Spotvogels

Vogelaars zijn helemaal niet saai

‘Een toefje rood van het puttertje en de grauwste dag fleurt op’.

Zeg nooit tegen iemand die ‘een hobby zoekt’: ‘Is vogelen niets voor jou?’ Met zo’n aanmoediging geeft u er blijk van niets van het vogelen te begrijpen. Want ‘vogelen’ mag weliswaar worden beschouwd als een hobby die talloze beoefenaars trekt, maar je kunt het in het verste verte niet vergelijken met golfen, ook zo’n tijdverdrijf voor grijze haren. Weer fout.

 

Auteurs

Jean-Pierre Geelen (1964) is journalist en al twintig jaar vogelaar. Hij werkt bij de Volkskrant, sinds 2001 als tv-criticus. Saskia van Loenen (1969) werkt als journalist op de eindredactie van NRC. Ze is voorzitter van Pers & Prent en sinds vier jaar vogelaar. De twee auteurs schrijven columns voor het blad Vogels van Vogelbescherming Nederland. Drie jaar in print, nu op de website.

Vogelaars worden door cabaretiers, door beroepsgrappenmakers, getekend als suf ogende, saaie, bejaarde mannelijke nerds met afritsbroeken, maar in de praktijk valt dat mee.

Saskia van Loenen vogelt gewoon in haar dagelijkse, kleurrijke jeugdige outfit, en geen vogel kiest schichtig het luchtruim daarvoor. Vogels zijn immers ook kleurrijk? Haar schrijvende column-partner kon zijn ogen aanvankelijk niet geloven, dat is waar, maar hij herstelde zich snel. Inmiddels hebben de beide vogelvrienden drie jaar lang om en om gevederde columns geschreven en ze verstaan elkaar prima. Sterker, ze zingen een prachtig duet in hun liefde, vertedering en enthousiasme voor het gevederde dons.

Columns

Welke columns moet uw vogelminnende recensent noemen als de mooiste in een boekje als dit? Het verhaal (‘waargebeurd’, aldus JPG) van de huilende zwaan, dat je niet kunt lezen zonder een brok in de keel van ontroering? Het verhaal waarbij vrolijke herkenning de boventoon voert: over het voeren van vogels in de tuin waardoor je het hele jaar gasten hebt? En de verontwaardiging die je daarna voelt als die volgegeten fladderaars vervolgens een nest in de buurtuin bouwen? Ook zo’n mooie: de Aso-vogelaar. Vogelaars zijn altijd heel sociale mensen: ze delen hun ontdekkingen graag met mede-vogelliefhebbers. Maar als je nu zelf een nest ontdekt van bijvoorbeeld een blauwborst, of je hebt een nachtegalenbosje gevonden… dan aarzel je toch: dat ga ik toch niet delen met anderen? Stel dat er allemaal vreemden op af komen, dat het druk wordt in jouw eigen bijzondere bosje? Als je zwijgt over jouw eigen vogelplek, ben je dan heel erg Aso?

Liefst zou ik hele columns citeren, zo leuk aardig en plezierig vind ik deze bundel. Herkenning, grote glimlachen, lekker-puh-gevoelens: ‘ik zie ik zie wat jij niet ziet’, dat is wat dit boekje oproept. En meer natuurlijk, veel meer.

Vreemde vogels

In dit boek staan niet alleen foto’s van de vogels die in bepaalde columns te sprake komen, maar ook een aantal geestige vogelaar-tekeningen van Peter van Straaten, foto’s van boekomslagen met foto’s, drank-etiketten met vogels, een hele lijst vogelnamen voor wie met scrabble indruk wil maken… je kunt het zo gek niet bedenken: als het vogelt leest het. Zelfs de politiek speelt een rol als, gedurende de formatie, Mark Rutte namen afvinkt in de bestuurlijke contreien.

En toch, geeft dit vrolijke en mooie boekje niet aan iemand die een hobby zoekt, want vogelen leer je niet. Je bent een vogelaar of je wordt het uit louter vogelliefde, vogelliefde overvalt je als verliefdheid, maar het moet wel in je genen zitten!

Een beeld van een boekje!

Jean-Pierre Geelen & Saskia van Loenen – Spotvogels. Een vrolijke veldgids over vogels en vogelaars. Met tekeningen van Peter van Straaten. ISBN 978-90-5937-509-3, 141 pagina’s, €14,99. Amsterdam: Bas Lubberhuizen 2018.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Natuur. Bookmark de permalink.