Italiaanse Twintigste Eeuw
Wanneer zijn beroemde vader honderd wordt is er voor de zoon nog maar een week over om de eeuw van zijn vader af te sluiten.
Zijn vader is de stokoude beroemde kunstschilder Nemesio. Zijn zoon is naar hem vernoemd, maar wil Nemo worden genoemd. Hij is een nakomertje van maar dertig jaar.
Op de drempel van het jaar 2000 wordt een retrospectieve tentoonstelling georganiseerd om het genie van Nemesio te vieren. Hij is honderd geworden. Helaas verloopt de huldiging niet naar wens. De jarige moet doodziek worden afgevoerd naar een ziekenhuis.
Nemo heeft altijd een slechte relatie met zijn vader gehad, maar voelt zich nu geroepen, met tegenzin, om naar diens ziekbed te snellen. Het ziet er niet goed uit. In elk geval beginnen ze ermee één van de voeten van de jubilaris te amputeren.
Nemesio heeft een intens leven achter de rug. Als wereldberoemd schilder nam hij deel aan en overleefde hij twee wereldoorlogen, vocht met partizanen, ontmoette alle avant-gardekunstenaars van de eeuw en had een rijk erotisch leven.
Het leven van zijn zoon Nemo is hieraan geheel tegengesteld. Hij leeft een grijs bestaan en heeft een saaie baan als suppoost. Opeens echter brengt het broze bestaan van zijn oude vader hem in een flow waarin hij zichzelf en de lezer meeneemt om het bruisende leven van de oude man nog eens mee te maken. Het wordt een tijdlijn van dromen waarin hij het verhaal van zijn vader herbeleeft.
Het is een roman met stroomversnellingen. Het lethargische bestaan van Nemo wordt voortdurend onderbroken door het opwindende leven van zijn vader. Het begint al op jonge leeftijd wanneer Nemesio wordt meegenomen naar een spiritistische seance. Hij wordt vergezeld door een oom die het medium wil ontmaskeren. Tijdens het zogenaamd laten zweven van een tafel en het oproepen van overledenen uit het dodenrijk ontstaat een Monty Python-achtige sfeer.
Huiveringwekkend zijn de jaren van de eerste Wereldoorlog als Nemesio als dienstplichtige wordt opgeroepen. Ondanks de oorlogsgruwelen blijft de toets van de taal toch licht door de zwarte humor waarmee ook andere teksten voortdurend doordesemd zijn.
Ondanks zijn tandvleeskwalen klapperde het gebit van de antropoloog dat het een lieve lust was. ‘Reuma,’ bagatelliseerde hij, ‘ik heb last van vochtigheid.’
Hij probeerde een kus op haar hand te drukken, maar het lichaamsdeel schoot weg als een rat…
Het lukte hem om Nemesio’s penis tevoorschijn te halen en tot diens totale vernedering zei hij: ‘Die schuift net zo uit als mijn verrekijker.’
Auteur
Marco Rossari (1973) schrijft boeken en verhalen en is vertaler. In dit eerste in het Nederlands vertaalde boek laat de schrijver zien dat hij een gedreven verteller is. De terugblik van de oude Nemesio op zijn Twintigste Eeuw geeft een onderhoudende vogelvlucht over de roerige Italiaanse geschiedenis.
Een stevig boekwerk waarin levenservaring en historie om de eer strijden.
Marco Rossari – De honderd levens van Nemesio. Vertaald uit het Italiaans (Le cento vite de Nemesia) door Miriam Bunnik en Mara Schepers. ISBN 978-90-284-2767-9, 480 pagina’s, € 26,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2019.