Wanhopige wals met de dood
Commissaris Montalbano zoekt zijn rechterhand.
De Siciliaanse politiecommissaris Montalbano lijdt sinds een tijd aan slapeloosheid. Het is een kwaal die hem zelfs tijdens zijn werk parten begint te spelen, want in zijn vak is het zaak altijd helder, wakker, alert en anderen te slim af te zijn. Het is de schuld van de naderende ouderdom, denkt hij somber. Zelfs een stevige whisky bezorgt hem geen goede nacht. Als hij na een aantal doorwaakte uren al vroeg op zijn veranda gaat zitten, van waaruit hij zicht heeft op zee, ziet hij een akelig tafereel. Een meeuw duikt naar het strand, zakt ineen, en begint vertwijfeld rondjes te draaien, wanhopig roepend, alsof hij om hulp roept. Als Montalbano hem te hulp wil schieten is het te laat. De meeuw sterft. De commissaris krijgt de dansende dood niet uit zijn gedachten. Is dit de manier waarop meeuwen altijd sterven of was er meer aan de hand? Hij piekert. Maar veel tijd om na te denken krijgt hij niet.
Want als hij, bekaf van de doorwaakte nacht, op het vliegveld aankomt waar hij zijn vriendin Livia zal ophalen om samen een korte vakantie te houden, moet hij nog even naar het bureau. Hij brengt Livia thuis en vertrekt. En dan gaat het ‘even naar het bureau’ opeens erg lang duren. Hij wordt opgewacht door een eigenaar van vissersschepen die hem vertelt van zijn vermoeden van een drugs-smokkelroute op zee. En waar Montalbano zich tijdens zijn vrije dagen altijd volledig kan verlaten op zijn rechterhand Fazio, komt diens vrouw Grazia hem vertellen dat haar man ‘zoek’ is. Hij is weg, verdwenen en neemt zijn telefoon niet op. Dat is niets voor hem. Grazia is ontzettend ongerust. Montalbano belooft hulp. Als Fazio zijn vrouw en het bureau niets laat horen, kan het niet anders of dat bellen wordt hem belet. Hij wordt gevangen gehouden, verkeert in gevaar. Misschien was hij een gevaarlijke handel op het spoor.
Auteur
Andrea Camilleri (1925) werd in Sicilië geboren. Hij begon zijn carrière als theaterregisseur en begon pas op latere leeftijd te schrijven. Zijn eerste roman verscheen in 1978, de Nederlandse vertaling ervan, De loop der dingen, pas in 2000. In 1994 verscheen de eerste Montalbano, waarvan er inmiddels 25 op zijn naam staan, goed voor drie miljoen verkochte exemplaren. Dit is het vijftiende deel. Camilleri verkreeg het eredoctoraat van de Universiteit van Pisa. Hij woont momenteel in Rome. De hoogbejaarde auteur is steeds slechter gaan zien, maar hij blijft werken en dicteert tegenwoordig zijn teksten.
Commissaris Montalbano roept een aantal collega’s te hulp en zij besluiten Fazio te gaan zoeken bij de haven en bij een afgelegen gebied waar geen verstandig mens ooit komt. Er zijn daar diepe, droge putten en de politie stuitte daarin al eerder op lijken. Ook dit keer doen zij een lugubere vondst. Maar daarbij blijft het niet.
Wie Camilleri leest, verblijft op Sicilië. De lezer gaat mee in de ups en downs van Montalbano’s liefdesleven, deelt zijn voorkeur voor specifiek Siciliaans eten en maakt kennis met zijn liefde voor het landschap. Montalbano IS Sicilië en we krijgen de misdaad erbij.
Uitstekend en heel beeldend geschreven, knap van opbouw, humoristisch, maar ook melancholiek op zijn tijd.
Helaas zijn er veel delen uit de reeks Montalbano’s uitverkocht, anders zou je ze allemaal willen gaan kopen. Op naar de bibliotheek dus maar, in de hoop dat die ze wel heeft.
Een thriller van topkwaliteit!
Andrea Camilleri – De dans van de meeuw. Vertaald uit het Italiaans (La danza del gabbiano) door Willy Hemelrijk. ISBN 978-90-76270-999. 264 pagina’s, €19,95. Amsterdam: Uitgeverij Serena Libri 2019.