Nederlands jongste en tevens langstzittende premier kijkt terug op zijn rijke leven
Ruud Lubbers (1939-2018) had een imposante nationale en internationale carrière in het bedrijfsleven en het openbaar bestuur. Een aantal van zijn ervaringen staan in dit boek.
Zomer 1982. Nederland leidt onder een enorme economische crisis met een werkeloosheid die de pan uit rijst. Na de verkiezingen krijgt het CDA van premier Dries van Agt het voortouw in de kabinetsformatie. Plotseling treedt Van Agt terug, hij is moe van twaalf slopende jaren, eerst als minister van justitie en daarna als partijleider en premier. Minister Jan de Koning wil zelf niet opvolgen, maar hij weet zijn partijgenoten ervan te overtuigen dat Ruud Lubbers de beste keuze is. Lubbers die erover dacht om de politiek te verlaten. Het leven neemt een wending en daar ga je. En zo staat na afloop van de formatie het eerste kabinet-Lubbers op het bordes met Koningin Beatrix.
Twaalf jaar en drie kabinetten later verlaat een vermoeide Ruud Lubbers Den Haag, na 7777 dagen in de politiek werkzaam te zijn geweest. Die 7777 dagen worden de werktitel van een document waarin Lubbers zijn herinneringen toevertrouwt aan Theo Brinkel, werkzaam bij het Wetenschappelijk Instituut van het CDA. Na een paar maanden is dat document klaar. Alvorens tot publicatie over te gaan laten de heren het manuscript lezen aan ‘enkele hoofdrolspelers’, namelijk Koningin Beatrix en oud-ministers Job de Ruiter en Hans van den Broek. Hun vrijwel gelijkluidend advies: nuttig dat deze aantekeningen gemaakt zijn, maar laat het ‘net als vlees eerst besterven en ga in ieder geval op korte termijn niet voor publicatie’. Met name ons regeringshoofd wijst daarbij op het feit dat Kohl op dat moment nog regeringsleider is. Die oproep tot prudentie wint aan zwaarte wanneer ik het verzoek krijg om minister van staat te worden. Het is voor de Nederlandse parlementaire geschiedenis te hopen dat nu, vele jaren later, dit document alsnog in de een of andere vorm algemeen toegankelijk wordt.
Auteur
Rudolphus Franciscus Marie Lubbers volgde de middelbare school bij de Jezuïeten aan het Canisiuscollege in Nijmegen. Hij sloot zijn studie economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam in 1962 cum laude af. Na het overlijden van zijn vader trad hij samen met zijn broer toe tot het familiebedrijf Hollandia. Hij vervulde verschillende maatschappelijke functies bij onder andere het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond en de KRO. Voor de toenmalige KVP was hij lid van de Rijmondraad. In 1973 werd hij minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. In 1977 werd hij lid van de Tweede Kamer, van 1978-1982 was hij daar fractievoorzitter van het CDA. Na zijn premierschap werd hij hoogleraar Globalisering aan de Katholieke Universiteit Brabant en daarna Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR) in Geneve. Na zijn terugkomst in Nederland zette hij zich in voor de duurzaamheid. In 2006 en in 2010 fungeerde hij als informateur.
Tijdens het opschrijven van zijn herinneringen werd de historica Hannah Aukes door zijn zoon Bart gepeild of zij deze wilde aanvullen door middel van interviews en er een boek van maken. Zijn gezondheid nam echter af en in juni 2017 moest hij ermee stoppen. Aukes heeft toen, in overleg met Bart, het manuscript afgemaakt. Ruud Lubbers heeft het nog voor zijn overleden gezien en gefiatteerd.
Over zo’n omvangrijke carrière valt veel te zeggen en te schrijven. Ruud Lubbers heeft het allemaal in 264 goed leesbare pagina’s, onderverdeeld in korte hoofdtukken samengevat.
Waarover gaat het onder andere? Hier volgt een korte selectie.
