Overlever van Neuengamme ontsnapt ook nog aan vernietigend bombardement en de daarop volgende scheepsramp.
Het bewogen levensverhaal van Wim Alosery (1923*).
Als kleine jongen zwerft Wim Alosery door de straten van het vooroorlogse Kattenburg in Amsterdam om uit de handen van zijn drinkende stiefvader te blijven. De liefde voor zijn zus geeft zijn dagen wat kleur. Zo leert Wim te overleven en ontwikkelt hij eigenschappen die tien jaar later zijn leven zullen redden.
Na het uitbreken van de oorlog wordt Wim op enig moment opgeroepen voor de verplichte Arbeitseinsatz. Hij vertrekt positief ingesteld naar Duitsland, maar het werk wordt allengs zwaarder. Liggend op het dak van een rijdende trein ontvlucht hij. Hij duikt onder bij een boer in West-Friesland waar hij zich maandenlang onder de grond verbergt. Tijdens een razzia wordt zijn schuilplaats echter ontdekt en wordt hij gedeporteerd naar Kamp Amersfoort. Korte tijd later wordt hij overgebracht naar concentratiekamp Neuengamme in Duitsland.
In kamp Neuengamme worden niet-Joodse Nederlanders omgebracht. Niet in gaskamers, maar door arbeid. Wim wordt ingedeeld bij het onmenselijk zware graafcommando voor antitankgrachten in Noord-Duitsland. Hij weet echter te overleven; wat op zich al een wonder is.
Na een week of twee in het afgebakende quarantainegedeelte van Konzentrationslager Neuengamme besefte Wim dat overleven in een Duits concentratiekamp een kunst op zich was.
Wim weet het regime in het kamp te overleven en, enkele dagen voor de bevrijding komt hij, na een loodzware overtocht op de oceaanstomer Cap Arcona, met duizenden andere gevangene aan in de wateren bij Lübeck. Op twee kilometer voor de kust wordt het schip echter zwaar onder vuur genomen door jachtvliegtuigen van de RAF. De Cap Arcona, wordt vol getroffen en de gevangenen zitten benedendeks als ratten in de val.
Die nacht werd Wim steeds weer opnieuw opgeschrikt door explosies. Telkens als golven tegen de Cap Arcona sloegen, vreesde hij voor de inslag van een torpedo, maar de fatale klap bleef uit.
Het mag een wonder heten dat Wim ook aan dit helse inferno weet te ontkomen en aan land geraakt. Slechts vierhonderd van de zevenduizend gevangenen overleven de vernietiging.
Op 94-jarige leeftijd vertelt Wim zijn verhaal. Hij is de laatste overlevende. Ondanks zijn kampsyndroom, waar hij met hulp en steun van vrouw mee afrekent, wordt hij geen verbitterde man. Sterker nog, hij heeft het leven lief en omarmt de mens en de vrijheid.
Dit is een bijzonder werk. Wanneer het een fictief verhaal zou betreffen in plaats van een autobiografisch relaas, zou het wellicht zelfs ongeloofwaardig zijn. Doorzettingsvermogen en jeugdervaringen zorgen ervoor dat Alosery het leven in drie concentratiekampen en een scheepsramp overleeft.
De auteur
Frank Krake (1968) studeerde Marketing Strategy aan de RUG en werkte geruime tijd in het bedrijfsleven. Hij publiceerde in de Verenigde Staten en schreef de autobiografie De rampondernemer (2013) en Menthol (2016), over de eerste gekleurde man in Twente. Naast zijn schrijfwerk is hij een veelgevraagd spreker.
In dit boek doet Wim zelf – op hoge leeftijd – zijn verhaal en Krake vat het in woorden. Dat gebeurt overigens op een bijzondere wijze. Respectvol, puur, raak en nergens over de top. Hij bedient zich van een uiterst beeldende schrijfstijl wat bewerkstelligt dat de lezer een transparant en eerlijk beeld krijgt van de ontberingen die de hoofdpersoon heeft moeten doorstaan.
Wanhoop, doorzettingsvermogen, inventiviteit en emoties zijn de ingrediënten van dit uitzonderlijke relaas.
*Wim Alosery overleed op 2 mei 2018, enkele dagen voordat hij kort zou spreken bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam.
Frank Krake – De laatste getuige. De man die drie concentratiekampen en een scheepramp overleefde. ISBN 978-90-8247641-5, 312 pagina’s, € 19,99. Hengelo: Uitgeverij Achtbaan 2018.
Deze recensie wordt gepubliceerd in samenwerking met http://ht-c-communicatie.nl/.
Dit boek werd tevens besproken in het programma Puur Cultuur van MeerRadio op 9 mei 2018.