‘Papa zou zeggen…’ maar papa zei nooit zo veel
Vaak gun ik mijn moeder een lievere zoon, met meer geduld.
Zevenentachtig is ze, Paula, de moeder van Marcel van Roosmalen. Ze woont in Velp, maakt weinig mee, maar genoeg om haar schrijvende zoon er uit en te na over op te hoogte te stellen. Nadat ze weduwe is geworden bezoekt de zoon haar vaker dan voorheen. Dat zijn geen feestbezoekjes. Want moeder bedoelt alles meer dan goed, maar bij zoonlief liggen ergernis en irritatie veelvuldig op de loer.
Neem dat terugkijken op zijn vader… Keer op keer zegt moeder: ‘Papa zou zeggen…’ en dan worden vader postuum allerlei teksten toegedicht die hij nooit zou hebben gebezigd. Papa zou zich uitlaten over de verandering van het weer, over een kapotte staafmixer, over internetbankieren, de onbegrijpelijke handleiding van het gehoorapparaat, de aanbieding van de slavinken en de aanschaf van een overdosis aardbeiengebak… De zoon concludeert dat moeder zijn vader na diens dood heeft omgetoverd tot een droomman, een perfecte versie van zijn toch al ideale zelf.
Van Roosmalen heeft al verschillende columns over zijn moeder geschreven. Daarmee is zij een bekende geworden voor zijn trouwe krantenlezers. Voor diegenen die haar niet eerder ontmoetten hakketakt de auteur in een kort Woord vooraf haar portret. Moeder is verse worst, Renault Clio tot ze echt een gevaar op de weg werd, zeven operaties in tien jaar, alles vijf keer zeggen en zelf het antwoord niet verstaan, twee deurbellen en zeven sloten op de achterdeur, Stuyvesant Rood, niet op een stoel kunnen zitten, sport op televisie, iedere maandag met een plantje naar het graf van mijn vader en ga zo maar door. Voor de lezer verschijnt een breekbare vrouw, lief maar niet gemakkelijk, voor zichzelf noch voor anderen. Want: Mijn moeder is veel, de laatste jaren steeds meer, maar ook steeds minder.
Een voorbeeld van dat ‘niet gemakkelijk’ blijkt uit een korte strijd die zij voert tegen ‘Het Systeem’. Moeder ergert zich eraan dat haar bankpasje nog steeds op de naam van haar en haar man staat. Dat klopt niet, want vader is al geruime tijd dood. Zoon voorziet een heleboel ellende, maar rekent buiten zijn moeder. Die stapt op ‘n dag strijdvaardig naar de bank om de zaak recht te zetten en wordt vervolgens bijna gewurgd door Het Systeem. Ze kan niet meer pinnen, haar flexibel krediet en haar hypotheek moeten opnieuw worden afgesloten en het aanvankelijk hulpvaardige bankpersoneel krijgt nachtmerries van moeder. Maar: ze krijgt haar zin. Dat dan weer wel.
Auteur
Marcel van Roosmalen (1968) is journalist en schrijver. Hij schrijft al jaren columns en reportages die regelmatig werden gebundeld. Succesvol voorbeeld Het is nooit leuk als je tegen een boom rijdt (2011). Onlangs verscheen Op pad met De Dikke Prins, de biografie van Vitesse-icoon Theo Janssen.
Het aantal boeken over moeder rijst de pan uit. Daar heeft het boekenweekthema van 2019 De moeder de vrouw zeker aan meegeholpen, maar ook het toenemend aantal bekende schrijvers als Grunberg, Maarten ’t Hart, Van Dis, Yvonne Keuls en anderen die over hun moeder schreven. De columns die Hugo Borst in het AD schrijft over zijn dementerende moeder hebben zelfs geleid tot wijzigingen in overheidsbudget en beleid ten aanzien van verpleegtehuizen.
Van Roosmalen is niet bezig met beleid. Hij schrijft haarscherpe portretten, liefdevol en cynisch, op geamuseerde, maar vaak ook geïrriteerde toon. Zijn moeder is al even tweeslachtig met zijn columns bezig. Ze is trots op wat hij schrijft en schaamt zich er ook voor, helemaal als het beschrevene niet tot in detail met de werkelijkheid overeenkomt. ‘Ik gun haar vaak een lievere zoon, met meer geduld,’ schrijft de zoon.
Liefde genoeg in dit mooie boek. Ook tederheid mag wel eens steken.
Marcel van Roosmalen – Het zijn de kleine dingen die het doen. ISBN 978-90-290-9330-9. 191 pagina’s, €18,99. Amsterdam: Meulenhoff 2019.