur van de VS was niet de eerste keuze van President Roosevelt. Eigenlijk wilde niemand de baan. En toen Dodd werd benaderd had hij ook zijn twijfels. Liever werkte hij aan zijn levenswerk, de geschiedenis van het oude zuiden van de VS. Toch nam hij het aanbod aan in de hoop genoeg tijd over te houden om te schrijven.
Dodd kende Duitsland. Hij had er van 1897 tot 1899 een deel van zijn studie voltooid. Natuurlijk was hij op de hoogte van de politieke ontwikkelingen, maar toch zag hij de Duitse toekomst met vertrouwen tegemoet. Dat zou heel snel veranderen. Duitsland was bezig in een huiveringwekkend tempo te nazificeren.
Vanaf 22 maart 1933 toen een voormalige kippenboer, een zekere Heinrich Himmler, in een persconferentie het eerste concentratiekamp onthulde, moesten de Duitsers zich voortdurend schikken naar de druk van de nazi-overheersing, de Selbstgleichschaltung. Het duurt niet lang of Dodd moet constateren dat Hitler en zijn bende niets anders zijn dan een horde criminelen en lafaards.
De ambassadeur en zijn gezin nemen intrek in een pand aan de Tiergartenstrasse. Het is een enorm huis met veel afgelegen kamers. Dit is vooral een voordeel voor dochter Martha, een aantrekkelijke jonge vrouw die zich graag erotische belangstelling laat welgevallen en zich die eveneens graag laat smaken op de riante canapé in de bibliotheek. Eén van haar geliefden schrijft: ‘Ze was als een vlinder die in de buurt van mijn penis bleef fladderen’.
De butler van Dodds, Fritz, vatte het bondig samen: ‘Dat was geen huis, dat was een huis van lichte zeden.’
Haar opmerkelijkste lover was ongetwijfeld Rudolf Diels, hoofd van de pas opgerichte Gestapo. En niet alleen deze nazi was een ladykiller. Moeder Mattie vond Goebbels charmant en sprankelend gezelschap en ook Göring bleek een minzame persoon. De enige van wie je in zijn nabijheid vrijwel direct onpasselijk werd, was Adolf Hitler.
Auteur
Erik Larson (1954) is een Amerikaanse journalist en schrijver van non-fictie. Zijn roman De Lusitania werd uitgeroepen tot het beste non-fictieboek van 2015. In dit boek neemt hij ons mee naar wat abusievelijk wel ‘de goede Hitler jaren’ worden genoemd. Dit kan misschien betrekking hebben op de vermindering van de werkloosheid, maar Larson laat door de ogen van ambassadeur Dodd duidelijk zien dat de nazi’s van meet af aan op niets ontziende wijze hun doelen nastreefden.
In 1933 zou Duitsland door de gemeenschappelijke legers van Frankrijk, Tsjechië en Polen nog gemakkelijk verslagen kunnen worden. Maar deze kans werd niet gegrepen. Hitler twijfelde daar trouwens geen moment aan. Hij wist dat Duitsland de tijd zou worden gegund zich op een succesvolle oorlog voor te bereiden. Inmiddels weten we dat het weinig heeft gescheeld.
Dit magistrale werk geeft een verbijsterend beeld van een zich ontwikkelende catastrofe.
Erik Larson – Tiergartenstrasse. Vertaald uit het Engels (In the Garden of Beasts) door Aad van der Kooij. ISBN 978-90-452-1505-1, 412 pagina’s, € 24,90. Uithoorn: Karakter Uitgevers 2018.