Weldra zal ik onder de guillotine liggen

Ooggetuige van de Franse revolutie

Grace Dalrymple Elliott wist op wonderbaarlijke wijze aan de guillotine te ontsnappen.

Dit boek bevat, behalve de authentieke memoires van Grace Dalrymple Elliott (1754-1823), een uitgebreide inleiding waarin de schrijver een toelichting geeft op de achtergronden van het verhaal van Grace. Het daarop volgende hoofdstuk bevat een historisch overzicht van de Franse Revolutie. Dan volgt de kern van dit boek: de persoonlijke herinneringen van Elliot aan de Franse Revolutie, memoires over haar eigen ervaringen. Het laatste hoofdstuk bestaat uit een zeer uitgebreid overzicht van de personen die in het boek voorkomen. Ze worden niet alleen genoemd, maar ook kort beschreven. Door de begeleidende hoofdstukken krijgen we een heel betrouwbaar beeld van de Franse revolutie. Om een goede indruk te geven van de memoires volgen enkele anekdotes over de belevenissen van Grace.

Auteur

Joris Verbeurgt (1975) is militair historicus. Eerder schreef hij samen met Hans Verboven Een oorlog kan ook mooi zijn. Hij heeft de memoires van Grace Elliott zelf vertaald, ontdeed het manuscript van dwaalwegen en maakte er een lezenswaardig verhaal van.

 

 

 

Grace Elliott

Grace Elliott was een Schotse courtisane die op het nippertje aan de guillotine wist te ontsnappen. Als voormalige maîtresse van Louis-Philippe d’Orléans, intrigant en neef van de onthoofde Franse koning Lodewijk XVI, maakte ze de Franse Revolutie en de Terreur van nabij mee. Als jong meisje uit een Schotse advocatenfamilie werd ze uitgehuwelijkt aan een twintigjarige arts uit Londen. Haar buitengewone schoonheid maakte dat ze talrijke aanbidders had. Het huwelijk leed schipbreuk en zij werd bekend als professionele maîtresse.

Bekende minnaars waren onder andere Lord Cholmondeley, de Prins van Wales (de latere koning George IV) en de al eerder genoemde Franse hertog d’Orléans. Ze was zowel bekend met de hoogste hofkringen als getuige van besprekingen tussen revolutionairen. Ze vormde ook de spil van een netwerk dat terdoodveroordeelde aristocraten naar het buitenland hielp ontsnappen. Tussendoor spioneerde ze voor de Engelsen.

Marie Antoinette

De koninklijke familie was na een aanval op het paleis van Versailles door het ‘gepeupel’ weggevoerd naar Paleis van de Tuilerieën. ‘Monsters’, zo noemde Grace de revolutionairen. Zij stond duidelijk aan de kant van de koninklijke familie. De koning werd opgesloten. Alleen de koningin was het geoorloofd af en toe een rit te maken met haar rijtuig. Omstanders wierpen modder. Grace ontmoette de koningin enkele malen. De laatste had grote belangstelling voor haar dochtertje. Ze nam haar op de knie en noemde haar een mooi kindje. Grace noemde haar de meest lieftallige en beminnelijke koningin die ooit heeft geleefd.

De hertog d’Orléans

De hertog was haar belangrijkste minnaar. Hij liet haar naar Parijs komen. Zij kreeg een eigen fraaie huis met bedienden. De hertog kwam af en toe logeren. In de eerste regels van haar memoires vertelt ze dat ze met de hertog ging vissen, een onverwachte activiteit. ’s Avonds zouden ze naar het theater gaan, maar dat ging niet door vanwege de chaos in de stad.

Het is 12 juli 1789, een paar dagen voor de bestorming van de Bastille. Als ze 13 juli met haar koets over straat rijdt wordt het afgehakte hoofd van de heer De Foulon in haar rijtuig geworpen. Hoewel ze erg veel hield van de hertog verschilde ze van mening met hem over de revolutie. Zij steunde de adel en de koning, terwijl de hertog partij koos voor de revolutie. Hij stemde voor het doodvonnis van de koning. Grace noemde hem een lafaard. Ze bleef hem trouw tot aan zijn dood. Ook hij werd slachtoffer van het grillige bestuur.

Heldendaden en gevangenisstraf

Grace was bepaald niet bang. Zo verborg de ter dood veroordeelde markies de Champcenetz in haar huis. Tijdens een huiszoeking lag zij schaars gekleed in bed. Zo’n veertig man stond in haar slaapkamer. Zij mocht in bed blijven want ze kon zich moeilijk aankleden met al die mannen in de kamer. De gezochte heer lag echter bij haar in bed en werd niet gevonden. Hierna zorgde ze ervoor dat hij kon ontkomen naar Engeland. Dat deed ze ook voor enkele andere edellieden.

Grace werd enkele malen gearresteerd en gevangen gezet. Ze werd ter dood veroordeeld en wachtte ze in haar cel op haar executie. Haar celgenote was mevrouw Beauharnais, de latere echtgenote van Napoleon die later tot keizerin werd gekroond.

Met de val en de dood van Robespierre in juli 1794 kwam er een einde aan het Schrikbewind. Grace werd in vrijheid gesteld. De memoires die ze schreef eindigen hier. De Engelse koning George III gaf haar de opdracht haar belevenissen op te schrijven.

Voor wie geïnteresseerd is in de Franse revolutie is dit boek een onmisbare bron, zeker door de vele annotaties. De inleiding en de epiloog voegen veel historische feiten toe. Maar het zijn toch de persoonlijke herinneringen van Grace Elliott die dit  boek zo interessant maken.

Een onmisbare bron voor de geschiedenis van de Franse revolutie.

Joris Verbeurgt – Weldra zal ik onder de guillotine liggen. ISBN 978-94-6001-627-1, 254 pagina’s, € 22,50. Antwerpen: Uitgeverij Vrijdag 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Geschiedenis. Bookmark de permalink.