De zielendokter als Duracell-konijn
Niet genoeg gedeclareerd, u staat een uur in de min!
Hij heeft een prachtig vak, vindt de schrijver.. Zijn 65plus-patiënten lijden aan meerdere kwalen en worden daardoor vaak de verkeerde kant op gestuurd. Ook geestelijk speelt lang niet iedereen meer de eerste viool. Als ouderenpsychiater is het zijn roeping en taak het leven van die patiënten weer zo goed mogelijk in banen te leiden. Hij schrijft medicijnen voor, bouwt overtollige medicatie af, voert gesprekken, troost en pept op, schakelt paramedische therapeuten in en heeft als hoogste doel de patiënten een optimale kwaliteit van leven te geven in de nadagen van hun bestaan. Terug in hun zelfstandige situatie of onder de liefdevolle zorg en toezicht in een verpleegtehuis. Ouderenpsychiater is een complex beroep. Niet gemakkelijk, maar dankbaar.
Helaas zien de managers binnen de GGZ (geestelijke gezondheidszorg) dat anders. Al dat gepraat met patiënten kost te veel tijd, navragen of eens langslopen bij een opgenomen man of vrouw is nergens voor nodig, telefoneren met bezorgde familieleden evenmin. Nodig zijn in hun ogen slechts díe handelingen, die gedeclareerd kunnen worden. Ze hebben daarvoor dagstaten ingevoerd, elke staat telt 18 kolommen, iedere handeling kent zijn eigen code. Ingewikkeld? Welnee, het is een kwestie van wennen en de dokter zal zien dat het dan een fluitje van een cent is. En als hij dan nu maar consequent noteert, kunnen zij weer meer declareren bij de verschillende verzekeringen. O, en nog iets: voortaan moet hij niet meer tijdens een consult een recept uitschrijven maar de medicatie noteren in de status. Daarna kan de patiënt het echte recept aan de assistente vragen. Dan is dat apart declarabel. De dokter staat met zijn uren in de min. Daar moet dringend iets aan gebeuren.
De dokter werkt zich dag in dag uit een slag in de rondte, doet bepaald niet aan prikklokken. Het verwijt dat hij ‘in de min’ staat, komt hard aan. Mijn hemel, waar gaat het naar toe met de zorg? Hij besluit eens een week lang al zijn handelingen te gaan noteren, op de minuut af. Dan zullen de keiharde managers zien dat harder werken niet kan. En misschien zien zij dan ook wel in, dat ze nonsens uitkramen.
De weerslag van die week vormt dit boek.
Auteur
Frits Oostervink (1952) studeerde geneeskunde aan de VU in Amsterdam en specialiseerde zich tot psychiater in Maastricht. Tijdens die opleiding maakte hij kennis met de ouderenpsychiatrie. Hij is er inmiddels dertig jaar werkzaam.
Toen hij startte in 1984 deed tevens de computer zijn intrede in de verslaglegging van patiënten. Het gebruik van de computer in de geneeskunde leidde, volgens Oostervink, in later jaren tot een ongebreidelde verzamelzucht van data die het werk in de zorg overschaduwen. Daarbij werd in die tijd als gevolg van bezuinigingen, op advies van de commissie Dekker een vermindering voorgesteld van 15.000 ziekenhuisbedden in vijftien jaar tijd. Klap op de vuurpijl was de stelselwijziging van de ziektekostenverzekering. De kwaliteit van de zorg werd het slachtoffer van de rekenmeesters.
De schrijver vertelt aan de hand van verhalen over patiënten wat hij in de notitieweek allemaal doet. Hij laat zien hoe belangrijk het is om even de dochter van mevrouw X. te bellen, de zoon van meneer Y. te woord te staan, een extra praatje te maken met de oude dame die hij vorige week niet gezien had: ze klaart helemaal op van het doktersbezoek en slaapt die nacht weer goed. Declarabele consulten? Dat niet, het zijn alleen tijdrovende, maar wel broodnodige handelingen. In tegenstelling tot voorheen noteert hij nu: telefoongesprek dochter X. 15 minuten et cetera.
Wie in dit boek een week meeloopt met deze bevlogen psychiater wordt al bijna moe van het lezen. De dokter lijkt op een Duracell-konijn, als anderen bekaf naar huis gaan, legt hij nog een visite af, vult een staat in, schrijft een e-mail, belt een collega voor overleg en leest vakliteratuur.
Een ronduit fascinerend boek. Goed en meeslepend geschreven. Vol herkenning voor de werkers in de gezondheidszorg en voor patiënten en familieleden. Het zou een handboek moeten zijn voor wie deze sector denkt te kunnen besturen zonder enig benul van de werkvloer.
Gezondheidszorg heeft bestuurders en managers nodig, maar dan wel met kennis van alle zaken en niet alleen rekenmeesters.
Een boek dat vele ogen openen kan en moet.
Frits Oostervink – Help, de psychiater wordt gek. Als patiënten hamerstukken worden: zorgen om de zorg. ISBN 978-90-7890-506-6, 340 pagina’s, €20,99. Maassluis: De Brouwerij 2019.