Beul uit lijfsbehoud
Poolse jood valt door verraad in Duitse handen. Als onderknuppel van de SS weet hij de concentratiekampen te overleven. Dit wordt hem na de oorlog niet in dank afgenomen.
Zo is er een avond waarop bij het appel een SS’er de doden telt en ziet dat een van de gevangenen een been mist. Kennelijk is de ongelukkige dit bij het werk kwijtgeraakt door een ongeval. Terwijl de gevangenen haast letterlijk staan te bevriezen in de sneeuw en een snijdende wind meedogenloos door hun gestreepte dunnen kleding waait, blijft de SS’man maar doorzeuren over het ontbrekende been. Dat kan toch zomaar niet verdwijnen. Iedereen moet op appel blijven staan totdat het been boven water is!
De kapo’s, de Joodse onderknuppels die voor de SS de orde moeten handhaven, zoeken koortsachtig. Tenslotte, tot grote opluchting van de tot het bot verkleumde gedetineerden, vindt iemand het been in een laadbak van een vrachtwagen en gooit het neer bij de voormalige eigenaar. De SS’er is tevreden, zo klopt het allemaal tenminste weer. Hij gebaart achteloos met zijn hand Appell entlassen!
In 1912 komt in het Poolse Bielsk Heinrich (Heinz) Bontscheck ter wereld. Op de avond van Eerste Kerstdag 1935 vertrekt hij vanuit Kassel richting Nederlandse grens. Hij heeft een paar duizend Reichsmark bij zich, wat dollars en enkele juwelen. Tijd voor verdere voorbereidingen neemt hij niet. In zijn Duitse Fremdenpass staat geen Nederlands visum dat hij nodig heeft om Nederland binnen te komen. Hij moet het er illegaal op wagen.
Bontscheck is een kundig kleermaker. Tot de Duitse inval in 1940 zal hij in ons land niet welkom zijn. Regelmatig kan hij door zijn werk in zijn onderhoud voorzien, maakt hij vrienden die hem helpen, wordt hij verliefd, verlooft zich en trouwt met Beppie, maar een Nederlandse verblijfsvergunning wordt Heinz niet gegeven. De volkomen in Nederland geassimileerde Poolse Jood zal tot de eerste Joodse lichtingen behoren die in Westerberk worden ondergebracht.
Auteur
Aline Pennewaard (1978) is historicus. Ze werkt momenteel aan haar promotieonderzoek naar de deportaties van Joden vanuit Nederland naar de concentratiekampen.
Als Heinz vanaf 1942 in achtereenvolgens verschillende concentratiekampen terecht komt, slaagt hij erin de positie van kapo te verwerven. Onder supervisie van de SS ziet hij toe op de orde in een bepaalde gevangenenbarak. In ruil ontvangt hij als kapo privileges als betere kleding, verwarmd onderkomen en minder inferieur eten. Van een kapo wordt verwacht dat hij de wind er goed onder heeft. Heinz heeft daarom losse handjes en knuppelt en ranselt er regelmatig op los om zijn gezag te doen gelden. Hij weet dat een slappe kapo door de Duitsers of door wraak beluste gevangenen zal worden afgemaakt. Er is geen weg terug.
Wanneer Bontscheck de oorlog overleeft en vervolgens afreist naar Australië waar zijn familie woont, wordt hij herkend door gevangenen die door hem in de kampen werden mishandeld. De oorlog blijkt nog steeds niet ten einde gekomen.
Een uitstekend geschreven, goed gedocumenteerd, maar huiveringwekkend document dat alle aandacht verdient.
Aline Pennewaard – Van kleermaker tot kapo. De oorlog van een Duits-Joodse vluchteling. ISBN 978-90-468-2365-1, 272 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Uitgeverij Nieuw Amsterdam. 2018