Een web van lijken
Na vele jaren keert een biologe voor wetenschappelijk onderzoek terug naar de Zweedse moerasgronden van haar jeugd. Ze wordt geconfronteerd met huiveringwekkende gebeurtenissen.
Nathalie Ström is biologe en heeft een eenvoudig huisje gehuurd langs de zompige veengronden waar ze opgroeide. Ze doet voor haar proefschrift onderzoek naar de effecten van broeikasgassen.
Spoedig blijkt dat de jonge vrouw ambivalente gevoelens koestert ten aanzien van de keuze voor deze Zweedse plek. Op haar twaalfde zijn haar ouders daar fataal aan hun einde gekomen, waarna Nathalie elders bij pleegouders werd ondergebracht. Ze had ook naar Duitsland of Polen kunnen gaan om dit veldwerk te verrichten. Wat dreef haar ertoe veertien jaar later terug te gaan naar de streek Vänerland, naar het landgoed Mossmarken, waaraan zoveel belastende herinneringen kleven?
Het veengebied was in haar jeugd bekend geworden vanwege het Vossenbessenmeisje, een goed bewaard veenlijk van misschien wel 2000 jaar oud dat bij toeval werd gevonden. Het lichaam was gespietst aan een grote paal. Het zou een zoenoffer voor het veen zijn geweest.
Nathalie wil zich echter afsluiten voor haar verleden en richt zich volledig op de gestelde wetenschappelijke taak. Ze wil daarbij zo min mogelijk contact hebben met verschillende bewoners die haar gelukkig niet herkennen als het twaalfjarige meisje dat op dramatische wijze haar ouders verloor.
Elke dag komt er een jongeman langsrennen die een daarvoor speciaal joggingparcours aflegt. Hij heet Johannes en zoekt aarzelend contact met de biologe. Er groeit een amoureuze vriendschap.
Tijdens een onweersbui verdwijnt Johannes. Een ongeruste Nathalie gaat hem zoeken. Midden in het veengebied vindt ze haar vriend. Met een hoofdwond ligt hij bewusteloos in de modder. Nathalie alarmeert een ambulance en de politie. Terwijl Johannes in coma naar het ziekenhuis wordt gebracht, doen politie-inspecteur Leif Berggren en politiefotograaf Maya Linde, onderzoek. Wie heeft Johannes aangevallen?
De zaak wordt ernstiger als in de buurt een pas gedolven graf wordt gevonden. Het kan haast niet anders of dit was voor Johannes bedoeld. Heeft de te hulp snellende Nathalie de moordenaar gestoord?
Wanneer men kort daarop wederom een gespietst veenlijk aantreft dat niet 2000, maar slechts een paar jaar oud is, wordt het politieonderzoek opgeschaald. Maya, die net als Nathalie uit dezelfde streek afkomstig is, ontdekt op haar foto’s de schim van een man op de plaats delict. Wie scharrelt daar rond?
Auteur
Susanne Jansson (1972) werkte in Göteborg en New York als journalist en fotograaf. Van deze eerste roman zijn inmiddels de rechten in 20 landen verkocht.
Het verhaal over het veen dat zijn offers eist, kent een mooie opbouw. Telkens worden in een goed gedoseerd tempo de geheimen van het bloeddorstige moerasgebied en zijn al even mysterieuze bewoners aangedragen en ontsluierd. Daarbij wordt de lezer meegezogen in de onheilspellende sfeer van paranormale verlatenheid, zonder dat de keiharde speurtocht naar een niets ontziende moordenaar wordt losgelaten. Bovendien, waarom worden bij alle slachtoffers, ook in de broekzak van de gevelde Johannes, een flink aantal gouden tienkronenmunten aangetroffen?
Eindelijk weer eens een waarachtige thriller: zonder omhaal lekker griezelig en spannend.
Susanne Jansson – Het offerveen. Vertaald uit het Zweeds ( Offermossen) door Tineke Jorissen-Wedzinga. ISBN 978-94-031-2070-6, 288 pagina’s, € 15,00. Amsterdam: Uitgeverij Cargo 2018.