De geschiedenis van een kwijnend dorp
Hoe de zoon van Malle Marret zijn stokoude grootouders redde.
In het café van de bejaarde Sönke en Ella Feddersen komen met de dag minder klanten. Dat is wel eens anders geweest. In de goede oude tijd was het er een lawaai van jewelste, het Noord-Duitse dialect van de streek galmde tussen de muren. Sönke had altijd zijn woorden klaar, Ella was rustig en liet tegen zich praten, een prachtige combinatie. De twee hebben één probleem in hun leven: hun dochter Marret is op z’n zachtst gezegd ‘vreemd’, voorspelt iedereen het einde der dagen en is niet tot rede te brengen. Als Marret, zo onnozel als wat, op haar zeventiende zwanger wordt, dreigt er onheil. Want het meisje noemt de naam van de vader niet. Waarschijnlijk, vermoeden haar ouders, is het één van de drie landmeter-ingenieurs die voor hun werk in het dorp neerstreken en nu al weer lang zijn gevlogen. Marret bevalt van een zoon, Ingwer. Het is een drama. Ze kan en ze wil geen moeder zijn. De grootouders nemen de taak op hun schouders en voeden de jongen op.
Het dorp kwijnt in de loop der jaren weg. De moderne tijd slokt al het bekende op. Ingwer weet niet hoe haastig hij naar de stad moet verdwijnen om te gaan studeren. En dan, als hij rond de vijftig is, keert hij terug. Het leven heeft hem lessen geleerd, hij is volwassen genoeg om de omgeving van zijn jeugd zonder wrok te kunnen betreden. Hij is archeoloog en neemt een sabatical year om zijn stokoude grootouders te gaan verzorgen. Ooit, tijdens zijn vervangende dienstplicht, moest hij bejaarden verzorgen. Die kennis en warmte komen nu van pas. Hij heeft wat goed te maken, vindt hij zelf. Sönke verzet zich tegen zijn helpende handen, kan alles zélf, maar geeft zich uiteindelijk toch aan hem over in het besef van zijn hulpeloosheid. Grootmoeder Ella is dement, die laat zich door Ingmar helpen.
Auteur
Dörte Hansen (1964, Husum Noord-Duitsland) is auteur, journalist en taalwetenschapper. Haar debuutroman Das alte Land (Het oude land) werd bekroond en kwam ook in Nederland uit. Hansen werd geboren in een klein dorp, vertrok naar de grote stad om te studeren en keerde, toen zij volwassen was, weer terug naar het platteland.
Daarin vertoont haar hoofdpersoon Inger overeenkomsten met zijn bedenker. Hij groeit op in het fictieve dorp Brinkebüll in het uiterste Noordwesten van Duitsland, gaat in de stad studeren en kan pas weer op volwassen leeftijd terugkeren. Dan is zijn groei voltooid. Ingwer spreekt – evenals Dört Hansen – platduits. Die taal vindt de lezer ook in deze roman.
Het vergt enige gewenning, maar wie de cursief gedrukte zinnen hardop uitspreekt, begrijpt niet alleen de betekenis van de woorden maar ervaart ook de intimiteit van een kleine gemeenschap die zich onderling letterlijk kan verstaan. Daarmee heb je de kern van dit boek te pakken: wijs worden kost wijds leven, daarna kom de aanvaarding van een wellicht niet altijd vlekkeloos verlopen jeugd.
Dit is een schitterende roman vol poëzie, vol prachtige beeldspraken. Pagina na pagina vind je zinnen om te citeren. Door het thema van het dorp dat verweest moest ik af en toe denken aan Geert Mak Hoe God verdween uit Jorwerd , maar, op kleinere schaal ook aan Gerbrand Bakker Boven is het stil.
Uw recensent gebruikt het woord niet gauw. Men moet spaarzaam zijn met zulke woorden. Maar dit keer is het op zijn plaats. Dit boek is briljant!
Dörte Hansen – Middaguur. Vertaald uit het Duits (Mittagstunde) door Luciënne Pruijs. ISBN 978-9402-702-61-3. 302 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: HarperCollins 2019.