Slavenhandel
Langs de Afrikaanse goudkust deelt de West-Indische Compagnie de lakens uit. De Hollanders en Zeeuwen beheersen de slavenhandel. Hun positie is niet onaantastbaar.
In 1667 won de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de Tweede Engelse Oorlog. De Engelsen werden smadelijk vernederd toen Admiraal Michiel de Ruyter brutaal de Londense wateren binnenvoer. Ook slaagde men erin Nederlandse forten aan de Goudkust van Afrika te heroveren.
In de jaren daarna kreeg de West-Indische Compagnie steeds meer macht aan de kust waar naast de goudhandel vooral de slavenhandel een winstgevend bedrijf was. De Hollandse nederzettingen en forten werden militair stevig bewaakt tegen de belangrijkste Europese concurrenten Engeland en Frankrijk. De rol van Portugal was vrijwel uitgespeeld, terwijl die van de Duitsers marginaal was. Dat zelfde gold voor de Arabische slavenhandelaren in dit gebied.
Aan de kust waren de Hollanders behoorlijk weerbaar, maar in het binnenland waren de Afrikaanse stamhoofden de baas. De Europese mogendheden sloten graag met de inlandse volkeren overeenkomsten, zeker ook waar het om de aanvoer van slaven ging. Dit betrof doorgaans wederzijdse Afrikaanse krijgsgevangenen.
In 1687 lijkt de aanvoer van slaven te stokken, terwijl men in de Nieuwe Wereld schreeuwt om mankracht om de plantages te bewerken. Tegen de afspraken in wordt daarom een vredelievend Afrikaans dorp overvallen. Afrikaanse slavenjagers nemen 110 mannen, vrouwen en kinderen gevangen en proberen ze verhandelen aan de Hollanders of welke slavenhaler ze maar wil kopen.
Deze roofpartij verstoort het wankele evenwicht tussen alle partijen en maakt duidelijk hoe de machtsverhoudingen in het gebied liggen. Niet alleen azen de Duitsers en Fransen op de 110 ongelukkigen die van huis en haard beroofd naar de hel lijken te worden gesleept, ook de Afrikaanse stamhoofden roeren zich. Gewoonlijk vinden ze het uitstekend wanneer Afrikaanse krijgsgevangen als slaaf worden verhandeld, maar deze groep valt daar toch buiten. Het wordt nog eens extra ingewikkeld als een geslepen Arabier er met de buit vandoor lijkt te gaan. Wanneer de Fransen zich ermee gaan bemoeien en de stamhoofden vuurwapens in ruil voor slaven worden aangeboden, ontstaat voor de Hollanders een brisante situatie.
Auteur
John Meilink (1961) is werkzaam in de ICT. Dit boek, waaraan hij zes jaar werkte, is zijn debuut. In deze historische roman slaagt de schrijver erin door een benijdenswaardige stijl van vertellen, verleidelijke cliffhangers en spannende, nooit storende flashbacks, een fantastisch verhaal neer te zetten.
Tussen alle feiten door worden scheepskapiteins, slavenjagers en slavenhalers, stamhoofden en zelfs een geflipte dominee, mensen van vlees en bloed. Vooral de vraag hoe en waarom die Hollanders, van scheepsjongen tot de directeur-generaal van de WIC uiteindelijk daar in Afrika terecht komen, krijgt een overtuigend antwoord.
Maar ook de motieven van de Afrikaanse stamhoofden geven veel reliëf aan de geschiedenis.
Het boek is voorzien van kaarten, aantekeningen, literatuurlijsten en een verklarende woordenlijst welke die comfort bieden. Ze zijn gemakkelijk te raadplegen.
Samengevat, dit is een werk dat iedereen die zich interesseert in de slavenhandel vanuit Afrika zeker moet lezen.
John Meilink – Kroesvee. Zonen van Jafeth. ISBN 978-94-602-2519-2, 429 pagina’s, € 24,50. Volendam: LM Publishers. 2019.