Een oldtimer voor elk kleinkind
Voor hij overlijdt wil de bejaarde Poolse immigrant Tony Kowalski schoon schip maken. Hij neemt daartoe een jonge journaliste in de arm en spreekt zijn herinneringen uit in een door haar aangeschaft dicteerapparaat. Daarnaast schenkt hij een aantal nazaten van verschillende minnaressen uit zijn verleden elk een prachtige oldtimer. Dit boek gaat over zijn herinneringen, waarin naast zijn Joodse hartsvriend Tanek elke minnares een bescheiden, maar onvergetelijke rol speelt.
Auteur
Miriam Guensberg (19500 is filosofe en schrijver. Haar vader was een Poolse Jood die in 1944 meehielp Breda van de nazi’s te bevrijden. Zijn traumatische verleden inspireerden zijn dochter bij het schrijven van Poolse tranen (2013), Ooit (2015) en nu ook dit boek. Het is voor de lezer een vraag wat er waar is en wat verzonnen.
Kowalsky werd als Myron Kaminski in een Pools plattelandsdorp geboren. Ondanks het feit dat hij als jongetje werd misbruikt door pater Mazur ontvluchtte hij zijn liefdeloze ouders door (op kosten van de kerk) naar het seminarie te gaan. Desalniettemin verried hij zijn vriend Tanek door Wisla, het meisje waar deze verliefd op was, te verleiden. De scene wordt lichtvoetig beschreven: Ik trilde, beefde, suste en kuste haar, tilde haar op, woelde door haar honingblonde krullen, beet in haar oorlel, ontdeed haar langzaam van haar trui, blouse, hemmetje, rok, slipje… Naakt stond ze voor me.
De oorlog brengt Myron naar Perugia waar Tanek verblijft en samen besluiten ze te gaan vechten voor de Poolse regering in ballingschap. Tanek wil wraak nemen voor het uitroeien van zijn Joodse familie door de nazi’s en Myron geeft als kapelaan geestelijke bijstand. Ze trekken naar Frankrijk, verblijven in Schotland en nemen in 1944 deel aan de invasie van Normandië. Via België komen ze in Zeeuws-Vlaanderen en tenslotte Breda. Het aldaar verleiden van Sophie wordt hem door Tarek kwalijk genomen.
Hoe het verder gaat met Myron en het vreselijke geheim dat hij met zich meedraagt, moet u zelf maar lezen, evenals het verhaal over de oldtimers die hij verzamelt en dat van zijn naamsverandering, die te maken heeft met het verschrikkelijke verhaal dat hij met zich meedraagt. Maar de verhalen over de verschillende minnaressen en niet te vergeten de hond zijn daarentegen vrolijk van toon.
Tegen de achtergrond van verschrikkelijke, maar vrij oppervlakkig aangestipte zaken als kindermisbruik, Jodenvervolging, de onderdrukking van Polen in en na de oorlog lezen de avonturen van Kowalsi als een onderhoudende schelmenroman.
Het op zichzelf afschuwelijke misbruik door de pater lijdt zelfs het volgende hilarische moment: Ik beet zo hard als ik kon in de roze paal van Mazur… (die) gilde als een mager speenvarken.
Ook de liefdesscènes zijn met humor neergepend. Alles wat ze deed werd door haast en vuur gedreven: haar kussen, rok omhoog, broekje uit. Koningin vluggertje.
En zo verbindt de auteur tragiek en humor, waarbij de nadruk op de humor ligt. Vooral leuk om te lezen, maar toch schuurt het bij mij een beetje. Desalniettemin heb ik van dit boek genoten.
Miriam Guensberg – Vrachtbrief. ISBN 978-94-6297-092-2, 248 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Uitgeverij De Kring 2019.