Drank en spelen
Op weg naar de Olympische Spelen van 1928 wordt een wet aangenomen om het nuttigen van alcohol aan banden te leggen. Criminelen ruiken hun kans.
Bij de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam kreeg bokser Bep van Klaveren een gouden plak in de klasse vedergewicht. Nederland had flink gelobbyd om de Spelen naar Amsterdam te krijgen. 1920 en 1924 gingen aan de neus voorbij. Vooral door de inspanningen van Tellegen, burgemeester van Amsterdam en baron Van Tuyll van Serooskerken, lid van het Internationale Olympisch Comité, kreeg onze hoofdstad in 1928 de sportieve wereldeer.
Uiteraard was er ook steun uit Den Haag. Zowel de politiek in de figuur van premier Ruijs de Beerenbrouck als ook prins Hendrik, de echtgenoot van Koningin Wilhelmina, liepen warm voor de internationale sportmeting. Toch was er in het parlement ook weerstand. Een wet die openbare verkoop van drank verbood bleek wisselgeld voor steun aan de Olympische Spelen.
Terwijl Bep van Klaveren trainde voor de Spelen van 1928, werd ook in Amsterdam volop gebokst. Antonie Donkers was een plaatselijke beroemdheid die ook privé zijn vuisten maar moeilijk tegenhield. Zijn vader, een gewelddadige, drankzuchtige tiran, werd uiteindelijk door zijn zoon met een directe rechtse tegen de grond geslagen.
Antonie onderhield een hartstochtelijke relatie met Helena Kantenvisscher. De liefde was beslist wederzijds. Helena kwam echter uit een andere sociale klasse en maakte carrière als persoonlijk secretaresse en tolk in de Franse taal bij de politieke top. Zo stond zij vooraan bij de voorbereidingen van de Spelen. Terwijl Antonie als bokser een jongen van de straat blijft, wordt Helena een invloedrijke vrouw. Hun relatie komt ernstig onder spanning te staan.
Op zeker moment geraakt Antonie in een bloedig conflict met Theodorus Bakker. Deze man wordt de Slachter genoemd. Hij is een machtige onderwereldfiguur, een sadistische reus van een kerel met een hofhouding vol vechtjassen. Hij chanteert Antonie en zijn vrienden. Ze worden gedwongen voor de Slachter geld te genereren door clandestiene alcoholstokerijen op te zetten en een afzetmarkt te creëren. Eén van de vrienden van Antonie heet Henry Pierre Heineken. Hij blijkt een expert.
Inmiddels is een wet ingevoerd die openbare verkoop van drank verbiedt. De onderwereld ruikt ogenblikkelijk kans om veel geld te verdienen aan al diegenen die hun borreltje wel erg missen. De daarmee sterke verhoging van criminele activiteiten, met name in Amsterdam, ontgaat de regering in Den Haag niet. Steeds meer stemmen gaan op om drankwet af te schaffen. Er blijken echter politici die zelf financieel voordeel hebben bij de vermaledijde wet en die liever niet zien verdwijnen.
Wanneer in 1928 de Spelen plaatsvinden komt een machtsstrijd tussen onderwereldfiguren over de clandestiene drankvoorziening tot een climax.
Auteur
Robert van Oirschot (1966) is ondernemer en organisatieadviseur. Dit is zijn debuutroman.
Centraal staat een fictieve drooglegging van Nederland zoals deze in de jaren twintig in Amerika een feit was. De hieruit voortvloeiende misdadige activiteiten als ook de voorbereiding van de Olympische Spelen zijn het decor van een brandende liefdesverhouding die de lezer tot het einde in spanning houdt.
Robert van Oirschot – Droog. ISBN 978-90-443-5327-3, 335 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: The House of Books 2018.