Deutschfreundlich
Over het ouderlijk gezin. Vader Paul die in de oorlog door de Duitsers werd opgepakt. Als reden werd opgegeven dat hij niet deutschfreundlich was. Jaren later zou Duitse Bondskanselier Helmut Kohl Lubbers’ kandidatuur als voorzitter van de Europese Commissie torpederen. Desgevraagd motiveerde hij zijn veto: Das ist doch einfach. Der Ruud ist nicht deutschfreundlich. De huidige Bondskanselier Angela Merkel is het hier niet mee eens: Gedurende uw ambtsperiode als minister-president heeft u zich verdienstelijk gemaakt voor de Duits-Nederlandse betrekkingen. Daarvoor dank ik u hartelijk.
Jezuïeten
Op het Canisius las de jonge Ruud veel en kwam onder andere in aanraking met het werk van de Jezuïet Pierre Teilhard de Chardin. Hij leerde er onderhandelen en bekleedde voorzitterschappen van alle mogelijke clubjes. Nu, vele jaren later, heeft hij een zwak voor de jezuïtische paus Franciscus, en noemt diens komst naar Rome een godswonder. De huidige Nederlandse kardinaal Wim Eijk aanvaardt hem eigenlijk nog niet. Maar ook die tijd gaat weer voorbij. De kern van het verhaal is dat niets bevroren is.
Een wat merkwaardig verhaal over zijn verliefdheid op een Duits meisje, maar zijn uiteindelijke keus voor Ria, waar hij overigens geen nooit spijt van heeft gehad.
Minister
Hoe minister Lubbers optrad tijdens de oliecrisis van 1973 en hoe tegen het einde van het kabinet de vice-premier Dries van Agt en ik vinden dat er een eind moet komen aan de lijn-Den Uyl. Tijdens de formatie van 1977 valt hij, mede door de verdeling van de ministersportefeuilles onder de CDA ‘bloedgroepen’ buiten de boot.
Hoe hij soms wordt beveiligd. Wanneer Ria aan een bewaker vraagt of hij de post niet moet controleren, antwoordt hij verbaasd: ‘Maar mevrouw, daar waag ik mij niet aan. Er kan wel een bom in zitten!’
Premier
Eerste minister Lubbers saneert de nationale economie en is zo populair dat hij na een grote verkiezingsoverwinning ‘zijn karwei mag afmaken’. Hij is befaamd om zijn dossierkennis en zijn ‘meedenken’ met zijn ministers wordt lang niet altijd geapprecieerd. Aan het eind van de rit bekent hij ruiterlijk grove fouten te hebben gemaakt rondom zijn opvolging en zijn beoogde opvolger. Maar ik was mijnerzijds toch zeer deloyaal tegen Elco Brinkman. Kennelijk was ik over de rooie. Een keuze waarvan ik later denk: fout, fout, fout, fout, Ruud.
Ook zijn onverwacht terugtreden als UNHCR komt aan de orde. Het zijn pijnlijke herinneringen aan een mensenleven.
Niet voor bange mensen
De titel van de Epiloog luidt Wie is Ruud Lubbers eigenlijk? Hij constateert dat hij eigenlijk weinig veranderd is sinds zijn jeugd en dat hij weinig principes in zijn leven heeft gekend. Het doel is belangrijker dan principes. Eén van de slotalinea’s luidt: Politiek is niet voor bange mensen. Je komt vaak genoeg in situaties waarvan de mensen zeggen: dat kan toch niet! Maar dat kan wel. In liefde en oorlog is alles geoorloofd. In de politiek lijkt dat niet anders te zijn. Je moet je de kunst eigen maken om brutaal te zijn, het tempo hoog te houden, je schouders op te halen en worries van je af te laten glijden. Dat heb ik mijn kinderen ook verteld. Een kenmerkend stuk, een ander kan het niet mooier zeggen dan Ruud zelf.
Het boek leest lekker weg. Ik zou bijna zeggen als een spannend jongensboek, maar daar doe ik de auteur te kort. Het is namelijk ook een bijzonder interessant stuk Nederlandse geschiedenis van de hand van iemand die daar een belangrijke rol in speelde.
Boeiend en verhelderend.
Ruud Lubbers – Persoonlijke herinneringen. ISBN 978-94-600-3871-6, 271 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Uitgeverij Balans, tweede druk 2018.
Dit boek werd tevens besproken in het programma Puur Cultuur van MeerRadio op 23 mei 2018. Het geluidsbestand vindt u hieronder.