Van struikrover tot held
Getalenteerde vrijbuiter beleeft de meest uiteenlopende avonturen.
Schelmenroman spelend van 1814 – 1839. De hoofdpersoon heeft geen enkel besef van goed en kwaad. Hij werkt in een bakkerswinkel, assisteert bij wetenschappelijke proeven, wordt opgeleid als hoefsmid. Lange tijd is hij een berucht stuikrover, maar daarna neemt hij deel aan een wetenschappelijke expeditie naar het binnenland van Chili. In de gevangenis blijkt dat hij een nieuw uitzonderlijk talent heeft.
Auteur
Martin Michael Driessen (1954) is opera- en toneelregisseur, vertaler en schrijver. Hij debuteerde in 1999 met de roman Gars. Zijn boek Rivieren stond op de shortlist van de Vlaamse Fintro Literatuurprijs en werd in 2016 bekroond met de ECI-literatuurprijs. Zijn roman De Pelikaan bereikte de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2018. Zijn werk werd vertaald in vele talen.
Donatien, de hoofdpersoon, is reeds als kind heel bijzonder. Velen dachten dat hij een heilige was of voorbestemd om het te worden. In werkelijkheid had hij geen enkel gevoel voor goed of kwaad. Hij was uitzonderlijk knap en bezat de gave om iedereen voor zich in te nemen. Toch geraakt hij korte tijd in een crisis. Dit gebeurt na een verblijf in de gevangenis voor winkeldiefstal. Hij bemerkt dan dat zijn talent mensen te betoveren verdwenen is. Het komt weer goed als hij besluit naar de Vogezen te gaan om daar een highwayman te worden, een nobele bandiet. Als struikrover is hij zeer succesvol. Bij zijn overvallen gebruikt hij maskers, poppen en past hij een speciale verlichting toe. Als de grond te heet onder de voeten wordt verlaat hij enkele jaren het land. Hij gaat mee met een expeditie en toont zich dan een held. Zo is zijn leven vol contrasten. Hij maakt de ontwikkeling door van ‘monster van de Vogezen’ tot de ‘heilige Dieudonné van Metz’.
De schrijver is er in geslaagd een echte schelmenroman te vervaardigen. De meeste eigenschappen van zo’n roman zien we terug. De hoofdpersoon heeft geen vast adres en is voortdurend onderweg. Hij is slim en houdt de mensen voor de gek. In wezen heeft hij een goed hart. Ook valt er veel te lachen, waardoor we de slechte dingen niet zo serieus hoeven te nemen. Dit komt ook omdat er heel consequent een lichte verteltoon wordt gehanteerd.
De schrijver heeft ervoor gekozen om het kwaad niet onbestraft te laten. Daarvoor zorgen zeker het koppel Lieselotte en Ewald. Telkens duiken ze als wraakengelen op om zich voor gemene streken van Donatien te wreken. Deze herhaling is compositorisch wel een mooie vondst. De ergste straf krijgt hij natuurlijk van het gerecht. Zo heeft de gerechtigheid het laatste woord.
Driessen toont zich weer een meesterverteller, maar dan wel een verteller die zich tegelijkertijd laat zien als taalkunstenaar. De fraaie zinnen en originele beeldspraak stapelen zich op. Sommige beschrijvingen zijn magistraal, bijvoorbeeld het slagveld vol gesneuvelden en gewonden, zowel mensen als paarden, of de beschrijving van het naderende reizende circus. Dit gaat nooit ten koste van de vaart in het verhaal, want de scènes wisselen zich zo snel af zodat het nooit te traag of te saai wordt: never a dull moment. Van oppervlakkigheid is geen sprake. De tekst is gelardeerd met vaak diepzinnige levenswijsheden. Bijvoorbeeld: Vrij is men alleen zolang men alles dat het leven biedt in de wind kan slaan. Over bescheidenheid: als iemand bescheiden is, heeft hij daar meestal goede redenen voor.
Er zitten veel geestige elementen in het boek. Meestal gaat het om korte terzijdes, maar soms krijgt de humor meer ruimte, bijvoorbeeld in het verhaal van de ontmaagding van Lieselotte in de toren onder luid klokgelui. Een hoogtepunt is ongetwijfeld de lofzang op de vrouwenboezem. Aanleiding is de aanklacht van zijn vroegere min Nanette. Zij beschuldigde Donatien dat hij als zuigeling haar tepels had geruïneerd. De schrijver begint vervolgens aan een grote lofrede op de vrouwenborst. Een kostelijk humoristisch stuk. Dit alles maakt De heilige tot een heerlijk boek.
Martin Michael Driessen – De heilige. Een schelmenroman. ISBN 978-90-282-9221-5, 233 pagina’s, € 22,50. Amsterdam: Van Oorschot 2019.