Ava Miller en ik

Obsessieve verhouding

Het verhaal van een vriendschap tussen twee vriendinnen van puberleeftijd tot jongvolwassenen.

De hoofdpersoon Sieg Engel is een meisje dat zich afzijdig houdt. Ze is alleen zichzelf zonder anderen om zich heen. Dat verandert als ze op de middelbare school Ava Miller ontmoet. Ava is het populairste meisje van de klas, ze is knap en heel uitbundig. Toch ontstaat er een hechte vriendschap. Dat die vriendschap lang standhoudt is een wonder, want Ava heeft een heel grillig karakter, ze is manisch depressief. Sieg blijft haar trouw, maar gaat in haar bemoeizucht heel ver, zeker als aan het eind Ava een verhouding krijgt met een professor.

Auteur

Kristien De Wolf (1969) is een Vlaamse schrijfster. In 1969 debuteerde ze in de Extaze-reeks met Rotgeluk, een bundel korte zedenkomedies waarmee ze veel indruk maakte. Naast het schrijven heeft ze een praktijk als personal coach. Ze begeleidt mannen, vrouwen en jongeren om hun innerlijke kracht te vinden, helemaal zichzelf te worden. Ze doet dit door persoonlijke begeleiding en workshops.

 

De roman heeft de ‘ik-vorm’ . Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Siegmund Engel. Het is een meisje dat zich isoleerde. Ze had al haar kleren zwart geverfd en ook haar ogen waren rondom met zwart oogpotlood opgemaakt. Ze vermeed aanrakingen, gromde of knikte in plaats van te spreken. Op school hield ze zich afzijdig. Wonderlijk is dat ze ondanks haar uiterlijk niet gepest werd. Haar isolement werd verbroken vanaf het moment dat ze in de Griekse les als enige een antwoord wist op de vraag wat Odysseus bewoog. Ze gaf een uitvoerig antwoord. Het gevolg was dat de populairste jongen en het populairste meisje toenadering zochten. Met Matisse, die zich opdringt zonder bijbedoelingen, en Ava Miller ontstaat zelfs vriendschap. Hoewel Sieg de hoofdpersoon is, krijgen we weinig inzicht in haar diepste bedoelingen. Ze cijfert zich weg en is alleen bezig met de grillige Ada.

De andere hoofdpersoon Ava Miller is een nogal afwijkend meisje. We leren haar kennen als een meisje dat veel aandacht vraagt. Ze is heel luidruchtig en staat steeds in het middelpunt. Toch ontdekken Sieg en Ava dat ze veel gemeenschappelijke ideeën hebben. We spraken over wat we lazen, op tv zagen, vergeleken meningen over wat ons bezig hield en verbaasden ons erover dat we over bijna alles hetzelfde dachten. Toch is het bijna niet mogelijk om je in dit meisje te verplaatsen. Van uitbundig meisje verandert ze ineens in een depressief persoon en de lange tijd dat ze absoluut geen seks wilde verandert in een tijd dat ze jongens verslond. Nooit wordt uitgelegd waarom deze veranderingen plaatsvonden. De schrijfster had hier meer duidelijkheid over moeten geven.

De plaats van seks in deze roman is opmerkelijk. Sieg moet er niets van hebben. Uit nieuwsgierigheid zoekt ze een aardige, rijpe man uit die haar moet ontmaagden. Hoewel het niet vervelend was, hoefde ze niet meer. Nog slechts één keer heeft ze seks. Het is meer een afstraffing. De man wilde tonen wie de baas was. De vreemde houding van Ava ten opzichte van seks bespraken we al hiervoor. Opvallend is dat het er veel op lijkt dat de jongens gebruikt worden. Heel extreem is de gang van zaken met de sexbom Tamara. De jongens hebben geen enkel verweer. Ze laten zich zonder enige terughoudendheid in het kruis tasten. En wie ze verkiest als minnaar gaat daar direct op in. Eigenlijk is deze Tamara een volkomen overbodig personage. De romantiek en de liefde zijn in deze roman ver te zoeken.

De Wolf schreef een psychologische roman. De analyses van de karakters zijn overmatig aanwezig. Dat is niet altijd boeiend. Het is wel bijzonder dat een groep jongeren in deze leeftijdsgroep zo van binnen uit wordt beschreven. Heel duidelijk is gemaakt dat hun leven vaak een zoektocht is. Bij wie wil ik horen? Ga ik mee met anderen of blijf ik mijn eigen lijn volgen? De schrijfster hanteert een verzorgde taal met veel geslaagde beeldspraak.

Een geslaagde roman over vrouwenvriendschap met veel diepgang.

Kristien De WolfAva Miller en ik. ISBN 978-90-6265-624-0, 299 pagina’s, € 19,50. Haarlem: In de Knipscheer 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Diversen. Bookmark de permalink.