Over de grens

Verknoeide jeugd

Wanneer moeder is overleden en vader hulpeloos achterblijft neemt de oudste dochter de zorg voor het gezin op zich. 

Henriette (Henni) Schöning is twaalf jaar als de oorlog voorbij is. Het dorpje Velda, dicht tegen de grens met België, leek voor het geweld gespaard te blijven. Het Ardennenoffensief eind 1944 bracht de oorlog toch dichtbij, maar verdween gelukkig weer.

Henni’s ouders zijn eenvoudige mensen. Herbert Schönberg werd tijdens de oorlog ingezet bij een explosievenopruimingscommando. Hij keert in 1945 levend terug bij zijn gezin: moeder Maria en de vier kinderen. Dat zijn Hennie, de twee jaar jongere tweeling Johanna en Matthias en Fried die weer vijf jaar later was gekomen.

Aanvankelijk is Maria dolblij haar man weer in de armen te kunnen sluiten, maar na enkele weken blijkt Herbert te lijden aan een zware post traumatische stres stoornis. Hij is voor geen enkele arbeid meer geschikt en verliest zich totaal in sombere godsdienstwanen. Hij wordt daarin gesteund door een zelfzuchtige dorpspastoor, die hem onbezoldigd eenvoudige kosterswerkzaamheden laat uitvoeren.

Maria staat er geheel alleen voor. Henni, die volgens haar leerkrachten geknipt was om naar het gymnasium te gaan, wordt van school gehaald om het huishouden draaiende te houden. Wanneer moeder twee jaar later overlijdt neemt Henni in haar eentje de zorgen over het gezin over.

Om financieel rond te kunnen komen laat Henni zich graag ronselen voor smokkelpraktijken. Koffie is in België goedkoop te verkrijgen en in Duitsland duur te verkopen. Henni moet meelopen met kinderpatrouilles die als verkenners voor de volwassen smokkelaars worden uitgestuurd. Dit gaat enige tijd goed.

Hoewel vader Herbert op aanstichting van de pastoor zijn kinderen het liefst wil onderbrengen in een katholiek kindertehuis weet Henni dit te voorkomen door een gezond huishoudboekje dankzij de smokkelgelden waar haar vader niets vanaf weet. Wanneer na verloop van tijd de smokkelroutes door verscherpte grenscontroles onmogelijk zijn geworden, lukt het Henni toch nog om via gevaarlijke routes over het verraderlijke veen koffie te smokkelen. Door een dramatische samenloop van omstandigheden komt hier ook een einde aan en lukt het vader en de pastoor de kinderen onder te brengen bij verschillende opvoedingsinstellingen.

Auteur

Mechtild Borrmann (1960) begon pas na een carrière als dans- en theaterpedagoog, gestalttherapeut en personeelsmanager met het schrijven van romans.

 

 

 

 

 

Dit is een indringende roman over loyaliteit en opoffering binnen een gezin. Zelfs wanneer de kinderen verspreid worden over verschillende katholieke opvoedingsgestichten waarin regimes heersen waar de honden geen brood van lusten. De kinderen worden geconfronteerd met wrede, machtsgeile nonnen zonder enig normbesef. Eenmaal volwassen kijken ze terug op hun totaal verknalde jeugd, maar blijken de onderlinge loyaliteit en opoffering ongeschonden.

Een huiveringwekkende roman over de tragiek van een versplinterd gezin.

Mechtild Borrmann – Over de grens. Vertaald uit het Duits (Grenzgänger) door Olga Groenewoud. ISBN 978-94-005-1083-8, 277 pagina’s, € 17,99. Amsterdam: A.W. Bruna 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Fictie. Bookmark de permalink.